prunus
Prunus incisa:
Cultivar, kojoh-no-mai
 
Naamggeving:  prunus en pruim  is een zeer oude benamingen voor plant en vrucht. Het woord stamt uit een van de vele oude talen uit Klein-Azië”; is vandaar overgenomen door de Grieken (proumnon = pruim / proumnee pruimenboom) vandaar komt het bij de Romeinen terecht (Prunus) en bij de Germanen, waar wij het weer aan ontlenen. Hieruit blijkt, dat de pruim al sinds oeroude tijden de weg gegaan is van vele oude handelsroutes
 
De Prunus is een steenvrucht met veel familieleden waaronder pruim, kers, abrikoos, amandel, perzik en sierheester soorten. Alle prunus familieleden zijn bijenplanten.  

Het geslacht Prunus hoort tot de Rosaceae (Rozenfamilie) en komt van nature voor in het Andes gebergte van Zuid-Amerika. Op het noordelijke halfrond in de gehele Verenigde Staten. Het zuiden van Canada, het noordelijke deel van Afrika en vanaf het westen van Europa tot in Noord-Scandinavië. Oostwaarts over geheel Rusland en China, de Himalaya, Korea en het noordelijk deel van Japan. Het geslacht, dat een 400-tal soorten omvat, is onderverdeeld in 5 ondergeslachten en 7 secties. In Nederland komen van nature twee soorten, P. avium
als boom (voornamelijk in Zuid Limburg) en als opgaande struik P. padus voor. 
 
In het voorjaar zijn er allerlei aanbiedingen in "groen". Zelfs grootgrutters doen mee met bollen, knollen, appel -en peren bomen in potten. Er stond heestertje wat ik nog niet eerder in het aangeboden voorjaars assortiment had gezien; Kleine stuikjes met veel bloemknoppen. 
Lees meer in de rubriek dracht