A.m.m. selectie

Over bijenrassen en over alle aspecten van koninginnenteelt.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
maartenkleijne
Moderator
Berichten: 3582
Lid geworden op: di 21 nov 2000, 00:00
Imker sinds: 1974
Aantal volken: 3
Bijenras(sen): bastaard
Locatie: hilversum
Contacteer:

A.m.m. selectie

Bericht door maartenkleijne »

Romee heeft mij uitgedaagd iets te schrijven over de exotische rassen van de bij in Nederland. Onder exoten wordt dan verstaan: alles wat niet duidelijk apis mellifera mellifera (a.m.m.) is. Toevallig heb ik voor mezelf en mijn SARV team iets opgeschreven over hoe ik met onze bijen richting a.m.m. wil gaan ontwikkelen. Na een paar jaar rommelen met vallen en opstaan heb ik nu de methode voor ogen die ik komende jaren systematisch wil volgen. Ik houd jullie jaarlijks op de hoogte van het resultaat en ben zo brutaal het nu al bij voorbaat voor jullie neer te zetten. Het is een heel verhaal, daarvoor excuus maar alles waar ik op moet letten staat erin. Het eerste jaar zal ik jullie niet uitnodigen eens te komen kijken maar als het echt wat wordt zijn jullie welkom. Ik elke geval zullen wij meer dan gebaat zijn bij jullie kritisch, deskundig en liefdevol commentaar.
Inleiding (winter 2000-2001)
Naar aanleiding van het overzicht in 1 van de laatste groentjes heb ik voor mezelf nog eens op een rijtje gezet hoe te werk te gaan bij het selecteren op stand van de voor die locatie ideale bijenpopulatie.
Lang heb ik gedacht dat dat moest inhouden: terug naar de echte zwarte bij, de a.m.m. maar uit literatuur blijkt dat de gedomesticeerde zwarte bij eeuwenlang is geselecteerd door de korfimkerij voor de heide op eigenschappen die deels niet ideaal zijn. De oorspronkelijke inheemse Nederlandse wilde a.m.m. is gemakshalve als uitgestorven te beschouwen. Wel ben ik er van overtuigd dat hernieuwde selectie beslist wel een a.m.m.-achtige bij zal opleveren, gelet op de cubitaal index van veel bastaard bijen.
De belangrijkste a.m.m. eigenschappen die voor ons klimaat logisch zijn en waar makkelijk op te selecteren valt zijn:
-zwart om in de ochtendzon snel op te warmen
-groot om krachtig tegen de wind in te vliegen
Als de inheemse wilde a.m.m. inderdaad uitgestorven is, is het alleen maar gunstig dat er allerlei exotische rassen zijn geïmporteerd waardoor de genenpool sterk is toegenomen en de kans op een herschepping van het wilde ras navenant. Immers de eigenschappen die typisch mediterraan zijn of anderszins hier niet aarden zullen het vanzelf afleggen. En de genen die door het uitsterven van de a.m.m. zijn verdwenen zitten in die rassen wellicht nog verborgen en komen bij goede selectie weer tevoorschijn.

Natuurlijke immes
Uit genoemd 'groentje' heb ik bevestigd gezien dat de selectie niet moet gebeuren op moer(en darren)-niveau maar op imme, het geheel van het volk met thuisbijen rond de moer op het broednest. Daarbij hoort dat het broednest zoveel mogelijk door de imme zelf wordt gebouwd en niet met kunstraat. De meest natuurlijke imme vormt zich in een korf. Hoewel ze als productie middel onpraktisch zijn, horen een paar korven op de stand er dus echt bij als broedplaats voor meer natuurlijke immes. Idealiter zouden er in buurt van de stand een paar (ver)wild(derde) immes moeten zijn, die zichzelf door de jaren heen steeds beter aan het milieu ter plekke aanpassen.

Imme-grootte
Hoogst waarschijnlijk is een wilde imme gemiddeld veel kleiner dan onze grote productievolken. Denk aan de vele meestal kleine nazwermen die van nature voorkomen en zich toch geacht worden te handhaven als ze maar een plekje kunnen vinden om te wonen.
Denk ook aan de Renson methode waar een kunstmatig kleine imme zorgt voor topvolken in het hoogseizoen.
Mijns inziens zijn 3- en 6-ramers de goede woningen voor het selecteren van goede immes.

Vliegbijen
Vliegbijen hebben een veel losser verband met de imme dan de thuisbijen. Dat blijkt ook uit het feit dat een goede imme zich zeer snel herstelt van 'af laten vliegen'. De selectie-immes kunnen dus zonder bezwaar gebruikt worden om productievolken op juiste drachtmomenten tot bovennatuurlijke sterkte op te voeren. In de productievolken moet dan wel een navenant sterke imme aanwezig zijn die door de overmaat aan vliegbijen niet zal worden overbelast.

Darren
Op een bijenstand zijn altijd voldoende darren aanwezig. Daarom zal de productie van darren geen selectie criterium zijn. Een imme die overmatig veel darren produceert zal vanzelf een zwakke imme worden, temeer daar veel darren ook veel varroamijten produceren. Dit laatste zegt trouwens iets over de darreraat methode: als we niet oppassen met dit soort akties gaan we daarmee immes selecteren die vooral goed zijn in darren kweken. Tenzij onze immes gebaseerd zijn op koninginneteelt en in de kweekvolken geen darreraatmethode wordt toegepast. Bij immeselectie kan dus geen darreraatmethode worden gebruikt.
Overigens waren begin augustus 2000 twee van onze volken op behoorlijke schaal dagelijks darrepoppen naar buiten aan het gooien; wellicht onderdeel van natuurlijke varroabestrijding??
Een ander darre-aspect is dat de darren nog veel losser van de immes staan dan de vliegbijen. Niet alleen kunnen zij binnen de stand van imme naar imme verhuizen. Ook is hun territorium zo groot (straal veel meer dan 10Km) dat op elke stand op het vasteland in Nederland wel darren van andere stands aanwezig zijn. Gemakshalve en zolang er geen betere wetenschappelijk gefundeerde informatie is neem ik aan dat op de stand de helft van de aldaar geboren darren is weggevlogen en dat minimaal 20% van de aanwezige darren van elders komt en dus kan bijdragen aan de genenpool van de stand. Met de natte vinger meen ik relatief veel Buckfast darren op mijn stand waar te nemen, in elk geval ook darren die niet op mijn bijen lijken. Buckfast darren zijn relatief groot en kunnen ver vliegen, net als trouwens de legendarische a.m.m..

Genenpool
In de biologie hoor ik dat een populatie uit minimaal 500 zich voortplantende, genetisch niet identieke individuen moet bestaan om duurzaam te kunnen zijn. Ik neem aan dat een imme qua voortplanting bestaat uit een koningin bevrucht door minimaal 5 darren, waarvan er gemiddeld minstens 1 van buiten komt. Nu wil ik die ene dar die van verre komt 5x tellen omdat ik aanneem dat de vreemde darren van minstens 5 verschillende verre stands komen, dus dat is goed voor de genen. Dan ga ik uit van ca 10 zich voortplantende individuen per volk, waaronder echter slechts 1 vrouwtje die echter toch weer genetisch identiek is met haar eigen darren. (Planten eigenlijk dus alleen de darren zich voort, ik snap het even niet meer hoor.) Om kort te gaan: om stabiel te kunnen selecteren heb ik dus 500/10=50 immes nodig. Dat ga ik niet halen dus ik ben van plan elk jaar minimaal 1 imme van elders minimaal 20 KM verderop te importeren, liefst een bastaard volk met veel genen. En een volk dat lijkt op waar ik naar streef namelijk a.m.m. achtig: liefst grote donkere bijen, die mijn genenpool niet alleen verjongen maar ook de goede kant op helpen.
Overigens pleit dit genenpool verhaal duidelijk tegen regionale koninginneteelt waarbij de meeste jonge koninginnen uit een zeer beperkt aantal weliswaar zeer goede volken komen. Als je eenmaal aan geïmporteerde koninginnen begint zit je er aan vast want vanzelf komt het nooit meer goed zodra je ermee op houdt.

Productievolken
Op onze stand is plaats voor maximaal 5-8 productievolken. Dat zijn de volken die zich in het voorjaar tijdens de paardebloemen het meest explosief ontwikkelen.
Deze volken komen duurzaam op een broednest van een broedbak plus een honingkamer of 2 broedkamers. Naar gelang de dracht honingkamers toevoegen en voor versnelde groei ramen met gesloten broed toevoegen uit sterke selectie-immes. Voor de hoofddracht (in mijn geval witte klaver en braam met vooraf al bladramenas) een sterk volk of korf erop af laten vliegen en tegelijk een K.rooster boven de imme plaatsen om te voorkomen dat het broednest erg wordt uitgebreid. Dat geeft 6 weken lang een zeer sterk productievolk is de bedoeling.
Daarna is het heidehoning halen alleen voor de volken die daar nog puf in hebben.
Rond 10 september inwinteren na de laatste oogst.

Selectie-immes
Er zijn vijf bronnen van selectie-immes
-de minivolken die goed door de winter komen
-de afleggers met oude moeren
-de korven die zelfselectie doen
-extra afleggers met de jonge moeren die in de beste hoofdvolken aangezet worden met weinig bijen erin om te starten. Onder het motto: als de imme goed is wordt het vanzelf wat en anders moeten we ze ook niet hebben.
-hernieuwd splitsen van de afleggers met oude moeren als ze veelbelovend zijn
Op deze manier zijn er in juli 4 of 5 maal zoveel selectie-immes als productievolken, de bedoeling is dat ze de kans krijgen te laten zien wat ze waard zijn of het anders afleggen. Na begin juli is het klaar en kunnen enkele van de sterkste immes nog tot begin augustus een honingkamer krijgen om mee te helpen aan de productie. Eventuele halfvolle honingramen kunnen daarna worden afgevuld door de productievolken.

Inwinteren productievolken
Na de hoofddracht eind augustus of nog later zijn de betreffende volken -aangejaagd als ze zijn tot zware overproductie- in slechte conditie. Als er een overvloed aan pollendracht is kunnen ze nog tot diep in oktober doorgaan met productie van de winterimme. Mede daarom de honing in de broedkamers niet afnemen. Verder langzaam inwinteren met ruim suiker.

Inwinteren immes
Vanaf eind juli uiterlijk begin augustus begint de inwintering van de selectie-immes. Nu kunnen ze laten zien wat ze waard want ze mogen zonder hulp zichzelf inwinteren en zichzelf zo nodig van varroa ontdoen! Een goede imme moet daartoe in staat zijn, mits er voldoende en gevarieerde dracht is. In het voorjaar zal blijken wie er goed genoeg waren, daar kunnen we verder mee.
Een relatief groot aantal selectie-immes is op deze manier niet kostbaar of arbeidsintensief: ze doen zelf al het werk.

Meerdere koninginnen in een volk
Wij hebben het altijd over jonge moeren die elkaar afmaken omdat er maar 1 moer per volk kan zijn. Ik hoorde van 1 van jullie een verhaal over 2 moeren in een volk na verenigen. Wij hadden zelf deze zomer na doppen breken lange tijd twee moeren in 1 volk. Misschien zijn maagdenzwermen wel van dubbelmoerige volken soms. In elk geval zullen bij zwermtrage volken ten tijde van stille moerwisseling vaak tijdelijk 2 moeren aanwezig zijn. Tenzij iemand mij kan bewijzen dat dat niet zo is.
In Budapest was ooit een bijenwoning van beton van verscheidene kubieke meters, naar men zegt met tientallen moeren erin en waaruit nooit een zwerm afkwam. (Wie weet daar meer van??)

Dracht
Over dracht is veel te vertellen. Dat wordt elders gedaan. Planmatig hier drie samenvattende punten die belangrijk zijn voor gezonde immes.
1. Veel vroege dracht met name pollen: crocussen, gele kornoelje, wilgen vooral mannetjes, etc. zodat de immes optimaal broed kunnen aanzetten en verzorgen.
2. Verscheidenheid het hele jaar door met van diverse drachtplanten minimaal zoveel exemplaren dat de bijen het de moeite waard vinden om erop te vliegen. Tijdens hoofddrachten zullen dan een deel van de bijen op deze hulpdrachten blijven vliegen om de gezondheid van de imme in stand te houden. Dus ook nooit reizen naar een monocultuur dracht zoals koolzaad, want dat gaat ten koste van een evenwichtige imme (ook al is het goed voor de nosema zegt men). De bijen gaan dan met z'n allen als een gek oogsten in plaats van aan een gezonde imme te blijven bouwen.
3. Veel late dracht met name pollen: phacelia, asters, klimop, herfstanemoon, etc.

Zwermvertraging
De productievolken moeten gewoon in het voorjaar gesplitst worden en van nieuwe koninginnen voorzien. Ze moeten uitgroeien tot bovennatuurlijke sterkte om veel productie te kunnen maken.
De selectie-immes worden gesplitst zodra ze ondanks eventueel broed overhangen, een extra honingkamer en afvliegen hun kleine woningen uit dreigen te groeien. Splitsen in meerdere kleine immes kan alleen maar de selectie ten goede komen. En het kost niks behalve extra kastmateriaal.
Onvermijdelijk zullen er toch wel eens zwermen afkomen want eigenlijk is mijn werkmethode behalve bij de productievolken best wel rommelig.
Zeker de korven zullen niet elk jaar zwermvrij blijven.
Voor de zwermen zijn twee maatregelen van toepassing:
-zorg dat er altijd een kastje klaarstaat met voorbouw en lokolie waar de eventuele zwerm graag in gaat
-weggevlogen zwermen niet scheppen maar laten verwilderen (gelijk selectie op zwermlust) en in de bomen bij gebrek aan oude natuurlijke holtes een paar primitieve kasten hangen waar anders hommels in kunnen broeden, maar waarin zich hopelijk ooit een wild volk kan ontwikkelen. Het standpunt is dat wilde bijen bij ons alleen niet voorkomen omdat ze nu eenmaal eeuwenlang altijd werden geoogst!

Varroabestrijding
Varroabestrijding is misschien het meest dringende onderwerp wijzende naar de noodzaak van selectie van gezonde immes.
In gezonde immes hoeven varroamijten geen probleem te zijn.
Op Texel waar de varroamijten pas een paar jaar geleden aankwamen zijn hele standen met volken uitgeroeid maar hebben ook vele volken zonder enige bestrijding goed overleefd.
We weten al dat er vele vluchtige stoffen zijn (meestal etherische olie) die beslist niet slecht of zelfs goed zijn voor de bijen maar waar varroamijten minder goed tegen kunnen. Denk aan wintergreen-, thijm- en muntolie.
Dat doet denken aan de condities waarin de klasse der mijten in het algemeen goed floreert. Mijten doen het goed op plekken waar weinig leven of vitaliteit is en/of veel dood afval. Denk aan:
-bossen met weinig ondergroei en veel dood blad, een deprimerende omgeving om in te ademen in de herfst maar goed voor mijten
-onnatuurlijk opgejaagde en dus weinig vitale fruitbomen: mijten zijn er dol op
-muffe mensen woningen bieden een paradijs voor huismijten terwijl diezelfde woningen als ze goed gelucht worden en veel kamerplanten huisvesten veel minder die huismijten kennen (tot geluk van de bewoners die er allergisch voor zijn).
In het algemeen kan je zeggen: slechte lucht is goed voor mijten.
Gezonde lucht is niet alleen slecht voor mijten maar ook goed voor bijen Vooral als ze afkomt van ook nog goede drachtplanten. Langs de bijenstand lopend moeten we niet alleen honing en wasgeuren opsnuiven maar ook kruidige geuren van gezonde planten. Ik houd het erop dat planten die bekend staat als afweerders van mieren, luizen en vlooien ook kunnen bijdragen aan een varrao-onvriendelijk omgeving. Dat wil zeggen: OIkers, tijm, munt, hondsdraf, kattekruid en lavendel zullen in overvloed aanwezig moeten zijn om de immes in hun streven naar vitaliteit te steunen.
Ook is het gewenst regelmatig wat etherische olie met water verdund op de vliegplank te sproeien behalve bij de productievolken als ze in productie zijn om te voorkomen dat de honing er naar gaat smaken.

Selectiecriteria
Een algemeen probleem bij selectie is de keuze van de criteria: focussen op 1 of 2 criteria werkt maar levert chaos op andere criteria. Selecteren op een veelheid aan criteria is sowieso rommelig. Vandaar mijn dubbele keuze:
1. Laat de selectievolken het merendeel zelf doen:
-haaldrift: moet goed zijn anders komen ze niet de winter door op hun zelfgehaalde voorraad
-ziekteresistentie: is goed bij de overlevende immes
-tonglengte: een langere tong heeft in ons geval groot voordeel met witte klaver als hoofddracht, de survivors zullen dus waarschijnlijk langere tongen hebben
-vroeg voorjaarsopbouw en laat in het jaar een sterke imme spreken vanzelf
2. Zelf bijsturen
Doelgerichte selectie -behalve op basis van beste immes- kan beperkt blijven tot 2 dingen:
-a.m.m.-achtigheid, dat wil zeggen in de eerste jaren gewoon kiezen voor grote sterke, liefst zwarte bijen. Als dat eenmaal is gelukt kunnen de meer wetenschappelijke a.m.m. criteria aan de buurt komen.
-zachtmoedigheid. Dat is nog een heel verhaal want op dit ogenblik zijn bij ons de beste volken die de meeste varroaresistentie vertonen en de meeste honing halen ook de meest agressieve. Zou zachtmoedigheid strijdig kunnen zijn met het vormen van een hele sterke natuurlijke imme? Niet vergeten dat zachtmoedige volken met een grote haaldrift niet natuurlijk zijn samengesteld. Het beste er maar van hopen. Trouwens: in de buurt van de stand zijn veel wespenvolken waartegen de immes zich moeten weten te beschermen.

Wel: voor elke imme een genummerde kastkaart bijhouden waar de herkomst op staat en de belangrijkste wapenfeiten van het volk gedurende het seizoen.



--------------------------------------------------------------------------------
Van: hilversum | Geregistreerd: Nov 2000



Bijgewerkt door - Piet Jager op 05/09/2001 16:39:02
Piet Jager
Berichten: 2128
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: A.m.m. selectie

Bericht door Piet Jager »

verstuurd 02-12-2000 No. 11
--------------------------------------------------------------------------------
Dag Maarten,
Ja, wat moet je hier nu van zeggen.
Mijn voorlopige reactie is, dat ook voor jouw A.M.M. selectie de prehistorische stelling geldt: 'Ideeen verplaatsen zich sneller dan goederen' (Schwantes)

Piet van de Veluwe
Gebruikersavatar
maartenkleijne
Moderator
Berichten: 3582
Lid geworden op: di 21 nov 2000, 00:00
Imker sinds: 1974
Aantal volken: 3
Bijenras(sen): bastaard
Locatie: hilversum
Contacteer:

Re: A.m.m. selectie

Bericht door maartenkleijne »

verstuurd 03-12-2000 No. 14
--------------------------------------------------------------------------------
beste piet,
bedankt voor je reactie.
ik had niks geschreven over de planning.
Het belangrijkste onderdeel van mijn plan is: 20 jaar even goed volhouden.
De eerste 3-5 jaar is varroaresistentie waarschijnlijk het grootste thema.
Echte opbouw van het a.m.m. ras zal ws. meer dan 10 jaar vergen en ik denk dat er onvermijdelijk nog wel import van koninginnen aan te pas zal moeten komen
ws. uit Ierland.
even iets persoonlijks: waar ook ter wereld zeg ik altijd als wordt gevraagd 'are you from Holland?' nee ik kom 'van de Veluwe' want daar ben ik geboren ook al woon ik al meer dan 25 jaar in Hilversum. Waar kom jij eigenlijk vandaan?
maarten



--------------------------------------------------------------------------------
Van: hilversum | Geregistreerd: Nov 2000
Gebruikersavatar
Oude Essink
Erelid
Berichten: 3562
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: A.m.m. selectie

Bericht door Oude Essink »

verstuurd 03-12-2000 No. 10
--------------------------------------------------------------------------------
Hallo Maarten, Ik doe mijn belofte gestand te reageren op je verhaal, temeer daar het van een grenzeloos idealisme getuigt. Je haalt zoveel tegelijk overhoop, dat ik denk dat je je moet intomen; anders groeit het je snel boven het hoofd en dat zou jammer zijn.
Je hinkt op twee gedachten: 1. terug naar de ontwikkeling van "natuur"volken die zelf-standig kunnen meedraaien in ons oecologisch systeem. 2. produktievolken opzetten
("cultuur"volken) die je de nodige honing verschaffen. Om je produktie volken tot
grote hoogte op te voeren wil je vervolgens je natuurvolken uitmelken (af laten vliegen
of broed afpakken) zodat deze absoluut niet
in harmonie kunnen komen met haar omgeving, waardoor je je voornaamste doelstelling mist.
Je natuurvolken moeten zich leren aanpassen
(wat omvang ed betreft) aan de mogelijkheden van haar directe omgeving; ga je daar een paar sterke productievolken bijzetten, zullen deze een te groot deel van de dracht waar de natuurvolken het mee moeten doen wegsnoepen.
Een paar opmerkingen in het algemeen:
De vroegere zwarte bij was aangepast aan onze omgeving: groot (alg.regel: hoe noordelijker hoe groter in verband met de warmtehuishouding; meer massa houdt beter de warmte vast) relatief korte tong (afgestemd
op de diepte van de te bevliegen bloemkelken; een tong, langer dan nodig, is in een koud klimaat niet gunstig); broedontwikkeling láát in het voorjaar; zij heeft een compact broednest en zet niet alle binnenkomende voorraden in broed om, maar spaart om zich te redden in perioden van slechte dracht en/of nat,koud weer. Met een kleine tros gaat ze de winter in (een zesramer, korf of Klotzbeute overwintert uit-stekend).
De voornaamste reden van de ondergang van onze a.m.m. is wel het verslepen van volken naar telkens andere omgevingen (drachtgebieden) en het wijzigen van de voorkomende dracht zelf (landbouwmethoden; verstedelijking; import van cultuurvolken).
Ik denk, dat het zeer wel mogelijk is weer
naar natuurvolken te komen, uitgaande van het huidige genenbestand; waarbij je de selectie van het nodige genen materiaal misschien een handje moet helpen.
De ideale populatie-grootte om inteelt tot nul terug te brengen is 50 volken (zie boek:
Veredeling van de honingbij in Nederland,
rapport studiegroep Beetsma e.a. Hilvarenbeek
1987); om onaanvaardbare risico's te vermijden zijn minstens 20 volken nodig (let wel: volken in nabije omgeving van 15 km. tellen ook mee); jij komt ook op 50 volken,maar met een ietwat merkwaardige redenering.
Een jonge moer wordt door minstens 10 darren
bevrucht, allen komend naar de darrenverzamelplaatsen, uit volken in omgeving van plm.15 km. Het vervliegen van darren naar de buren speelt geen rol bij de genenoverdracht.
Als een moer teveel darren produceert als teken van afname van fertiliteit, grijpen de bijen zelf in.
Ik geloof absoluut niet in een afdoende
Varroa bestrijding (in dit stadium) door de bijen zelf of door aanwenden van Oliën.iod.
Aantal volken moet overeenkomen met de drachtmogelijkheden; ik heb mijn bijen kunnen helpen door de aanplant van veel
Vuilbomen, Symphoricarpi, zomerbloeiende wilg
genoemde soorten leveren maandenlang stuifmeel, dé voeding voor een gezonde imme.
Misschien kunnen mijn opmerkingen tot enige aanpassingen of vereenvoudigingen leiden; voor een deel herhaal ik overigens wat jij ook al beweerd hebt, maar in andere setting.
good luck en hart. groet,
hennie oes.
--------------------------------------------------------------------------------
Van: Maurik | Geregistreerd: Nov 2000
Gebruikersavatar
Oude Essink
Erelid
Berichten: 3562
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: A.m.m. selectie

Bericht door Oude Essink »

verstuurd 06-12-2000 No. 10
--------------------------------------------------------------------------------
Hallo Maarten en andere belangstellenden voor de apis mellifera mellifera.
Via Piet Jager bereikte mij een interessante tekst over een evt. restauratie van de a.m.m.
De tekst komt uit het meinummer van de Vaamse Imkerbond 9 pag. inclusief litteratuur en websites. Ik heb de tekst
opgeslagen en kan hem doormailen naar belangstellenden.
hennie oes. oude.essink@hetnet.nl
------------------



--------------------------------------------------------------------------------
Van: Maurik | Geregistreerd: Nov 2000 | IP: ingelogged
Romée van der Zee
Berichten: 1218
Lid geworden op: di 14 nov 2000, 00:00
Contacteer:

Re: A.m.m. selectie

Bericht door Romée van der Zee »

verstuurd 14-12-2000 No. 2
--------------------------------------------------------------------------------
Het stuk van Maarten geeft me de gelegenheid in te gaan op het uitgestorven zijn van de apis m.m. Daarbij neem ik aan dat ik eigenlijk niets nieuws vertel, maar toch.
Een bijenras is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Als de omgevingsfactoren stabiel zijn, dan zijn die veranderingen niet relevant.
Als verstoring wel optreedt, zoals in de laatste 150 jaar, dan zal dat leiden tot meer ingrijpende verandering bij de apis m.m.
Je zou de vraag kunnen stellen wanneer wordt de grens overschreden en is een bijenras uitgestorven. Naar mijn mening zou daarbij gekeken moeten worden naar de onderscheidende eigenschappen van de vroegere apis m.m., voorzover die bekend zijn. Vervolgens zou je uit moeten zoeken of in de huidige bijenpopulatie die kenmerken onomkeerbaar verdwenen zijn. Als dit het geval is, dan is de apis m.m. uitgestorven.
Een dergelijke inventarisatie heeft, voorzover ik weet nooit systematisch plaatsgevonden. Eerder zijn er aanwijzingen dat nog veel kenmerken van de apis m.m. in de misprijzend genoemde 'bastaard' bijen aanwezig zijn.

Juist het fokken van bijen op basis van exoten, dat een belangrijk element van de bijenhobby vormt bij menig imker, verkleint de populatie bastaardbijen.
Opmerkelijk is, dat net als bv bij pluimvee, de aandacht daarbij geheel gericht wordt op het verkrijgen van iets bijzonders, waardoor de teler zich kan onderscheiden. Het is voorspelbaar dat de honingkeuringen op den duur vervangen gaan worden door bijenkeuringen, inclusief een 100 puntensysteem.
In de kippensector is er net iemand gepromoveerd die de grote aantrekkingskracht van met name wat oudere mannen voor deze fokcompetitie in beeld brengt.

Maarten ziet de aanwezigheid van exoten als een voordeel. Hij vermoedt dat zo wellicht bij de apis m.m. verloren gegaan genetisch materiaal beschikbaar is gebleven. Het ligt naar mijn mening meer voor de hand dat exoten in toenemende mate het apis m.m. materiaal verdringen.
Toch ben ik met hem eens dat vanuit de huidige bastaardbijen-populatie een goede weg naar herstel van de apis m.m. mogelijk is. Omdat de omstandigheden veranderd zijn, zou die apis m.m. meer een voortzetting dan een restauratie van de oorspronkelijke donkere bij zijn.
Vervolgens beschrijft M. hoe hij dit in de praktijk wil aanpakken. Daar ga ik niet nu niet op in. Het grote probleem ligt naar mijn mening hoe je voldoende draagvlak kunt vinden voor het behoud(en dat bedoel ik dus niet statisch) van de apis m.m.
Mijn ervaring is, dat een dergelijke inspanning op groot verzet stuit van de telers en hun afnemers. Ik weet uit ervaring hoeveel moeite het loont om daarbuiten te blijven. Toch heb ik de indruk dat er veel mensen zijn die net als ik met een zekere zorg naar de import en populariteit van exoten kijken.
R.


------------------



--------------------------------------------------------------------------------
Van: Hoogland | Geregistreerd: Nov 2000 | IP: ingelogged
Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 8 gasten