Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
Het aantal mijten in een volk is niet meer bepalend voor de overlevingskans van een volk. Wel het aantal mijten besmet met virussen bepaalt het functioneren van een volk. Wanneer het percentage door (besmette) mijten aangetaste bijen een bepaalde ondergrens niet overschrijdt is de kans groot dat het volk de winter overleeft gegeven een aantal nevenfactoren, zoals een minimale omvang bij inwintering, voldoende voedsel aanwezig, een voldoende ontwikkeld eiwitvetlichaam bij een voldoende aantal bijen.
Daarnaast blijft nog de onzekere factor van in de omgeving aanwezige stoffen die het volk binnen krijgt, die in relatie tot een minder goed ontwikkeld eiwitvetlichaam waardoor de afweer van de bij minder goed werkt, in combinatie met optredende nosema, waardoor het volk toch nog ten ondergaat ondanks het feit dat er weinig besmette bijen in het volk aanwezig zijn.
Welke levensbepalende eigenschappen van een volk zijn vast te leggen in variabelen , die goed kwantitatief meetbaar zijn, waarop je een volk kunt beoordelen en vergeleken met andere volken.
Laten we een paar eigenschappen noemen:
- Overwinteringscapaciteit
- Ontwikkeling van het volk in het voorjaar
- Levensvatbaarheid van het broed
- Ziekteresistentie
- Honingproductie
Zachtaardigheid, raamvastheid, zwermtraagheid, ras, kan je meenemen als criterium maar zijn voor de overlevingskans van een volk geen bepalende factor.
Gezien de ruimte ga ik niet in op de variabelen van de eigenschap.
Vervolgens moet je een methode hebben om koninginnen en darrenvolken te selecteren waarvan je gaat natelen.
Het is van belang dat je van de gemeten phenotypische waarden de genetische component bepaald. Want dit is het enige wat wordt overgedragen op de volgende generatie. Dit doe je door de teeltwaarde te berekenen. Hiervoor moet je de erfelijkheidsfactor van elk criterium bepalen. En daarvoor moet je eerst kijken naar de gemeten waarden van dezelfde eigenschappen van de nakomelingen van de koninginnen.
Op basis van de berekende teeltwaarden kan je de koninginnen en de darrenvolken selecteren.
Omdat bijvoorbeeld de ziekteresistentie gebaseerd is op, naar men aanneemt, recessief werkende genen moet, zowel geselecteerd worden op de moeders- als de vaderskant. Daarnaast zijn alle genoemde eigenschappen het gevolg van de werking van een groot aantal genen. Het is om deze reden onjuist te menen dat je deze genen kunt inkruizen. Alleen door selectie kan je van generatie op generatie de concentratie van het aantal gewenste genen doen toenemen. Deze toename komt tot uiting in de berekende teeltwaarde.
De deelnemers aan het Hybrideproject van de DDB doen nu metingen aan eigenschappen volgens een vastgelegd testprotocol, die een maat zijn voor de genoemde eigenschappen. Zij voeren dit protocol op verschillende tijdstippen in het jaar uit, volgens een testplan en sturen hun gegevens op. Op basis hiervan worden berekeningen uitgevoerd en geselecteerd.
De naam Hybrideproject suggereert inderdaad dat er sprake is van inkruisen van eigenschappen van de Primorsky-bij in andere volken.
In het bestaan van de DDB zijn de volgende perioden te onderkennen:
Toen de Primorsky kwam in 2003 hebben we eerst gekeken of deze wel varroaresistente eigenschappen bezit. Dit heeft tot en met 2006 geduurd. Vervolgens zijn we met het Hybrideproject gestart door de aanwezige lijnen te kruisen en voor test uit te zetten bij de projectdeelnemers.
In de toekomst hopen we een Nederlandse bij te krijgen met varroaresistente eigenschappen waar de Primorsky een voorouder is geweest.
Na een pilotcursus "Teelt en selectie van koninginnen", begin 2009, zijn de denkbeelden over hoe je moet selecteren enigszins scherper gesteld. De reden dat er is begonnen met Primorsky komt voort uit het feit, dat dit ras al een grote concentratie van de gewenste genen in zich draagt en dat koninginnen van dit ras op dat moment reeds voorhanden waren. Als je uitgaat van een populatie die het gewenst g
Daarnaast blijft nog de onzekere factor van in de omgeving aanwezige stoffen die het volk binnen krijgt, die in relatie tot een minder goed ontwikkeld eiwitvetlichaam waardoor de afweer van de bij minder goed werkt, in combinatie met optredende nosema, waardoor het volk toch nog ten ondergaat ondanks het feit dat er weinig besmette bijen in het volk aanwezig zijn.
Welke levensbepalende eigenschappen van een volk zijn vast te leggen in variabelen , die goed kwantitatief meetbaar zijn, waarop je een volk kunt beoordelen en vergeleken met andere volken.
Laten we een paar eigenschappen noemen:
- Overwinteringscapaciteit
- Ontwikkeling van het volk in het voorjaar
- Levensvatbaarheid van het broed
- Ziekteresistentie
- Honingproductie
Zachtaardigheid, raamvastheid, zwermtraagheid, ras, kan je meenemen als criterium maar zijn voor de overlevingskans van een volk geen bepalende factor.
Gezien de ruimte ga ik niet in op de variabelen van de eigenschap.
Vervolgens moet je een methode hebben om koninginnen en darrenvolken te selecteren waarvan je gaat natelen.
Het is van belang dat je van de gemeten phenotypische waarden de genetische component bepaald. Want dit is het enige wat wordt overgedragen op de volgende generatie. Dit doe je door de teeltwaarde te berekenen. Hiervoor moet je de erfelijkheidsfactor van elk criterium bepalen. En daarvoor moet je eerst kijken naar de gemeten waarden van dezelfde eigenschappen van de nakomelingen van de koninginnen.
Op basis van de berekende teeltwaarden kan je de koninginnen en de darrenvolken selecteren.
Omdat bijvoorbeeld de ziekteresistentie gebaseerd is op, naar men aanneemt, recessief werkende genen moet, zowel geselecteerd worden op de moeders- als de vaderskant. Daarnaast zijn alle genoemde eigenschappen het gevolg van de werking van een groot aantal genen. Het is om deze reden onjuist te menen dat je deze genen kunt inkruizen. Alleen door selectie kan je van generatie op generatie de concentratie van het aantal gewenste genen doen toenemen. Deze toename komt tot uiting in de berekende teeltwaarde.
De deelnemers aan het Hybrideproject van de DDB doen nu metingen aan eigenschappen volgens een vastgelegd testprotocol, die een maat zijn voor de genoemde eigenschappen. Zij voeren dit protocol op verschillende tijdstippen in het jaar uit, volgens een testplan en sturen hun gegevens op. Op basis hiervan worden berekeningen uitgevoerd en geselecteerd.
De naam Hybrideproject suggereert inderdaad dat er sprake is van inkruisen van eigenschappen van de Primorsky-bij in andere volken.
In het bestaan van de DDB zijn de volgende perioden te onderkennen:
Toen de Primorsky kwam in 2003 hebben we eerst gekeken of deze wel varroaresistente eigenschappen bezit. Dit heeft tot en met 2006 geduurd. Vervolgens zijn we met het Hybrideproject gestart door de aanwezige lijnen te kruisen en voor test uit te zetten bij de projectdeelnemers.
In de toekomst hopen we een Nederlandse bij te krijgen met varroaresistente eigenschappen waar de Primorsky een voorouder is geweest.
Na een pilotcursus "Teelt en selectie van koninginnen", begin 2009, zijn de denkbeelden over hoe je moet selecteren enigszins scherper gesteld. De reden dat er is begonnen met Primorsky komt voort uit het feit, dat dit ras al een grote concentratie van de gewenste genen in zich draagt en dat koninginnen van dit ras op dat moment reeds voorhanden waren. Als je uitgaat van een populatie die het gewenst g
Re: Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
In de toekomst hopen we een Nederlandse bij te krijgen met varroaresistente eigenschappen waar de Primorsky een voorouder is geweest.
Henk, of je met kruisingen van carnica en primorsky tot een 'Nederlandse' bij gaat komen, dat laat ik in het midden.
De werkwijze hoe je met selectie moet omgaan om resultaat te boeken is duidelijk, maar het doel op zich, 'de varroaresistentie', hoe belangrijk is dat nog ? Als je in de Primorsky bij een voorsprong ziet doordat sommige genencombinaties reeds tot varroaresistentie leiden, maar je weet tegelijkertijd dat ook Primorskybijen in dezelfde hoek zitten waar de klappen vallen (bijensterfte), wat heeft dat dan voor zin. Na 20 jaar varroatollerante selecties is men vandaag de dag, in het beste geval tot volken geraakt die het eerste jaar wat minder mijten hebben maar die men nog steeds niet onbehandeld de winter durft in te sturen ! Bovendien zwijgen we dan nog over de slechte eigenschappen die de Primorsky meebrengt.
Men is er in veel landen mee bezig, het is ook 'hot' tegenwoordig. Geen enkel bevruchtingsstation kan het zich ook nog veroorloven geen 'varroatolleranz' in zijn gamma te hebben, alles is gericht op commercie.
De degelijkheid van een goed project van lange adem ligt juist daarin dat men op tijd de neus 180° kan draaien als men onderweg nieuwe inzichten krijgt. Toch doordijven leidt alleen maar tot energieverlies, geldverlies en teleurstellingen.
Projecten als intensieve drachtverbeteringen vooral naar winterbijen toe leiden op verschillende plaatsen tot zeer goede resultaten.
Op minder dan 10 jaar tijd kan ik op één stand (35-tal volken) zeggen dat ze zonder noemenswaardige behandeling bijna allemaal succesvol de winter uitkomen, dit voor het 6e jaar op rij !
Wanneer gaat men eens zijn energie steken in duurzame dingen i.p.v. de rages van het moment te volgen.
- wilde
- Berichten: 1641
- Lid geworden op: do 03 okt 2002, 23:16
- Imker sinds: 1980
- Aantal volken: 15
- Bijenras(sen): Bastaard
- Locatie: Koudekerke
- Contacteer:
Re: Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
Het blijft voor mij een onthutsend primitieve benadering. Varroaresistentie mag geen doel op zich zijn. Aan varroamijten gaan geen volken dood. Een bredere doelstelling lijkt leuker, maar dan kun je net zo goed kleurkanaries gaan kweken, want dat geeft evenveel bevrediging. Een praktische waarde kan een dergelijk project niet hebben. Het gaat om een handjevol imkers die een andere voorkeur voor een bijensoort hebben dan anderen. Het betreft minder dan 1%. Het opdringen aan iedere imker van een dergelijke monsterbij, die hier niet thuishoort, zal nooit lukken en dus is het project gedoemd tot mislukken. Jammer van het vele werk en het geld.In de toekomst hopen we een Nederlandse bij te krijgen met varroaresistente eigenschappen waar de Primorsky een voorouder is geweest.
-
- Berichten: 2703
- Lid geworden op: wo 15 mar 2006, 20:19
- Imker sinds: 1957
- Bijenras(sen): carnica
- Locatie: Eindhoven
- Contacteer:
Re: Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
zonder noemenswaardige behandeling bijna allemaal succesvol de winter uitkomen,
Marc
Leg eens uit.
ad sdtaals
Re: Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
wilde schreef:Het blijft voor mij een onthutsend primitieve benadering. Varroaresistentie mag geen doel op zich zijn. Aan varroamijten gaan geen volken dood. Een bredere doelstelling lijkt leuker, maar dan kun je net zo goed kleurkanaries gaan kweken, want dat geeft evenveel bevrediging. Een praktische waarde kan een dergelijk project niet hebben. Het gaat om een handjevol imkers die een andere voorkeur voor een bijensoort hebben dan anderen. Het betreft minder dan 1%. Het opdringen aan iedere imker van een dergelijke monsterbij, die hier niet thuishoort, zal nooit lukken en dus is het project gedoemd tot mislukken. Jammer van het vele werk en het geld.
Over stokpaardjes gesproken.
Twouwens, altijd gedacht dat je een lathyrus kweker was.
Groeten,Willem
-
- Berichten: 31
- Lid geworden op: di 04 jul 2006, 18:31
- Imker sinds: 1974
- Aantal volken: 25
- Bijenras(sen): Bastaart / Buckfast
- Locatie: Zeist
- Contacteer:
Re: Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
Jammer dat hier twee onderwerpen door elkaar gaan lopen.
Natuurlijk is de omgeving waar de bij rondvliegt van grote invloed op de overlevingskansen.
Wat mij interesseert van het Hybrideproject van de DDB, is de praktijk van de selectie.
Ik heb volken die ik het ene moment een dikke onvoldoende zou geven en later in het seizoen juist het omgekeerde. Hoe intensief moet je dat volgen? Mogen ze geen enkele keer minder scoren om mee te blijven doen in de race.
Als dat zo is, moet je nogal wat koninginnen (kleine volkjes) achter de hand houden om het aantal volken in stand te houden.
De overleving in de winterperiode zonder bestrijding van de varroa, is voor mij de strengste selectie methode.
Natuurlijk is de omgeving waar de bij rondvliegt van grote invloed op de overlevingskansen.
Wat mij interesseert van het Hybrideproject van de DDB, is de praktijk van de selectie.
Ik heb volken die ik het ene moment een dikke onvoldoende zou geven en later in het seizoen juist het omgekeerde. Hoe intensief moet je dat volgen? Mogen ze geen enkele keer minder scoren om mee te blijven doen in de race.
Als dat zo is, moet je nogal wat koninginnen (kleine volkjes) achter de hand houden om het aantal volken in stand te houden.
De overleving in de winterperiode zonder bestrijding van de varroa, is voor mij de strengste selectie methode.
Re: Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
Ad, wat ik bedoel met 'geen noemenswaardige behandeling' is het volgende :
- zeker en vast geen darrenraat uitsnijden, zelfs darrenbouw aanmoedigen
- zeker en vast geen winterbehandelingen
- het doel is steeds niet behandelen, uitgezonderd wanneer we een zeer slechte septembermaand meemaken, dan krijgen we een generatie zwakkere winterbijen en wordt de varroadruk verlaagd door 3x een korte stootbehandeling met mierenzuur op een sponsdoekje op de onderlade (20 ml 35% mierenzuur). Verder ga ik niet, en liefst van al doe ik het niet. Blijft het aanhoudend slecht, wordt bijgevoerderd maar dit ook liever niet dan wel.
Dank zij het goede najaar en de plaatselijke drachten die bevlogen werden tot november, werd vorig jaar weer geen enkel volk behandeld.
Gisteren bij een winterzonnetje en 7°C even langs alle kasten gewandeld en overal drukke bijtjes gezien. Broed is er ook al overal (zie ook foto in het item van Jaap over winterwaarnemingen).
Noud, de omgevingsfactor wordt maar al te graag onderkent bij selecteren. Een volk kan inderdaad in een seizoen met een uitstekend stuifmeelaanbod hoog scoren en wat later, in een ander seizoen bij stuifmeeltekort, door de mand vallen en toch gaat het om hetzelfde volk.
Met spreiding van je onderzoek over het ganse land, zoals DDB dat doet, los je dat niet op zolang je geen waarderingssysteem hebt voor het plaatselijke aanbod van al die deelnemers. In principe zouden zij ook steeds een moer die goed scoort op één plaats, het volgende jaar moeten uittesten op een mindere plaats, maar zelfs dan zal het voedselaanbod op die plaats niet meer hetzelfde zijn als het jaar voordien zodat je ook weer geen 100% vergelijk hebt.
Maar al te veel van die selectieonderzoeken scoren op plaatsen hoog en lijken tot een doorbraak te leiden, omdat toevallig de stuifmeelcondities er optimaal waren.
- zeker en vast geen darrenraat uitsnijden, zelfs darrenbouw aanmoedigen
- zeker en vast geen winterbehandelingen
- het doel is steeds niet behandelen, uitgezonderd wanneer we een zeer slechte septembermaand meemaken, dan krijgen we een generatie zwakkere winterbijen en wordt de varroadruk verlaagd door 3x een korte stootbehandeling met mierenzuur op een sponsdoekje op de onderlade (20 ml 35% mierenzuur). Verder ga ik niet, en liefst van al doe ik het niet. Blijft het aanhoudend slecht, wordt bijgevoerderd maar dit ook liever niet dan wel.
Dank zij het goede najaar en de plaatselijke drachten die bevlogen werden tot november, werd vorig jaar weer geen enkel volk behandeld.
Gisteren bij een winterzonnetje en 7°C even langs alle kasten gewandeld en overal drukke bijtjes gezien. Broed is er ook al overal (zie ook foto in het item van Jaap over winterwaarnemingen).
Noud, de omgevingsfactor wordt maar al te graag onderkent bij selecteren. Een volk kan inderdaad in een seizoen met een uitstekend stuifmeelaanbod hoog scoren en wat later, in een ander seizoen bij stuifmeeltekort, door de mand vallen en toch gaat het om hetzelfde volk.
Met spreiding van je onderzoek over het ganse land, zoals DDB dat doet, los je dat niet op zolang je geen waarderingssysteem hebt voor het plaatselijke aanbod van al die deelnemers. In principe zouden zij ook steeds een moer die goed scoort op één plaats, het volgende jaar moeten uittesten op een mindere plaats, maar zelfs dan zal het voedselaanbod op die plaats niet meer hetzelfde zijn als het jaar voordien zodat je ook weer geen 100% vergelijk hebt.
Maar al te veel van die selectieonderzoeken scoren op plaatsen hoog en lijken tot een doorbraak te leiden, omdat toevallig de stuifmeelcondities er optimaal waren.
-
- Berichten: 2703
- Lid geworden op: wo 15 mar 2006, 20:19
- Imker sinds: 1957
- Bijenras(sen): carnica
- Locatie: Eindhoven
- Contacteer:
Re: Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
marc schreef:
Broed is er ook al overal (zie ook foto in het item van Jaap over winterwaarnemingen).
Marc
Lees eens wat er boven de foto van Jaap staat!
ad staals
Re: Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
Wat bedoel je Ad ? Ik heb over de uitwendige waarneming van een kast en een foto die ik daar plaatste.
-
- Berichten: 2703
- Lid geworden op: wo 15 mar 2006, 20:19
- Imker sinds: 1957
- Bijenras(sen): carnica
- Locatie: Eindhoven
- Contacteer:
Re: Waarom doe je aan Koninginneteelt en hoe doe je da
marc schreef:
Wat bedoel je Ad ? Ik heb over de uitwendige waarneming van een kast en een foto die ik daar plaatste.
Marc
Ik bedoel dat ik een groot aantal waarnemingen IN volken heb gedaan om te kunnen besluiten dat er weinig volken broed zullen hebben. Geeft wat je aan de buitenkant ziet zekerheid dat broed aanwezig is. Ik zou graag de binnenkant zien.
ad staals
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 14 gasten