Een stilleven van de producten van het afgelopen bijenjaar.

 

Dit jaar heeft de enkel bloeiende witte meidoorn in mijn omgeving veel honing opgeleverd De bessen - rode - zijn tot stand gekomen door de stuifmeel verzamelende honingbij.  

 

Vogels, zullen nadat er de vorst overheen gekomen is, dankbaar zijn.

 

De appels – Bellefleur en Schone van Boskoop hebben zeker bijen nodig. Het stuifmeel van deze appelsoorten is steriel voor de eigen soort. Er is stuifmeel van een ander appelsoort nodig om tot vruchtzetting te komen.

 

De peer William kan alleen tot vruchtzetting komen door stuifmeel van een andere perensoort en weer is het de honingbij die stuifmeel naar de andere boom “vervoerd”. 

 

De witte bessen van de sneeuwbes geven een mooi contrast bij de overwegende geelrode kleuren van de herfst. Als laatste de Hazelnoot boom = de Turkse hazelaar deze wordt als laanboom aangeplant de noten van deze boom zitten als clusters bij elkaar.

alt

Valt de bloei van de Vuurdoorn nu einde voorjaars -of begin zomerdracht? Dit jaar - 2013 - valt deze in week 25 tenminste hier rond de stad Leiden. De heester gonst van de bijen die met grote klompjes lichtgeel stuifmeel op de vliegplank van de bijenkast landen.
 
De Vuurdoorn hoort tot het grote familie Rosacea die heel veel soorten herbergt zoals: geslachten van eetbare vruchten; alle appel & perensoorten, kersen, pruimen, frambozen en aardbeien, enz enz. Heel veel sierheesters/bomen soorten waaronder rozen en meidoorn, lijsterbes. 
 
De Vuurdoorn mag weer. In de jaren '60 van de vorige eeuw werden deze en de verwante dwergmispel (contoneaster) in het openbaar groen rond boomkwekerijen en fruitteeltgebieden gerooid. Bacterievuur (perenvuur) is een zeer besmettelijke ziekte die toen rond ging en een van de waardplanten was de Vuurdoorn. Het stuifmeel van een met perenvuur aangetaste boom/heester draagt de bacterie Spilocaea pyracanthae bij zich.  Perenvuur wordt verspreid onder andere door de honingbij.
Inmiddels is men er in geslaagd om die gevoeligheid voor perenvuur terug dringen door nieuwe kruisingen te maken waaronder "Golden Charmer" en "Orange Glow".   
 
De heester is ook te gebruiken als (bijna ondoordringbare) haag wordt dan 2 tot 3 keer per jaar met een heggenschaar geknipt. De hoogte en breedte zijn zelf te bepalen. Laat je de heester vrij groeien dan zal deze 4-6 meter hoog worden.
De bessen die in de herfst kleuren zijn een lekkernij voor de vogels. Wij mensen moeten daarvan afblijven ze voor ons giftig. Merels vinden in deze struik een goede nestgelegenheid door de ondoordringbaarheid.
 
De wilde Vuurdoorn is al eind zestiende eeuw in Europa.
De oorspronkelijke groeiplaats is het verre oosten - China.

 

 

Artikel in Bijenhouden jan.2009 10/11 : http://library.wur.nl/ojs/index.php/bijenhouden/article/view/12166/11669

prunus
Prunus incisa:
Cultivar, kojoh-no-mai
 
Naamggeving:  prunus en pruim  is een zeer oude benamingen voor plant en vrucht. Het woord stamt uit een van de vele oude talen uit Klein-Azië”; is vandaar overgenomen door de Grieken (proumnon = pruim / proumnee pruimenboom) vandaar komt het bij de Romeinen terecht (Prunus) en bij de Germanen, waar wij het weer aan ontlenen. Hieruit blijkt, dat de pruim al sinds oeroude tijden de weg gegaan is van vele oude handelsroutes
 
De Prunus is een steenvrucht met veel familieleden waaronder pruim, kers, abrikoos, amandel, perzik en sierheester soorten. Alle prunus familieleden zijn bijenplanten.  

Het geslacht Prunus hoort tot de Rosaceae (Rozenfamilie) en komt van nature voor in het Andes gebergte van Zuid-Amerika. Op het noordelijke halfrond in de gehele Verenigde Staten. Het zuiden van Canada, het noordelijke deel van Afrika en vanaf het westen van Europa tot in Noord-Scandinavië. Oostwaarts over geheel Rusland en China, de Himalaya, Korea en het noordelijk deel van Japan. Het geslacht, dat een 400-tal soorten omvat, is onderverdeeld in 5 ondergeslachten en 7 secties. In Nederland komen van nature twee soorten, P. avium
als boom (voornamelijk in Zuid Limburg) en als opgaande struik P. padus voor. 
 
In het voorjaar zijn er allerlei aanbiedingen in "groen". Zelfs grootgrutters doen mee met bollen, knollen, appel -en peren bomen in potten. Er stond heestertje wat ik nog niet eerder in het aangeboden voorjaars assortiment had gezien; Kleine stuikjes met veel bloemknoppen. 
Lees meer in de rubriek dracht

 

Foto: Jaap van Popering.
alt
Afgelopen zomer plaatste Jaap van Popering deze foto van de Lamsoor in de rubriek: "dracht".

Mijn gedachten gingen terug naar 1966 de eerste vakantie op eiland Terschelling, logeerde in pension Schoonoord.
Het dorp Hoorn waar pension stond was het voorlaatste dorp voor de Bosplaat waar toen de lamsoor begon te bloeien.
Had net 4 jaar bijen en alles wat "bij" was zag ik vliegen.
Bij een stevige westenwind vloog een baan bijen van de Bosplaat, 1 meter boven de grasberm die langs de weg lag, naar het midden van het eiland waar bijenkasten achter in een tuin stonden.
 
Orde: Caryophyllales
Familie: Plumbaginaceae (Strandkruidfamilie)
Geslacht: Limonium de meest bekende soorten: Vulgaire (Lamsoor), sinuatum, bellidifolium, virgatum en latifolium.
Geslacht: Armeria daarvan is het bekende soort: maritima (Engels gras)

Geslacht: Limonium.
Groeiplaatsen: Zonnige, op min of meer natte, slibrijke, niet te rijke voedsel, zilte grond (klei, slibrijk zand, en stenige plaatsen - de Alphen).

Het geslacht Armeria;
Groeiplaatsen: Zeedijken, zilte schorren, slikkige kwelders, lagere delen van kwelders, ondiepe kommen op lage kwelders, soms
binnendijks vlak achter de zeedijk en zeer zelden op kademuren van havens.

Kom je van deze geslachten bloeiende planten tegen zitten er zeker bijen op.
Meer over het geslacht Limonium in de rubriek: Dracht.