apis cerana, voorgeschiedenis

historische aspecten van- en filosoferen over bijen en bijenteelt.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Oude Essink
Erelid
Berichten: 3562
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

apis cerana, voorgeschiedenis

Bericht door Oude Essink » vr 28 dec 2001, 18:11

Met Electrapis (zie deze rubriek 16-11) bevonden wij ons in een periode van 40 miljoen jaren geleden. Rond 25 miljoen jaren geleden trad op het Noordelijk halfrond de afkoelingsperiode in, uitlopend op wat wij de IJstijden noemen. Bijen en haar aanverwanten verdwenen uit het gebied en er is weinig tot niets over haar bekend.
De Apis-soorten die thans onze aarde bevolken komen alle uit de tropische regenwouden van Z.O. Azië. Van de thans bekende zeven soorten verblijven er nog steeds zes in die warme streken; de zevende soort ( onze apis mellifera) is er weggetrokken.
Het volgende kaartje uit Ruttner geeft een duidelijk overzicht:

Afbeelding

Het paarsige gebied geeft het immigratiegebied van de apis mellifera aan (Europa en Afrika); ook deze bijen komen uit het Aziatische gebied. Het groene deel is het verspreidingsgebied
Van de apis cerana (de Indische honingbij waaraan onze mellifera het meest verwant is). In grote lijnen leven zij in het gebied met als noordelijke grens de lijn Kaboel '“ Peking en dan in een driehoek zuidwaarts tot en met Indonesië. Het gebied met het raatpatroon is het gebied gebleven van de tropische bijensoorten, die geen van alle ooit zijn verhuisd.
De tropische soorten zijn de meest primitieve soorten en de oudste. Het best bekend zijn de apis florea en de apis dorsata.


Wordt vervolgd
Afbeelding

Gebruikersavatar
Oude Essink
Erelid
Berichten: 3562
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: apis cerana, voorgeschiedenis

Bericht door Oude Essink » za 29 dec 2001, 16:22

Uit de bijensoorten die sinds 25 miljoen jaren de tropische regenwouden in Z.O.Azië bevolken, ontwikkelde zich als oudste de Apis Florea ; de Dwergbij. Minstens 10 miljoen jaren oud, is zij de kleinste van de bijensoorten. Aan Droege kon ik een fotootje ontlenen en bewerken:

Afbeelding


De bij leeft in de open lucht op een raat van handgrootte; deze ene raat krult rond een tak
of hangt aan een overhangende rots of dakoversteek. Zo'n volk bestaat uit plm.5000 bijen; de honing (1 pond tot max. 1 kg.) slaan zij bovenin de raat op, waardoor deze een verbreding krijgt en een soort dansvloer vormt; hierop voeren zij de dans uit rechtstreeks in de richting van de drachtbron.
In de open lucht zijn zij een gemakkelijke prooi voor rovers; tegen mieren beschermen zij zich door de tak te bestrijken met propolis, waarop de mieren blijven kleven; verder bouwen zij haar nest zo onopvallend mogelijk in struiken of verborgen hoekjes.
Evenals de andere soorten in de tropen zwermen zij snel uit als droogte, gebrek aan dracht
of vijanden het nest belagen. Bij dit uitzwermen nemen zij haar honing en was mee.
Behalve deze trekzwermen vormen zij uiteraard ook vermeerderingszwermen.
Inmiddels zijn er meerdere soorten ontdekt van deze Dwergbij. Wij spreken van meerdere soorten, wanneer deze door isolatie zover uiteengegroeid zijn, dat onderlinge paringen geen
nageslacht meer op kunnen leveren.
Dwergbijen komen voor in Z.O.Azië en vervolgens via India tot aan de Perzische golf.
In de Sudan heeft men inmiddels ook dwergbijen ontdekt; deze moeten daarheen gebracht
zijn!!


hennie oes
wordt vervolgd
Afbeelding

Gebruikersavatar
Oude Essink
Erelid
Berichten: 3562
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: apis cerana, voorgeschiedenis

Bericht door Oude Essink » zo 30 dec 2001, 16:14

Apis dorsata F. (de Reuzenbij)

Afbeelding

Het fascinerende boek 'De Honingjagers van Nepal'

Piet Jager
Berichten: 2128
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: apis cerana, voorgeschiedenis

Bericht door Piet Jager » zo 30 dec 2001, 23:21

Dappere honingjagers uit Nepal met een voorbeeldige kijk op de natuur.

In de Himalaya leven 200 soorten bijen, elk in hun eigen ecosysteem. De reuzenhoningbij (Apis dorsata laboriosa) is de grootste en meest agressieve. Ze is al eeuwen beschreven maar pas de laatste jaren echt bestudeerd. Ze leeft tegen de rotsen op 1200 tot 3500 meter hoogte. In diezelfde Himalaya leven anno 2001 ook dappere honingjagers. Wellicht zijn zij een van de laatsten op aarde welke nog vrijwel uitsluitend van de honingbij leven. Op 25 mei 98 zag ik ze aan het werk in de serie Wildlife and Nature op RTL 4. Ik werd zeer getroffen door hun grote verbondenheid met de natuur en met elkaar. Ongeletterd, arm maar toch rijk weten zij als geen ander dat kaalslag van bos fnuikend is voor mens en dier. Een bron van inspiratie welke mij noopte hier iets over op te schrijven.

Ik heb het over de honingjagers uit Kathmandu een dorpje gelegen op zo`n 3000 meter hoogte op de zuidflanken van de Himalaya in midden van Nepal. Ze behoren tot de Gurungs, een etnische groep, van oorsprong vooral honingjagers en soldaten, nu een groep die hoofdzakelijk leeft van de landbouw. Slechts enkelen zetten de traditie van het honingjagen van hun voorvaderen voort gewoon omdat het niet anders kon. Ze erfden te weinig land of waren te tenger om te vechten voor de Britse en Indiase legers. Aan de hand van grottekeningen uit India, Zuid-Afrika en Spanje hebben we kunnen nagaan dat de traditie van honingjagen minstens teruggaat tot in de prehistorie. In een grot nabij Valencia in Spanje is een grottekening aangetroffen van 6000 jaar oud. Het betreft een honing verzamelende persoon , vermoedelijk een vrouw, staande op een touwladder met in haar arm een mand en bezig een nest van het gele goud te beroven.

In mei, na de eerste volle maan na de geboorte van Boeddha, gaat een oude Gurung in de film alvast op verkenning uit. Op zo`n 300 meter boven zijn dorp tegen de steile rotswanden vindt hij 11 nesten van elk zo`n 2 meter doorsnede. Het zijn de grootste nesten ter wereld. Hij kijkt of de bijen al tegen het zwermen aan zijn want dan is de oogst het grootst. Nu dit het geval blijkt te zijn verwittigt hij zijn dorp en stelt een team van 7 mensen aan om de oogst binnen te halen.

Eerst moeten zij in een naburig dorp bamboe halen voor het maken van een touwladder. Dit is een secuur werkje. Het resulteert in een ladder van 180 meter lengte met 500 treden en met een gewicht van 150 kilogram! Dan wordt hij in een rivier gegooid om hem soepel te maken en daarna opgerold. Er zijn drie jagers nodig om samen een opgerolde touwladder te dragen. Barrevoets loopt men naar de bewuste rotswand. Het is een gewaagde en gevaarlijke klim. De westerse cameraman moet het vast moeilijk hebben zo tegen deze steile rotswanden. Eindelijk aangekomen wordt de ladder zo`n 150 meter boven het nest vastgemaakt. De bijen hangen als zwarte gordijnen rond de raten om te temperatuur van het broed zo goed mogelijk te houden. De overhangende rotsspleet biedt bescherming tegen regen en wind. De dragers rusten uit.

Op de grond onder het nest maken anderen alvast een reddingslijn en een groot vuur van hout. De rook verdrijft de bijen en maakt de goudgele raten zichtbaar. De steken van deze honingbij zijn niet geheel ongevaarlijk. Er zijn in het verleden al jagers voor wie de steken dodelijk afliepen. Daarom wordt vooraf via een rituele ceremonie de plaatselijke god van de jacht Pholo geschenken aangeboden. De Gurungs geloven in het hindoisme, het boeddhisme en in de theorie dat de natuur in handen is van de goden. Daarom moeten deze vooraf goed gestemd worden. Aan de hand van de dooiers van drie eieren (symbool van wedergeboorte) en de longen van een haan worden de voortekenen bestudeerd. Zijn deze goed dan kan de afdaling worden ingezet.

Alle honingjagers zijn gekleed in een wit hemd van vlas, een witte broek, een lendendoek en een vilten cape met capuchon, de `bokku`. Deze heeft de bruine kleur van de grond om minder op te vallen voor de bijen. Het gezicht, de handen en voeten van de jagers zijn echter onbeschermd (!) In de gordel steekt een gebogen hakmes. Steeds moeten luchtwortels worden weggehakt opdat de bengelende ladder hierin niet verstrikt kan raken. Dan waagt een oude jager zich in het diepe. Stilzwijgend met twee bamboestokken in de hand daalt hij de krakerige ladder af tot op tientallen meters hoogte boven de grond vlak onder het nest. Een nest dat groter is dan hijzelf. Nu maakt hij zich met een touw aan de ladder vast. Zo heeft hij zijn handen vrij. Hij geeft anderen het sein om de rook van het vuur dichterbij te brengen. De lucht wordt zwart van de bijen en de gele raat wordt zichtbaar. Van boven naar beneden zie je een krans van het verzegelde vloeibare goud, een krans met geel stuifmeel en onderaan broed in alle stadia. Eerst moet de broedraat worden verwijderd.
Iemand gooit een paar korte puntige stokjes aan een bamboetouw naar beneden. De jager op de ladder steekt ze aan zijn lange stokken en rijgt het touw door de broedraat m.b.v. de stokjes als een soort rijgnaalden. Dan wrikt hij het onderste deel van de raat los. De raat bungelt nu aan het touw. Boven laten andere jagers het touw zakken tot onder aan de rots.

Beneden staan de andere jagers klaar om de witte larven op te eten. Dit eiwitrijke voedsel geeft hun weer kracht. Van een deel van de larven wordt alvast het witte sap uitgeknepen om straks door de honing te mengen. Op dezelfde manier worden nu ook de stuifmeelraten naar beneden gehaald. Het stuifmeel is heldergeel en levert prima medicijnen op. Nu laat men een met geitenleer beklede mand van bamboe naar beneden zakken tot vlak onder het nest. Met zijn ene been en een lange stok houdt de oude man op de ladder de mand in evenwicht en met zijn beide armen en de andere stok wrikt hij de honingraten los en in de mand. De overtollige honing stroomt naar beneden en wordt aldaar door de dorpsbewoners in pannen opgevangen. Ze worden door de jagers niet verjaagd want als de oogst tegenvalt helpen zij de jagers met het betalen van belasting. Dit keer is het bingo. De manden zit vol met honingraat. Onder aan de rots wachten de jagers op het neerlaten van de mand.

De raten worden daar ter plekke met de hand uitgeknepen, door een bamboemand gezeefd en in kannen gedaan. De oogst was deze keer 18 liter per nest!

Nu moet de oude man de honing nog keuren. Als de kleur in zijn ogen teveel afwijkt vertrouwt men haar niet en gaat men er van uit dat de honing giftig is. Alle moeite is dan tevergeefs geweest. Maar deze keer is de honing prima. De uitgeknepen raten worden in grote pannen in water opgekookt. De bovendrijvende was wordt afgeschept en in een kuil met koud water gekoeld. Dan wordt hij uitgeknepen en tot grote vierkante blokken gekneed. Het heet nu was. De was wordt geruild. Kunstenaars uit het dorp maken er souvenirs van of kaarsen door de was in gespleten bamboestokjes te gieten.

Els Kleijnendorst
Berichten: 976
Lid geworden op: zo 07 jan 2001, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: apis cerana, voorgeschiedenis

Bericht door Els Kleijnendorst » ma 31 dec 2001, 13:07

In 1995 heb ik in Nepal een wandelingetje gemaakt. Tijdens deze tocht heb ik natuurlijk '“ imker eigen '“ speciaal gelet op de bijen en hun behuizing. In Kathmandu en de laagvlakte daaromheen heb ik geen bijen of bijenstanden gezien. Ze zullen er ongetwijfeld wel zijn, maar in het gebied rond Kathmandu waar je als toerist komt, zijn bomen en bloemen zo schaars dat er ook weinig voor bijen te halen zal zijn. Bovendien wordt ieder vlak stukje land gebruikt om groenten of rijst op te verbouwen.

Mijn eerste kennismaking met bijen had ik dan ook pas na een paar dagen lopen.
Zoals u wellicht weet ontbreken de wegen in het Nepalesche gedeelte de Himalaya. Het gebied rond de Annapurna gebergte is alleen via smalle voetpaden en enkele kleine vliegvelden te bereiken. Over die voetpaden gaat alle '˜verkeer', mensen en pakezels of ?paarden en wordt het gehele gebied bevoorraad. Elkaar passeren is moeilijk, een der partijen doet een stapje opzij, vaak op de rand van de afgrond, om diegene met de zwaarste lasten doorgang te verleden. En alle mensen, hoe zwaar beladen dan ook, springen opzij als een karavaan van ezels of paarden in aantocht is. Gelukkig wordt hun komst altijd aangekondigd door bellen die de dieren om hun nek hebben hangen, want beladen met grote zakken en pakken op de rug en flanken stormen zij over het pad en hebben de gehele breedte nodig.

Langs dit pad liggen ook de dorpen. De huizen zijn op ca 1000 meter nog vaak bouwsels met aan 3 kanten wanden en een dak, aan de voorzijde open. Toen ik een van deze huizen passeerde klonk daaruit een enorm geschreeuw. Het behoort tot de algemene beleefdheid om de huizen niet binnen te kijken, maar dit was zo alarmerend dat ik toch aan de gids vroeg wat er aan de hand was. 'Oh, er is iemand gestoken door een bij'

Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 37 gasten