Het overlijden van Piet de Jager leek mij in één jaar meer dan voldoende om te verwerken en nu tot ons grote verdriet voegt zich daar Ed Pieterse bij; Piet de Jager hadden wij zien aankomen, Ed is, voor mij althans, ons volkomen onverwacht en veel te jong ontvallen.
Wie het in onze kringen over Ed Pieterse heeft, denkt daarbij onmiddellijk aan de Primorki-bij en aan de stichting “De Duurzame Bij”.
Voor nieuwelingen op dit forum een korte toelichting:
Primorski-bijen zijn mellifera bijen uit Primorskiy Krai, het gebied rond Vladivostok; zij vormen geen apart ras; het zijn hybriden van de apis mellifera.
Het district Primorskiy Krai ligt ver in Siberië en grenst aan de Japanse zee, China en Nrd.Korea. De hoofdstad Vladivostok werd in 1860 gesticht en is de grote havenstad die Rusland verbindt met het Oosten. Het gebied is voor 80% dicht bebost, waarvan de linde een groot bestand uitmaakt. Een geweldig gebied voor bijen. Van oudsher leefde in dit gebied een andere bijensoort, dan de Mellifera die wij hebben. Het is het gebied van de
Apis Cerana, de Oosterse honingbij.
Imkeren met die bijensoort is te doen maar is lastiger en de opbrengst is aanzienlijk minder dan die van onze apis mellifera. Het is te begrijpen, dat imkerijbedrijven uit die streek het graag wilden proberen met onze mellifera.
In 1792 werden de eerste Mellifera’s het gebied binnen gebracht; dat moeten toen de “Zwarte bijen” geweest zijn. De Cerana’s waren vertrouwd met de Varroa mijt en kenden geen problemen; anders dan de geïmporteerde Mellifera’s die van de Cerana’s de Varroamijt over namen zonder enige bescherming ertegen.
De Transsiberische spoorlijn, die het gebied met Europa verbindt werd aangelegd tussen 1891 en 1916; hij loopt van Moskou naar Vladivostok. Een stroom van kolonisten kwam vervolgens op gang. Kolonisten vooral uit de Oekraïne (10.000 km.!) namen vele bijenvolken mee naar dit voor bijen zo vruchtbare gebied. Dit moeten naar gebruik in die tijd Ligustica’s, Carnica’s en Kaukasische bijen geweest zijn. Al deze bijenrassen vermengden zich daar en vormen samen wat wij nu noemen de
Primorski bij. Zij worden gehouden in een vergrote Langstroth-kast. De winters zijn er zo koud (-40o), dat de volken in schuren worden gezet; de zomers zijn er heet.
In 1994 kwamen Amerikaanse onderzoekers naar het gebied; Amerika werd inmiddels ernstig bedreigd door de Varroa; door het gesleep met volken was de mijt van Primorskiy naar Europa en vandaar naar Amerika gekomen.
De Mellifera’s in Primorskiy Krai hebben inmiddels een eeuw ervaring met de mijt en weten zich beter aan te passen en staande te houden . In de loop der tijden hebben deze Primorski-bijen een eigen weerstand ontwikkeld tegen de mijt.
In ’95 en ’96 voerden de Amerikanen tests ter plekke uit die uitwezen, dat de besmetting geringer is dan die bij de bijen in Amerika; daarna besloot men te proberen met deze Pimorki een mijtresistent ras te telen. Vele moeren werden daartoe naar Amerika gebracht en nog later vandaar naar Europa om te onderzoeken of zij misschien een oplossing kunnen bieden voor het Varroaprobleem.
Met zijn stichting “De duurzame bij” heeft Ed zich jarenlang intens bezig gehouden met de teelt en de promotie van deze bij, in een poging een resistent ras te telen en zo de Varroa het hoofd te bieden zonder specifieke bestrijdingsmiddelen.
Op ons forum hebben wij destijds intense discussies gevoerd over de Primorski bij en de vooruitzichten van de teelt; ik heb altijd grote waardering gehad voor de enorme betrokkenheid en de zakelijke en geduldige bijdragen van Ed.
De toekenning van subsidiegelden door de Europese unie kunnen een erkenning en een bekroning zijn van zijn werk. Uitermate jammer, dat hij ons nu moet ontvallen. Wij hopen, dat de stichting zijn werk voortzet.
De familie van Ed en zijn vrienden condoleren wij van harte met dit verlies.