Jeroenvt schreef:
En dat is een zweefvlieg (twee vleugels), geen bijtje (vier vleugels, geen twee gele vlekken op het achterlijf). Een Eristalis, maar de precieze weet ik niet, heb ik vroeger veel gedetermineerd, maar dat was vroeger... Ik zal nog even in mijn boeken kijken.
Ik leer kinderen, dat ze moeten letten op het wel of niet aanwezig zijn van duidelijke antennes. Zie je duidelijke antennes (natuurlijk samen met de doorzichtige vleugels) dan heb je met een bij of wesp te maken. Zie je geen duidelijke antennes, dan heb je met een vlieg te maken. Bij bijen/wespen haken de vleugels mooi ineen en kun je zo op het oog niet zien of je met 2 of 4 vleugels te maken hebt. De antennes of het ontbreken ervan kun je wel goed zien.
Zie je vervolgens een wespentaille, oftewel zit het achterlijf met een zeer dun stukje aan het bovenlijf vast, dan heeft het beestje ook een angel en moet je voorzichtig zijn.
Inmiddels vergist zich zo geleerd, zelfs m'n dochtertje van 5 zich niet meer en durft klakkeloos bladwespen (zonder wespentaille) of zweefvliegen (zonder duidelijke antennes) beet te pakken.
Kleuren zijn in de insectenwereld zeer misleidend; hier kun je niet veilig op af gaan. Zo heb je veel bijen en wespen look-a-likes in de vliegenwereld en de meest uiteenlopende kleuren en groottes in de bijen- en wespenwereld (blauw, geel, rood, zwart, bruin etc.).
Uiteraard zijn er op iedere regel uitzonderingen(!), maar ik vind zelf het bovenstaande een goede manier om kinderen (en volwassenen) het basisverschil te leren.
Erik