Sneeuwklokjes
Geplaatst: vr 08 dec 2000, 16:05
SNEEUWKLOKJES
Als U deze Gorsselse "Vliegplank" (maart '93) onder ogen krijgt, zullen de sneeuwklokjes wel massaal in bloei staan. Ook de krokussen zullen laten zien hoe mooi ze zijn, maar over deze juweeltjes wil ik deze keer niet schrijven.
In mijn tuin ben al jaren bezig met het poten en verpoten van sneeuwklokjes. Aan bijen dacht ik aanvankelijk nog niet. Ik vond het gewoon een lente-kick geven, als de klokjes bij 10 graden boven nul, open gingen en de bruingrauwe grond hierdoor uit zijn winterse depressie haalden.
Nu ik bijen heb, vind ik die voorjaarsuitbarsting helemaal een feest. De eerste bijen snorren in februari naar buiten en vliegen, beladen met oranje sneeuwklokjesstuifmeel, de kast binnen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Als ik die vlieg-show weer zie, is voor mij het bijenseizoen pas echt begonnen!
In het "Deventer Dagblad" van 28 januari schreef Theo Schildkamp een artikel over sneeuwklokjes. Ik zal wat wetenswaardigheden uit zijn artikel voor U noteren. Uit het boek "Beschermd - Bedreigd'' (81) , geschreven door Piet van Zalinge, zal ik eveneens wat teksten plukken
Het sneeuwklokje (Galanthus nivalis) behoort tot de narcisachtigen. Er zijn een zestal sneeuwklokjes te onderscheiden. Sneeuwklokjes zijn afkomstig uit Mediterrane streken en met name de gebieden rond de Zwarte Zee. Middeleeuwse hoge heren hebben ze ons land ingevoerd, waarna de klokjes, eenmaal ontsnapt uit parken en kloostertuinen, alom verwilderden.
De bloem lijkt wit, terwijl ze feitelijk geen kleur heeft. Als U het bloemblad fijn knijpt, is ze glashelder geworden. De lucht die zich tussen de bladcellen bevond, is dan weggeperst. Het waren deze luchtbelletjes die het invallende licht weerkaatsten naar alle richtingen. Verstrooid licht zien wij als wit ....Vandaar!
De bol van het sneeuwklokje is giftig en veroorzaakt ernstige ontregeling van de spijsvertering. Planteneters blijven er wel vanaf. De bol onder de grond vermeerdert zich na de bloei, tot een aantal nieuwe bol-len. Op die manier kan een enkele plant zich op eigen houtje vermeerderen tot een kleine kolonie. Een dergelijke kolonie verstevigt de concurrentiepositie ten opzichte van andere plantensoorten. Zijn er eenmaal bestuivende insekten voorhanden, dan trekt een groep bloemen eerder hun aandacht dan een eenzame eenling. Niet bestuivende insekten worden eenvoudigweg geweerd.
De blaadjes en de stengel van het sneeuwklokje zijn voor knaag- en pikgrage dieren niet erg aantrekkelijk. Vlijmscherpe naaldvormige kristalletjes in de bladcellen maken de groene delen onappetijtelijk.
De sneeuwklokjesstengel is niet alleen van een waslaagje voorzien om vochtverlies en dus warmteverlies tegen te gaan, maar ook om zich bijvoorbeeld mieren van het lijf te houden, die graag een hapje stuifmeel lusten. De kleine smulpapen zijn niet in staat om tegen de gladde was omhoog te kruipen! (theorie Schildkamp) Volgens Van Zalingen is het voor een mier niet mogelijk om bij de nectar te komen omdat de omgebogen bloemstengel,waaraan de zware bloem hangt, een te grote hindernis vormt voor de mier. Toch heeft het voorjaarsbloempje veel aan de mieren te danken, want heeft het bloempje, dank zij het bezoek van hommels en bijen, zaad weten te produceren, dan zijn het de mieren die deze zaadjes door de tuin slepen. De zaden zijn voorzien van een vetbolletje (elaiosoom), waarop mieren verzot zijn. Het vet wordt afgeknaagd en het zaad wordt ongedeerd gelaten en kan ver van de moederplant uitgroeien tot een nieuw sneeuw-klokje en uiteindelijk weer tot een nieuwe kolonie.
En zodoende ...word ik ieder voorjaar blijer en blijer!
Frans van Tongeren
(het vermenigvuldigen van sneeuwklokjes kan reeds geschieden als de bloei ten einde loopt. U graaft de bollen met stengel en bloem uit en verdeeld ze over het terrein. In het begin wat water geven tot de plantjes weer fier overeind staan.)
Als U deze Gorsselse "Vliegplank" (maart '93) onder ogen krijgt, zullen de sneeuwklokjes wel massaal in bloei staan. Ook de krokussen zullen laten zien hoe mooi ze zijn, maar over deze juweeltjes wil ik deze keer niet schrijven.
In mijn tuin ben al jaren bezig met het poten en verpoten van sneeuwklokjes. Aan bijen dacht ik aanvankelijk nog niet. Ik vond het gewoon een lente-kick geven, als de klokjes bij 10 graden boven nul, open gingen en de bruingrauwe grond hierdoor uit zijn winterse depressie haalden.
Nu ik bijen heb, vind ik die voorjaarsuitbarsting helemaal een feest. De eerste bijen snorren in februari naar buiten en vliegen, beladen met oranje sneeuwklokjesstuifmeel, de kast binnen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Als ik die vlieg-show weer zie, is voor mij het bijenseizoen pas echt begonnen!
In het "Deventer Dagblad" van 28 januari schreef Theo Schildkamp een artikel over sneeuwklokjes. Ik zal wat wetenswaardigheden uit zijn artikel voor U noteren. Uit het boek "Beschermd - Bedreigd'' (81) , geschreven door Piet van Zalinge, zal ik eveneens wat teksten plukken
Het sneeuwklokje (Galanthus nivalis) behoort tot de narcisachtigen. Er zijn een zestal sneeuwklokjes te onderscheiden. Sneeuwklokjes zijn afkomstig uit Mediterrane streken en met name de gebieden rond de Zwarte Zee. Middeleeuwse hoge heren hebben ze ons land ingevoerd, waarna de klokjes, eenmaal ontsnapt uit parken en kloostertuinen, alom verwilderden.
De bloem lijkt wit, terwijl ze feitelijk geen kleur heeft. Als U het bloemblad fijn knijpt, is ze glashelder geworden. De lucht die zich tussen de bladcellen bevond, is dan weggeperst. Het waren deze luchtbelletjes die het invallende licht weerkaatsten naar alle richtingen. Verstrooid licht zien wij als wit ....Vandaar!
De bol van het sneeuwklokje is giftig en veroorzaakt ernstige ontregeling van de spijsvertering. Planteneters blijven er wel vanaf. De bol onder de grond vermeerdert zich na de bloei, tot een aantal nieuwe bol-len. Op die manier kan een enkele plant zich op eigen houtje vermeerderen tot een kleine kolonie. Een dergelijke kolonie verstevigt de concurrentiepositie ten opzichte van andere plantensoorten. Zijn er eenmaal bestuivende insekten voorhanden, dan trekt een groep bloemen eerder hun aandacht dan een eenzame eenling. Niet bestuivende insekten worden eenvoudigweg geweerd.
De blaadjes en de stengel van het sneeuwklokje zijn voor knaag- en pikgrage dieren niet erg aantrekkelijk. Vlijmscherpe naaldvormige kristalletjes in de bladcellen maken de groene delen onappetijtelijk.
De sneeuwklokjesstengel is niet alleen van een waslaagje voorzien om vochtverlies en dus warmteverlies tegen te gaan, maar ook om zich bijvoorbeeld mieren van het lijf te houden, die graag een hapje stuifmeel lusten. De kleine smulpapen zijn niet in staat om tegen de gladde was omhoog te kruipen! (theorie Schildkamp) Volgens Van Zalingen is het voor een mier niet mogelijk om bij de nectar te komen omdat de omgebogen bloemstengel,waaraan de zware bloem hangt, een te grote hindernis vormt voor de mier. Toch heeft het voorjaarsbloempje veel aan de mieren te danken, want heeft het bloempje, dank zij het bezoek van hommels en bijen, zaad weten te produceren, dan zijn het de mieren die deze zaadjes door de tuin slepen. De zaden zijn voorzien van een vetbolletje (elaiosoom), waarop mieren verzot zijn. Het vet wordt afgeknaagd en het zaad wordt ongedeerd gelaten en kan ver van de moederplant uitgroeien tot een nieuw sneeuw-klokje en uiteindelijk weer tot een nieuwe kolonie.
En zodoende ...word ik ieder voorjaar blijer en blijer!
Frans van Tongeren
(het vermenigvuldigen van sneeuwklokjes kan reeds geschieden als de bloei ten einde loopt. U graaft de bollen met stengel en bloem uit en verdeeld ze over het terrein. In het begin wat water geven tot de plantjes weer fier overeind staan.)