Stuifmeel van de paardebloem

[Frans vanTongeren]

07-05-2001 16:41
--------------------------------------------------------------------------------
Piet, jouw inbreng op dit forum is te vergelijken met de waarde van 'het eerste limiterende aminozuur'!

[Jelte Pieter Dijkstra]

07-05-2001 20:38
--------------------------------------------------------------------------------
He Piet,
Bedankt voor je duidelijke uitleg. Verder sluit ik mij helemaal aan bij F.v.T..
Alleen een ding nog, je zegt: "Het dierlijk weefsel is opgebouwd uit cellen die bestaan uit celwand en celinhoud."
Maar Piet, een dierlijke cel bestaat nooit uit een celwand, maar uit een celmembraan. Plantencellen hebben wel een cekwand.

P.S. Ook Pieterput heeft gelukkig wel eens een klein moment van onbedachtzaamheid.

J.P.D.

[Piet Jager]

07-05-2001 22:22
--------------------------------------------------------------------------------
Jelte & Frans,
Inderdaad, de plantencel verschilt van dierlijke cellen door het bezit van een buiten de celmembraan gelegen celwand. Ze hebben dus alle twee een celmembraan, alleen de plantencel heeft er nog een celwand omheen. Bedankt voor je opmerkzaamheid en correctie.

Ook Frans bedankt! (Weer een ster erbij! )

Putterpiet

[Piet Jager]

Jelte & Frans,
Toen ik gisteravond laat de forumkrant wilde samenstellen en verzenden, zag ik de reacties van Jelte en Frans. Aangezien het al erg laat was en ik mijn reactie daar nog vlug even aan toe wilde voegen, ging ik begrijpelijker wijze een beetje kort door de bocht. Vandaar nu een wat breder en vaktechnische uitleg.

Het dierlijk weefsel is opgebouwd uit cellen die bestaan uit celwand en celinhoud. De celinhoud bestaat overwegend uit protoplasma, waarvan eiwit een belangrijk bestanddeel is.
Eiwit is nodig voor de groei van jong leven en voor het lichaamsonderhoud. Lichaamseiwit kan uitsluitend uit voedingseiwit worden gemaakt.

Eiwitten kunnen in twee groepen worden onderverdeeld: enkelvoudige en samengestelde eiwitten. De enkelvoudige eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren.

Aminozuren kunnen worden onderverdeeld naar een bepaalde waarde die ze voor de bijen hebben, nl:

1.- noodzakelijke (essentiële) aminozuren. Deze kunnen niet door de bijen worden gemaakt en moeten in het voedsel aanwezig zijn.

2.- voorwaardelijk noodzakelijke aminozuren. Deze moeten alleen in bepaalde omstandigheden in het voer aanwezig zijn.

3.- niet-noodzakelijke aminozuren. Deze kunnen door de bijen zelf worden gemaakt.

Voor de vorming van lichaamseiwit zijn ongeveer 20 aminozuren nodig. Daarvan kan de bij er een aantal niet zelf maken. Deze moeten via het voedsel worden opgenomen. Als er tijdens de opbouw van lichaamseiwit één van deze aminozuren in onvoldoende hoeveelheid aanwezig (beschikbaar) is, stagneert de opbouw van het lichaamseiwit. Slechts wanneer het betreffende aminozuur weer beschikbaar is, kan lichaamseiwit weer opgebouwd worden.
Het aminozuur, dat het eerst in het minimum verkeert, wordt het eerste limiterende aminozuur genoemd. Een tekort aan het eerste limiterende aminozuur is de belangrijkste oorzaak van groeistoornissen.

Tijdens de bloei van de paardebloemen, bloeien er ook veel andere planten waar de bijen op vliegen en waar ze het ontbrekende essentiële aminozuur vandaan kunnen halen. Dus'¦, dan is er niets aan de hand. Kunnen ze nergens anders op vliegen en hebben ze geen voorraad van huis meegekregen, dan is er een probleem nl. het eerste limiterende aminozuur laat zich dan gelden.

In ons land komt dit eigenlijk niet voor. Nederland is één grote tuin. Desondanks blijft onverlet dat paardebloemstuifmeel door het ontbreken van een essentiële aminozuur op zichzelf minder waardevol is.

Zie hier het belang van mijn weten!
Frans mag nu de waarde meten!

Putterpiet