Heide 2002 (plus toevoegingen)

[Frans vanTongeren]

Vanmorgen zijn Willem en ik , met acht volken afgereisd naar 'DE Hoge Veluwe'. Van dit met hekwerk omsloten terrein bezitten wij het sleuteltje.
Het regende en druilde maar door. Willem had nog ouderwetse reisramen op de volken staan (terwijl hij gaasbodems heeft) en de bijen krioelden als reizigers die uit een stilstaande trein wilden ontsnappen.
We moesten, net als in het vorig jaar, de bonken pijpestrootje afsteken, maar nu had ik mijn houweel meegenomen en doet je toch wat minder zweten.
'Uche, uche, uche' ontsnapte mij en Willem vroeg wat of ik mankeerde. Dat heb ik hem niet uitgelegd. Het kwam door de scherpe zweetlucht die hij verspreidde als gevolg van het geram op die lompe bonken. Alles ruik ik ..en er tegen kan ik niet. 'k Ben nog net niet kotsmisselijk geworden!
Willem is heel precies. Zijn waterpas moest vaststellen of de kasten een aflopend dakje bezaten.
Voor de de vliegplanken lieten zakken, hebben we koffie gedronken in de Hyundai en ons een pietsie laten opdrogen.
Daarna mochten de bijen uitvliegen. Kriskras door de lucht en een verdwaalde steek was hun antwoord op een reis die hen niet beviel.
Maar..in de middag werd het zonnig op de heide en malle Erwin zegt dat het weer bijvriendelijk zal gaan worden.
Bijen.., tot over vijf weken!

[Jelte Pieter Dijkstra]

Vandaag heb ik genoeg gif binnen gekregen voor de hele winterperiode. Ik kan er dus weer ruimschoots tegenaan. Helaas moest ik flinke dotten rook gebruiken. Hele flinken zelfs. Terwijl ik de bijtjes uitrookte, dacht ik aan H.v.d. P.. Hij zou met afgrijzen het rookfestival hebben aangezien. Hij was onmiddellijk op z'n motor weggesnord '˜terug naar Oegstgeest'. Maar ja ik moest wel, ik heb geen handschoenen weet u nog wel?

Eerst heb ik de honing van de volken afgehaald en de minder kwaaien meteen gereed gemaakt voor het reisje naar de Hei. Poeh en nog een broed, waar moest ik er mee heen? In het middendeel kregen de volken alleen maar verzegeld broed mee. De buitenste ramen bezaten jong open broed. Zelfs op de plaats waar de kantramen zitten heb ik open broed neergehangen. Dat hindert niks. Integendeel zelfs. De komende drie weken is dit raam niet beschikbaar voor de '˜heidehunning'. Nee, die moet naar boven in de lage honingkamer, door het K.rooster.
Verder was het bijenproppen geblazen. Sommige kastjes zijn aardig gevuld. Zo erg zelfs dat het vanmiddag leek dat mijn volken net hadden gezwermd. Kasten met grote baarden. Maar tegen de avond, na drie uur stortregens, waren de bijen alweer aardig opgelost.

U kunt zich voorstellen dat ik de bijen vandaag nogal op hun donder heb gegeven. Eerst de honing eraf gehaald en vervolgens in de volken rommelen. Op een gegeven moment werden ze dan ook wat roofzuchtig. Dat kwam omdat ik te langzaam werkte. Zo'n werkje kan je beter wat later op de avond doen.
Momenteel is het lastig werken in de bijen. Ook wespen maken het de imker en de bijen niet bepaald gemakkelijk. Het schijnt zelfs dat van de wespen momenteel een ware plaag van heerst.
Morgenavond reis ik samen af naar de punt van Fryslân (en nog iets verder). Het lijkt een goed begin te worden op de Heide. Vanaf woensdag wordt het weer beter. Spannend zo'n eerste keer op de Hei.

J.P.

[Frans vanTongeren]

Mister Heather,

Met bijen kun je niet op de vuist gaan zonder handschoenen!
Ik maak me zorgen over je..Een normaal mens kan, geloof ik, 500 steken verdragen, maar voorzichtig moet je toch blijven. Gif werkt cumulatief en na verloop van een jaar of 12 tot 15 kan een grens worden overschreden. Dan sta je te kotsen in een hoekje als de bijen je eventjes niet zo aardig vinden.
Kees van Holland, immer met sigaar, werkt zonder kap en handschoenen.
Ik zag dat ie gestoken werd waar ik bijstond. Kees zei me dat ie zo nu en dan niet kan slapen van de jeuk. Volgens hem komt dat door het bijengif.
-
Je gaat 's avonds naar de hei heb ik begrepen. Wij gingen 's morgens vroeg en maakten 's avonds de kasten dicht. Als het donker wordt, zie je geen hand(een dikke) voor ogen. Het lopen op die hei wordt dan een stuk lastiger.
Maar ja..wellicht heb je donderdagochtend geen tijd voor de biekes!

[Frans vanTongeren]

Tringg..'met Van Tongeren!'
'Ja Frans met Arend. Staan die bijen van jou al op de hei?'
' Ja.. , vanaf afgelopen maandag.'
'Die van mij staan al anderhalve week op de hei en ze vliegen zooo goed. De hei bloeit nu voor 40% nu en je ziet ze binnenroetsen met stuifmeel.'
-
En toen zei ie wat om te onthouden..
-
',Frans, daar wordt ik toch zo blij van he..
Jij ..bent nog een jonge vent van 60, maar ik ben al 74 en dan is het heel mooi als je ergens weer blij van wordt!'

[Jelte Pieter Dijkstra]

Tussenvoeging(I)

XI
WAAROM BIJ VELE IMKERS DE HEIDEDRACHTR ZO VAAK MISLUKT.

Wij hebben er reeds verschillende keren op gewezen, dat de ontwikkeling van een bijenvolk ten nauwste samenhangt met de dracht.
Heel vaak staan onze bijen er in het voorjaar, als het lang koud en nat is geweest, slecht voor; de bevolking is nog zwak, er is nog weinig broed, de voedselvoorraad is gering; in de korven wordt geen nieuwe raat gebouwd.
Maar als dan het weer omslaat en allerlei gewassen een rijke nektar- en stuifmeelbron gaan vormen, verandert de toestand in een bijenvolk zienderogen. Na een week kennen wij het vroegere volk nauwelijks terug en nog een week later kunnen we zeggen dat ons volk er uitstekend voor staat. De oude raten zijn gevuld met honing, stuifmeel en broed; de lange stukken nieuwe raat liggen vol met larven en eitjes. En zelfs oude imkers staan verstomd over de oerkracht van hun bijen en vragen zich af, hoe het mogelijk is dat een volk in korte tijd zo veranderen kan.
Maar het tegengestelde komt ook voor en in ons land op vele plaatsen zelfs als regel. In vele streken is er een goede zomerdracht van ± 10 juni tot 20 juli, maar dan is het ook vrijwel geheel afgelopen, althans de eerste 3 à 4 weken. In de fruitstreken is het dan voorgoed gedaan en worden de volken, na het afnemen van de honing, langzaam aan met suiker opgevoerd teneinde nog flink wat broed te krijgen, wat tot gevolg heeft, dat de volken in het voorjaar veel bijen hebben om de fruitbloemen te bestuiven. In de streken waar nog heide voorkomt, gebeurt dit in de regel niet. Wel nemen de kastimkers hun volken de honing af, maar aan voeren wordt door velen niet gedacht.
En in de tijd van 20 juli tot 15 augustus, dus tussen zomerdracht en heidedracht, worden de meeste volken aan hun lot overgelaten, met het gevolg dat de broedaanzet hard afneemt en de honingvoorraad zo snel vermindert, dat men in het begin van augustus gedwongen is te voeren, ten einde de bijen niet laten de verhongeren.
Jammer genoeg toont deze achteruitgang zich veel minder duidelijk dan ene snelle groei in het voorjaar; door hert warme weer en de grote bevolking blijft de vlucht heel sterk. Ook is het dan vaak niet prettig om in de bijen te werken, want ze zijn dan meestal erg steeklustig en zeer geneigd tot roven.
Als deze volken nu naar de heide gebracht worden ziet men maar al te vaak gebeuren wat verwacht moest worden: de oude vliegbijen verdwijnen in korte tijd en als ertussen 20 en 30 augustus warm weer komt, hebben deze volken geen bijen meer om van deze dracht te profiteren.
Vaak vindt men op de heide, vlak bij elkaar, een bijenstal die het uitstekend gedaan heeft en een andere, die beter thuis had kunnen blijven. In vele gevallen zal de oorzaak hiervan zijn, dat de eigenaar van de eerste stal de suikerzak en de honington tussen 15 juli en 1 augustus niet heeft gespaard. Vroeger, toen in de zandstreken overal boekweit verbouwd werd, behoefde men niet te voeren in die tijd en tegenwoordig is het op plaatsen, waar veel dophei groeit niet nodig. Maar in de meeste zandsteken moet het fundament voor de heideoogst gelegd worden in de laatste helft van juli.
Oude schrijvers noemen vaak de overwintering het kunststuk van de imker; maar de tijden zijn veranderd en, met enige overdrijving, zouden wij willen zeggen: niet in de winter, doch tussen 15 juli en 16 augustus moet de imker zijn proefstuk tonen.Citaat uit:
HET LEVEN DER BIJEN
Dr. Ir. A. Minderhoud
RIJKBIJENTEELTCONSLENT


Bijgewerkt door - Jelte Pieter Dijkstra op 07/08/2002 22:34:04

[Jelte Pieter Dijkstra]

Vier van mijn zeven heidevolken hebben op de Bladrammenas gestaan en hebben tussen 15 juli en 1 augustus flink aan broed- en bijenwerving gedaan. Deze volken voldoen maximaal aan bovenstaande criteria. Ik zie met deze volken dan ook de heidedracht rooskleurig tegemoet.
De andere drie volken heb ik toch wel wat laten verpieteren, alhoewel ze allemaal over een jonge moer beschikken en wel flink broed hebben aangezet. Toch is de klad er ingekomen na de Lindedracht. (Zover je van een Lindedracht kunt spreken). Wel was ik zo aardig en mochten ze de zomerhoning zelf weer verorberen.
Tot nu toe gaat het zeer goed met de heide. Het begin van de bloei is nu goed begonnen. En aan de eerste criteria is ruimschoots voldaan; de heide is verzopen. Gisteravond was het dan ook kleien'¦'¦'¦'¦'¦ Nu hopelijk komt de '˜heamakker' tevoorschijn.



J.P.

P.S. Dat van H.v.d.P. kon best eens waar zijn.

[Jelte Pieter Dijkstra]

Gutenabend Herr Heide
Mijn buurman reist, netzo als jij Frans, liever '˜s-morgens. Dan heb je het licht voor je. Anders heb je het licht achter je, zegt ie altijd. En gelijk heeft ie. Maar ja als je een werkende jongere bent zoals ik'¦'¦(Je had het goed opgemerkt Frans dat ik in de ochtend geen tijd had voor de biekes.)
Momenteel zit ik in de ochtenddienst (van 06.00-14.00) van het enige destructiebedrijf in Nederland. Leuk sfeertje en er werkt daar ook nog een imker. Dus bijenpraat op de werkvloer.
Met de bijen, met het vakantiewerk, met mijn vast baantje op zaterdag, met het schrijven van forumartikeltjes heb ik het druk zat. Een werkweek van 80 uur is niet ondenkbaar. Ik ben na het wegbrengen van de heidevolken wel een beetje uitgeblust. In die zin mag je zorgen maken Frans. Ik heb besloten om de bijen niet meer weg te brengen naar nog een dracht. Pff ik ga nu beginnen met invoeren en verenigen. 'Ik ha skjin myn nocht!'

[Gerard Boswinkel]

Hoi Frans en andere heitjers,

Frans jij schreef:
'Die van mij staan al anderhalve week op de hei en ze vliegen zooo goed. De hei bloeit nu voor 40% nu en je ziet ze binnenroetsen met stuifmeel.'

Twee jaar geleden ging ik eind augustus bij mijn bijen kijken. De bijen van mij staan in de bosrand. Even ervoor stond nog een imker met vier kasten. Hij was aan het kijken hoe zijn bijen vlogen. Natuurlijk even met hem gepraat. Hij vertelde mij dat hij erg dichtbij het heideveld woonde en er elke dag wel even ging kijken. Deze man was een echte heitjer van hij oogstte alleen de heidehoning. De andere honing liet hij gewoon in zijn volken zitten.

Op een bepaald moment kregen we het over de kleur van het stuifmeel van de hei. We waren het er samen snel over eens dat dit grijs van kleur was. Toen vroeg ik hem: Waarom zie ik die kleur nu dan helemaal niet?" Zijn antwoord was kort maar krachtig. Ik zie ook liever niet dat de bijen stuifmeel op de heide halen want dan honingt de heide niet.

Waarschijnlijk zal dit wel iets te maken hebben met die uitspraak die Piet doet dat de heide moet stuiven. Ooit heb ik eens iemand horen beweren dat dit het stuifmeel van de heide is

Als ik die meneer moet geloven en het verhaal van jou collega zo beluister dan kon het met het "goed gaan op de heide" wel eens tegenvallen.

Gerard

[Frans vanTongeren]

Dag Gerard, ik zal je verhaal maar niet doorvertellen aan Arend!
-
JP bracht Minderhout mooi in beeld.
Wat die man opschrijft, verklaart de 'verdwijnziekte', in het voorjaar.
-
Vanmiddag fietste ik op en neer over de paarsomzoomde Holterbergweg. Daar zit een helling in van 10% en toen dacht ik: 'Hoe lang nog..(zucht) houd ik dit vol. Wanneer breekt de tijd aan dat ik moet gaan lopen?'
Over een sneeuwwit zandpad liep ik, samen met m'n racefiets, naar de locatie van de Zutphense imkers. Er stonden daar krap 30 kasten in carrevorm. Daar moeten dus 1.000.000 bijen samen zijn.
Ik kon het kijken niet laten en 'Volkert de bij' heeft me toen aangepakt.
Terug naar de Holterbergweg sprong ik weer op het zadel en genoot van de bloeiende heide. Toen zag ik een handschoen liggen aan de kant van de weg en 10 meter verderop nog een. Ze hadden lederen vingers en een leren kap. Ik rook aan de vingers. De bruine kleur wees mij er al op. Propolis, dus .. handschoenen van een imker.
Zojuist heb ik een van de Zutphenaren gebeld en een minuut geleden belde Gerrit de M. mij terug.
'Frans, vanmorgen heb ik de volken bekeken, samen met Willem V.
Het was een verschrikking. Ik ben met kap en al, lopend, naar de Holterbergweg gestapt met een wolk bijen achter me aan. Willem had zijn auto al aan de praat gekregen. Ik legde mijn handschoenen op het dak en trok vervolgens alles uit. We stoven weg en mijn handschoenen.. die heb jij dus gevonden!'
Gerrit', zei ik, 'haal ze maar op en..vergeet je beloning niet.'





Bijgewerkt door - frans vanTongeren op 09/08/2002 22:45:39

[gerard.b.w.vos]

Drentsche imkers geven o.a. de volgende criteria aan voor een goede heidedracht.
In de modder de volken brengen en in het stof ophalen.

gerard.b.w.vos