kaarsen maken van bijenwas

Over producten voor bijen (suiker) en van bijen (was/honing/stuifmeel/propolis enz.), recepten, en over de therapeutische mogelijkheden van deze produkten.
Plaats reactie
Peter Bal
Berichten: 141
Lid geworden op: do 15 feb 2001, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

kaarsen maken van bijenwas

Bericht door Peter Bal » di 27 nov 2001, 21:50

Ik heb vorige week twee kaarsen gegoten van de was uit mijn zonnewassmelter.
Nu branden die kaarsen niet erg enthousiast. Een klein vlammetje, waardoor de kaars niet mooi afbrand. Ik heb ooit gehoord of gelezen dat bijenwas om geschikt te worden voor kaarsen eerst gezuiverd moet worden.
Heeft daar misschien iemand kaas van gegeten?

Groeten uit een regenachtig Limburg
Peter Bal

Willem Nagtegaal
Berichten: 1
Lid geworden op: zo 25 nov 2001, 14:25
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: kaarsen maken van bijenwas

Bericht door Willem Nagtegaal » wo 28 nov 2001, 22:37

Peter,

Volgens mij is zuivere bijenwas niet de meest geschikte grondstof voor kaarsen.
Mijn ervaring is, en ook die van anderen, dat een toevoeging van stearine de levenduur en kwaliteit van het kaarsenbranden doet verbeteren. Een alternateif is het tovoegen van parafine.
Als ik je goed begrijp giet je de kaarsen. Een ander methode is het dopen van kaarsen. Als je wil weten hoe dat in zijn werk gaat laatvdat dan even weten.
Andere vraag is de dikte van de lont die je gebruikt ook dat is een zaak die goed afgeregeld moet worden.

Groet Willem Nagtegaal

Gebruikersavatar
Hans van der Post.
Moderator
Berichten: 8254
Lid geworden op: di 21 nov 2000, 00:00
Imker sinds: 1962
Aantal volken: 14
Bijenras(sen): F1 carnica VSH
Locatie: Oegstgeest
Contacteer:

Re: kaarsen maken van bijenwas

Bericht door Hans van der Post. » do 29 nov 2001, 11:54

Kaarsen maken.

Ik maak dompelkaarsen van eigen was.
Hoofdzakelijk van zegelwas. Ik heb tussen de tien à twaalf volken waarvan ik slinger. Verder komen er nog 10 imkers bij mij slingeren deze laten hun zegelwas bij mij. Dit als vergoeding voor het gebruik van de slinger deze is elec. De zegelwas wordt eerst door de zon op gesmolten. Vandaar dat ik wat was over heb. Voor de kleur en geur doe ik er wel wat was bij afkomstig van broedraten ook deze schone was is afkomstig uit de zonnewassmelter.

Op de laatste zaterdag voor kerst begint het feest.(vanaf 1981) Ik heb een lat van 2,50 mrt. waar ik op afstand schroeven heb ingedraaid deze steken er 1.5 cm. uit daarover heen kunnen de lonten hangen, totaal 16 paar. Dit aantal is belangrijk!
Om een goede kaars te krijgen (goede vorm) is het nodig dat de kaars de tijd krijgt om af te koelen. De temperatuur van de was en van de omgeving spelen daarbij ook een rol. Dit kan je doen door bv bij het maken van meer kaarsen of door te wachten. Als je te snel weer dompelt komt er te weinig was aan de kaars doordat de kaars nog te warm is. Maar te koud is ook niet goed.

Een voorbeeld; als ik bij het maken van die 16 paar kaarsen de keukendeur openlaat waardoor de temp. tot 14c. daalt worden de kaarsen te koud, als ik ze na de volgende dompeling weer afkoelen wordt het luchtlaagje wat tussen de twee laagjes was zichtbaar. Het lijkt wel het "kaarsvet" verschijnsel bij honingpotten die bij het vullen te koud zijn waardoor bij het kristalliseren er "lucht" tussen de honing en het glas te zien is.
Vandaar dat ik de lucht en de vloeibare was nauwkeurig in de gaten houd.Bij 16 paar kaarsen op een rij de temp. van de keuken is 18c. en van de was 80c dit lijkt wat pietje precies maar dit geeft de beste resultaten bij mij. En ook de kortste tijd van het maken van 16 paar kaarsen.

Wat ook belangrijk is de pit, hoe dikker de pit hoe dikker de kaars. Zelf gebruik ik een vrij dunne pit, hoe moet ik dat omschrijven ik weet het niet. Jaren geleden heb ik mij een rol kaarsen pit aangeschaft bij een kaarsenfabriek in Warmond, daar zal ik nog minsten 10 jaar mee doen.
Bij het nameten is de kaars 33 cm.lang de voet van de kaars 17 mm. de top 11 mm. dik. gewicht 55 gram. en brand ongeveer 8 uur

De waskaarsen die in winkels verkocht worden moeten minimaal 35% was bevatten om waskaars te heten. De Kerkkaars heeft deze verhouding.

In mijn kaarsen zit 85% was en 15% stearine, dit om het smelttemperatuur van de kaars omhoog te brengen. Als ik puur was gebruik krijg ik druipkaarsen. Bij gebruik van paraffine gaat de smelt temperatuur niet voldoende omhoog. Paraffine is goedkoper.

Het dompelen van de kaars is ook een vak apart. De eerst keer dat de pit ingedoopt wordt in de vloeibare was gaat hij drijven, je ziet er dan lucht uit bruisen. na de tweede keer in dopen gaat dit wat gemakkelijker. Als de kaars driekwart op dikte is ga ik ze recht rollen op een glad oppervlak om mooie rechte kaarsen te krijgen. Dit kan natuurlijk bij de aantallen die ik maak.
Om een kaars te krijgen die niet een vorm heeft van een grote doorn, van de dikte nul naar 17 mm., doop ik de pit/kaars eerst helemaal in tot de gewenste diepte/lengte dan haal ik deze tot de helft op om vervolgens weer in te dompelen en dan op te halen en op te hangen op de voornoemde schroeven.
Hans.

Frans vanTongeren
Berichten: 2016
Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland

Re: kaarsen maken van bijenwas

Bericht door Frans vanTongeren » wo 12 dec 2001, 17:11

Wat zou Wil van Holland (zie boven) gezegd hebben willen hebben?
Misschien wel dit..:
http://www.landleven.nl/reportage2.html

Frans vanTongeren
Berichten: 2016
Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland

Re: kaarsen maken van bijenwas

Bericht door Frans vanTongeren » wo 12 dec 2001, 20:45

Met dank aan HemHen te Baarn
--------------------------
De geschiedenis van de Kaars

Het ambacht van het kaarsmaken is oud. Het was al bekend in het vóór-christelijke Rome. Knappe koppen namen strengen vlas en dompelden deze in gesmolten vet. Dit werd net zolang gedaan tot de 'kaars' dik genoeg was. De kaars brandde maar daar was dan ook alles mee gezegd; hij roette, walmde, droop en stonk!! Later gebruikte de Romeinse kaarsenmaker bijenwas en katoenen pit waardoor de kwaliteit beter werd.
Zoals tegenwoordig was er ook toen keuze. De Romeinse burgers konden kiezen tussen de goedkopere vetkaarsen en de betere waskaarsen. Dit alles was een kwestie van aanzien en geld! Het Romeinse leger bracht de kaars naar Gallië, Duitsland en Engeland. In de derde eeuw werd de kaars het symbool van kerkelijke handelingen. In het rijk van Karel de Grote werden in de staatsbedrijven en kloosters kaarsen gemaat, maar pas in de dertiende eeuw kent men in Duitsland het ambacht van Wastrekker. Zoals de wapen- goudsmid en leerbewerker behoorde ook de wastrekker tot de ambachtlieden die in hoog aanzien stonden, en waarvan de meesters het voorrecht hadden om degens te dragen.
Door het stijgens gebruik van bijenwaskaarsen werd de was erg prijzig. Bij kloosters kon men al met bijenwas betalen en in de late middeleeuwen kon er zowel met bijenwas als met goud betaald worden. Er kwamen harde wetten die bijenwasvervalsers harde straffen gaven.
---------------------------
Tegenwoordige grondstoffen.

Kaarsen worden tegenwoordig hoofdzakelijk uit paraffine en bijenwas gemaakt. Paraffine wordt uit aardolie gemaakt. Wanneer benzine, plastic, kleefstoffen, etc. verwijderd zijn blijft er zogenaamde 'Gatsch' over. Wanneer hieruit de resterende olie wordt gehaald heeft men paraffine. Hoe meer olie wordt verwijderd hoe zuiverder de paraffine. Voor het maken van dompelkaarsen is alleen zeer zuivere paraffine geschikt.
Bijenwas is één van de oudste grondstoffen voor het vervaardigen van kaarsen. Om één kilo bijenwas te krijgen moet één Bij ongeveer 40.000 bloemen bezoeken en ongeveer 10.000 km vliegen. De prijs van bijenwas is daarom ook een veelvoud van de paraffineprijs. Bijenwaskaarsen zijn mooi en ruiken lekker, maar de was is erg zacht waardoor de kaars tijdens het branden snel overloopt.
Kaarsepit wordt gemaakt van katoen. De katoenen draden worden verwerkt tot bundels van 3 tot 40 draden. De dikte van de pit wordt bepaald door de doorsnede van de kaars. Hoe dikker de pit hoe groter de vlam en hoe meer warmte er vrij komt. Smelt er te weinig was dan blijven de randen staan, smelt er teveel dan loopt de kaars over. De pit is de ziel van de kaars.
---------------------------
Kaarsen worden gegoten, geperst, getonkt of gerold.
-
Gieten : Hierbij wordt de was in tinnen vormen gegoten. Rondom deze vormen stroomt koud water waardoor de was sneller stolt.
-
Persen : Hierbij wordt paraffinepoeder in een vorm tot kaars geperst. Omdat relatief veel lucht wordt meegeperst zijn dit meestal kaarsen met slecht brandeigenschappen.
-
Tonken : Hierbij wordt de kaars bij herhaling in de was gedompeld, waardoor hij steeds dikker wordt. Tonken is de oudste manier van kaarsen maken. Het is een kunst en het vereist veel ervaring. Belangrijk is onder andere de wijze en frequentie van het dompelen; de temperatuur van zowel de was, de kaars en de omgeving. Tonken komt van het Duitse woord 'Tunken' hetgeen knikkenbollen betekent.
-
Rollen : Bijenwas kaarsen worden gerold. De was wordt tot een plaat gerold, de pit wordt er langs een zijkant ingeslagen waarna de plaat met behulp van een plankje tot een kaars wordt gerold.
-
Kaarsen werden tot ongeveer halverwege de twintigste eeuw vooral in kerken gebrand en uiteraard met kerstmis in de kerstboom (met daaronder een emmer met water). Sinds de jaren zestig wordt de kaars meer en meer gebruikt als sfeermaker in huis. Ook is er een enorme groei in de ontwikkeling van sierkaarsen gaande. Hierdoor heeft de kaars als cadeau een belangrijke plaats ingenomen in de geschenkenbranche. Echter de oorspronkelijke dompelkaars zal zowel wat betreft zijn vorm alswel zijn uitstekende brandeigenschappen elke tijdsgeest kunnen doorstaan, dat is de afgelopen tweeduizend jaar wel gebleken.
--------------------------
Ambachtelijk gemaakte kaarsen

Deze kaars is gemaakt volgens de oudst bekende methode. De Romeinen dompelden al strengen vlas in gesmolten vet en deden dit net zolang tot de kaars dik genoeg was. Romeinse legers brachten de kaarsen mee naar Gallië, Duitsland en Engeland. Sinds de dertiende eeuw kent men in Duitsland het ambacht van "Wastrekken". "Tonkkaarsen" ontstaan door het bij herhaling onderdompelen van een katoenen pit in gesmolten kaarsvet. Het woord "Tonken" komt van het Duitse "Tunken" wat zoveel als knikkebollen betekent.
Na elke dompeling blijft er een laagje was achter op de kaars. Dit is aan de onderkant van de kaars duidelijk te zien. De dikkere ringen laten zien waar de kaars een totale afkoeling heeft ondergaan. Iedere dikke ring bestaat weer uit eerder genoemde dunne laagjes.
Kaarsen tonken is een kunst en vereist veel ervaring. Deze kaarsen hebben een brandduur die gemiddeld éénderde boven machinaal geproduceerde kaarsen ligt.
Geef dikke kaarsen (vanaf 8cm) altijd de kans om goed op te branden; de vlam moet de tijd krijgen om ook de buitenrand vloeibaar te maken en de gesmolten was te verbruiken. Laat daarom dikkere kaarsen altijd meerdere uren branden. Druk na het doven van de vlam de rand iets naar binnen waardoor de vlam bij het opnieuw aansteken van de kaars, sneller een vloeibaar badje kan vormen. Knip alleen de eerste keer aan de pit en wel tot 1cm boven de kaars. Vermijd tocht en andersoortige luchtstroom, de vlam moet stilstaan.
Mocht zich onverhoopt toch een te hoge opstaande rand vormen, snij deze dan ná het branden van de kaars met een mesje rondom af.
*********************************
Meer weten?
Surf naar:
http://www.hemenhen.nl/




Edited by - frans vantongeren on 12/12/2001 20:56:41

Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 44 gasten