Kamerbrief over het fenomeen bijensterfte

Deze rubriek is bestemd voor berichten, die niet in de andere rubrieken passen.
Plaats reactie
pieter1
Berichten: 444
Lid geworden op: do 07 sep 2006, 10:43
Imker sinds: 2005
Aantal volken: 10
Bijenras(sen): bastaard
Locatie: Nederland
Contacteer:

Kamerbrief over het fenomeen bijensterfte

Bericht door pieter1 » vr 04 jul 2008, 08:05

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp doorkiesnummer bijlagen
D i rectie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u antwoord op de vraag van de vaste Kamercommissie voor LNV over
bijensterfte, gesteld in de procedurevergadering van 1 juli 2008.
Het fenomeen van bijensterfte of ook wel verdwijnziekte genoemd is mij bekend. Op
verzoek van de Kamer heb ik in een brief van 11 april jl. (lnv0800258) reeds aangegeven
wat de stand van zaken aangaande de bijensterfte is. Samengevat komt het erop neer dat
er geen reden is tot paniek. Naast imkers die veel bijensterfte meemaken, zijn er ook die
geen bijensterfte meemaken. Het lijkt er wel op dat er meer volken doodgaan dan
vroeger. Dat is voor mij reden om het onderzoek te intensiveren en te verbreden.
Er wordt momenteel onderzoek gedaan door het instituut Plant Research International
(WUR-PRI), onderdeel bijen(APENSTAART)wur, naar de oorzaken van de bijensterfte. Dit onderzoek
richt zich met name op bestrijding van de Varroamijt, omdat dit nog steeds gezien wordt
als de belangrijkste factor in de bijensterfte. De sector besteedt reeds veel energie aan de
bestrijding van deze Varroamijt. Er zijn echter nog veel meer factoren die een rol spelen in
de bijensterfte. Daarom wordt er nu in het onderzoek breder gekeken naar andere
factoren die, in samenhang met de Varroamijt, van invloed kunnen zijn op de bijensterfte.
In het onderzoek wordt internationaal samengewerkt.
Gezien het feit dat bijensterfte een sluimerend probleem is waar waarschijnlijk verschillende
factoren aan ten grondslag liggen en waarover nog onvoldoende bekend is, vind ik
specifieke maatregelen, gezien het lopende onderzoek, te voorbarig. Ik zal daarom dan
ook geen vervoersverbod instellen in het kader van bestrijding van Nosema ceranae.
Uit eerder onderzoek is gebleken dat deze parasiet reeds verspreid in Nederland voorkomt
en een vervoersverbod is dus geen effectieve maatregel. Daarnaast is nog niet helder of en
hoe groot het eventuele aandeel van deze parasiet in het complex van de bijensterfte is.
De eventuele rol van de Nosema in de bijensterfte maakt dan ook onderdeel uit van
eerdergenoemd onderzoek waarvan ik de resultaten dit najaar aan uw Kamer zal
toezenden.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Voedselkwaliteit
en Diergezondheid
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
1 juli 2008 08-LNV-B-90 VD. 2008/1363 2 juli 2008
Nosema ceranae besmetting in
bijenvolken op Texel
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
2 juli 2008 VD. 2008/1363 2
Het Nederlands Centrum voor Bijenonderzoek heb ik naar aanleiding van hun brief reeds
uitgenodigd voor een gesprek.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

Romée van der Zee
Berichten: 1218
Lid geworden op: di 14 nov 2000, 00:00
Contacteer:

Re: Kamerbrief over het fenomeen bijensterfte

Bericht door Romée van der Zee » vr 04 jul 2008, 22:38

Een korte toelichting

De hierboven aangegeven brief van de minister LNV is een reactie op onderstaande brief die door ons aan minister Verburg van LNV werd verstuurd.

Ministerie van Landbouw
t.a.v. Minister G. Verburg
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
Datum: 27 juni 2008
Betreft: Nosema ceranae besmetting op Texel

Geachte mevrouw Verburg

Door het Nederlands Centrum voor Bijenonderzoek wordt een landelijk meerjaren onderzoek naar de mogelijke oorzaken en ontwikkeling van de optredende bijensterfte uitgevoerd. Uit recent onderzoek blijkt dat een nieuwe eencellige parasiet, Nosema ceranae, in aanmerking komt als belangrijke factor in het complex van mogelijke oorzaken voor de verdwijnziekte, ook wel colony collapse disorder genoemd. Nosema ceranae is door ons in augustus 2007 voor het eerst vastgesteld in Nederland. Uit de bemonstering in mei j. l. in 300 bijenvolken over het land verspreid, blijkt dat deze parasiet in het merendeel van de bemonsterde volken voorkomt.
Op Texel zijn 50 volken bemonsterd waarbij Nosema ceranae op 2 standen is aangetroffen. In de plaatselijke politieverordening is import van bijenvolken verboden. Nosema ceranae sporen laten zich echter goed verspreiden via imkermateriaal. Beide positief geteste standen worden beheerd door imkers die niet wonen op Texel, zodat de transmissie vermoedelijk via besmet materiaal verlopen is.
Texel is de laatste regio waar nog veel genetisch materiaal van de oorspronkelijke Nederlandse bij Apis mellifera mellifera aanwezig is. Een sterfte zoals in de Randstad (+50%) deze winter moet ook om die reden voorkomen worden. Wij verzoeken u daarom contact met uw ministerie om te overleggen over:

- Een maatregel van bestuur voor Texel waarbij import van bijenvolken en gebruikt bijenmateriaal wordt verboden

- Het verwijderen van de volken en het bijenmateriaal op de 2 besmette standen.

- Het bemonsteren van de nog niet bemonsterde bijenvolken (ongeveer 100) op Texel, hetgeen wij bij voorkeur in de tweede week van juli willen uitvoeren. Doel is vast te stellen of de verspreiding zich beperkt tot de twee gevonden standen.
Gezien de urgentie van het probleem, met name de kans op snelle verspreiding van deze parasiet, verzoek ik u met klem bovenstaande op zo kort mogelijke termijn te bevorderen.

Met vriendelijke groeten


Romée van der Zee
Stichting Nederlands Centrum voor Bijenonderzoek.



Afgelopen woensdag is onze brief behandeld door vaste kamer commissie LNV. De verschillende fracties bleken kritisch te reageren op het standpunt van de minister.
Over dit onderwerp wordt volgende week verder overlegd met het ministerie van LNV.
Het bestuur van de stichting Nederlands Centrum voor Bijenonderzoek (NCB) wordt gevormd door Onno Bakker, Marleen Boerjan, Hayo Velthuis, Albert de Wilde en ondergetekende.

In de bemonstering die in mei door ons werd uitgevoerd bleek dat alleen op Schiermonnikoog geen Nosema ceranae voorkomt. Op Terschelling heeft de Nosema ceranae zich uitgebreid, en bij de 12 standen, verspreid over Nederland, werd slechts op 1 stand geen N. ceranae aangetroffen. Een grote meerderheid van de monsters bleek positief.

Romée van der Zee


ICR,Beemonitoring: http://www.beefriends.org

Gebruikersavatar
Jelte Pieter Dijkstra
Berichten: 5028
Lid geworden op: ma 19 feb 2001, 00:00
Imker sinds: 1998
Aantal volken: 0
Bijenras(sen): baastaard (mijn lievelingsbij), ca, bu
Locatie: Belgie
Contacteer:

Re: Kamerbrief over het fenomeen bijensterfte

Bericht door Jelte Pieter Dijkstra » za 05 jul 2008, 00:21

Ik snap het niet meer zo goed: er zijn dus meerdere organisaties bezig om de besmetting van Apis ceranae in kaart te brengen?
Zowel (Stichting) Nederlands Centrum voor Bijenonderzoek als ICR, Beemonitoring?

JP

Romée van der Zee
Berichten: 1218
Lid geworden op: di 14 nov 2000, 00:00
Contacteer:

Re: Kamerbrief over het fenomeen bijensterfte

Bericht door Romée van der Zee » za 05 jul 2008, 09:34

Beste Jelte Pieter,
Niemand is voor zover ik weet bezig de besmetting van de Apis cerana in kaart te brengen. In 1997 deed Ingemar Vries dat in Azie, en noemde de nosema die hij op deze bij aantrof Nosema ceranae.

Icr is mijn onderzoeksbureau waarmee ik o.a. het bijenonderzoek deed. Een stichting is een betere vorm voor het ontvangen van onderzoeksbijdragen en communicatie met derden. Om die reden draag ik mijn ondezoeksactiviteiten over aan het NCB.

Romée

ICR,Beemonitoring: http://www.beefriends.org

Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 55 gasten