Solitaire bijen
Geplaatst: wo 10 feb 2016, 12:03
Goedemiddag mensen,
Ik heb een mail gestuurd naar het Utrechts Landschap indien ik op een bepaald stuk 2 bijenvolken neer mocht zetten bij de wilgen, dit mocht helaas niet. Nou kreeg ik hierover een argumentatie als volgende:
- Honingbijen vormen een sterke concurrent van wilde (solitaire) bijen, gebaseerd op onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen
- Ze maken voorraad aan waarmee ze slechte tijden overbruggen (honing)
- Ze zijn met velen en weten hierdoor nectarbronnen uit te putten
Als natuurbeschermingsorganisatie hebben we de volgende richtlijn, die we hanteren:
-Op landgoederen met cultuurhistorische achtergrond en in of nabij hoogstamboomgaarden zijn er beperkt mogelijkheden (deze liggen er in genoemde gebieden op dit moment niet);
-Overige gebieden niet (daar geven we dus bewust voorrang aan de wilde bijensoorten).
In het agrarisch landschap is er steeds minder ruimte voor honingbijen, terwijl ze daar vaak juist thuishoren en voor bestuiving nodig zijn.
Dit past ook goed binnen de Europese eisen voor vergroening en verduurzaming van de Landbouw.
Wellicht kunt u in die hoek op zoek gaan naar mogelijkheden. De LTO (Land- en tuinbouworganisaties) vormt een goede ingang volgens mij.
Succes met uw zoektocht.
Is dit correct? Ik dacht dat dit namelijk wel mee viel indien de correcte dichtheid van volken werd gehanteerd.
Ik hoor graag van jullie.
Met vriendelijke groet,
teunjhe
Ik heb een mail gestuurd naar het Utrechts Landschap indien ik op een bepaald stuk 2 bijenvolken neer mocht zetten bij de wilgen, dit mocht helaas niet. Nou kreeg ik hierover een argumentatie als volgende:
- Honingbijen vormen een sterke concurrent van wilde (solitaire) bijen, gebaseerd op onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen
- Ze maken voorraad aan waarmee ze slechte tijden overbruggen (honing)
- Ze zijn met velen en weten hierdoor nectarbronnen uit te putten
Als natuurbeschermingsorganisatie hebben we de volgende richtlijn, die we hanteren:
-Op landgoederen met cultuurhistorische achtergrond en in of nabij hoogstamboomgaarden zijn er beperkt mogelijkheden (deze liggen er in genoemde gebieden op dit moment niet);
-Overige gebieden niet (daar geven we dus bewust voorrang aan de wilde bijensoorten).
In het agrarisch landschap is er steeds minder ruimte voor honingbijen, terwijl ze daar vaak juist thuishoren en voor bestuiving nodig zijn.
Dit past ook goed binnen de Europese eisen voor vergroening en verduurzaming van de Landbouw.
Wellicht kunt u in die hoek op zoek gaan naar mogelijkheden. De LTO (Land- en tuinbouworganisaties) vormt een goede ingang volgens mij.
Succes met uw zoektocht.
Is dit correct? Ik dacht dat dit namelijk wel mee viel indien de correcte dichtheid van volken werd gehanteerd.
Ik hoor graag van jullie.
Met vriendelijke groet,
teunjhe