Bijenhouden.nl

Ik vind het zuigen en je geeft geen openheid van zaken. En nu stop ik.

De laatste 50-60 jaar is het aantal honingbijen meer dan gehalveerd. Als de honingbij concurreert met andere bijen dan stel ik voor om de andere bijen uit te roeien, dan krijgen we de honingbij weer terug. Lijkt me redelijk.

Jos

jossmits schreef:De laatste 50-60 jaar is het aantal honingbijen meer dan gehalveerd. Als de honingbij concurreert met andere bijen dan stel ik voor om de andere bijen uit te roeien, dan krijgen we de honingbij weer terug. Lijkt me redelijk.

Jos

Zucht.

Enige nuance is hier wel op zijn plaats:
In Duitsland onderzochten Steffan-Dewenter & Tscharntke (2000) de effecten van variërende dichtheden van honingbijen op de wilde bijenfauna in 15 kalkgraslanden gelegen in intensief agrarisch landschap. Het aantal bijenkasten binnen een straal van 2 km varieerde per grasland van drie tot 65, waarbij op enkele graslanden de kasten op het grasland zelf geplaatst werden. De gemiddelde oppervlakte van de graslanden was 4,3 hectare. Het onderzoek liep van april tot augustus.
In de 15 onderzoeksgebieden werd de wilde bijenfauna op drie manieren gemeten: (1) slepen met net over vaste trajecten om aantallen soorten en exemplaren vast te stellen; (2) plaatsing van kunstnesten (bijenhotels) om reproductief succes te kunnen meten; (3) op 10 plekken van 1x1 meter werden de nestingangen van bodemnestelende bijen geteld om populatiedichtheden te meten. Ook de dichtheden van honingbijen werden op alle graslanden op gestandaardiseerde wijze gemeten. Verder werden voor zowel honingbijen als wilde bijen de bezochte bloemen bijgehouden, teneinde de overlap in 'bloemgebruik' te bepalen.
Honingbijen bleken in hoge mate dezelfde bloemen te bezoeken als wilde bijen. Desondanks vonden de onderzoekers geen significante correlaties tussen de dichtheden van honingbijen en de wilde bijenfauna (gemeten zoals hierboven omschreven). Wel bleek de wilde bijenfauna een positief verband te vertonen met de dichtheid aan bloeiende planten.
De onderzoekers concluderen dat zij geen significante mate van voedselconcurrentie konden aantonen tussen honingbijen en wilde bijen. Toch raden zij aan om voorzichtig te zijn met plaatsing van bijenkasten in natuurgebieden. Hierbij zou het Europese gemiddelde van 3,1 bijenkast per vierkante kilometer niet overschreden moeten worden.
Groet, Ben

Het grootste probleem voor alle bijen en vlinders is vooral het gebrek aan natuur. In weilanden met uitsluitend engels raaigras vind je noch wilde bijen, noch vlinders, noch honingbijen. In tuinen met grind en tegels vind je geen insecten.
In onze tuin staat veel oregano, in de zomer vind je daar duizenden zweefvliegen en veel minder honingbijen. Op de vaste lathyrus zie ik de lathyrusbij en op dezelfde plant in Frankrijk de houtbij. Daar waar bijnvolken een vaste verblijfplaats hebben, ontstaat een natuurlijk evenwicht tussen alle verschillende soorten insecten. In onze tuin barst het echt van de wilde bijtjes, dat komt met name vanwege de overvloed aan bloemen. Sommige bloemen worden niet aangekeken door de honingbijen, maar wel door de andere insecten etc.

Laten we vooral zorgen voor meer natuur en minder asfalt, grint, stenen en engels raaigras en overbemesting. Geef de natuur iets meer ruimte en er is voldoende voedsel voor alle insecten. Iedere insectensoort heeft haar eigen plekje in de natuur, en samen zorgen ze voor de beste bestuiving.


Veel insecten staat niet op de rode lijst vanwege het bestaan van honingbijen. Imkers zijn natuurliefhebbers en we hebben elkaar hard nodig om de wereld een beetje groener en schoner te maken.
Groet,
Ben

De onderzoekers concluderen dat zij geen significante mate van voedselconcurrentie konden aantonen tussen honingbijen en wilde bijen.

Uit wat recenter onderzoek blijkt dat dit wel degelijk het geval is:

·         Forup & Memmott (2005): minder hommels in heidegebieden met honingbijen dan in heidegebieden zonder honingbijen. In gebieden met honingbijen foerageerden hommels op andere bloemen dan in gebieden zonder honingbijen.

·         Walther-Hellwig et al. (2006): hommels wijzigen foerageergedrag bij toenemende competitie met honingbijen. Afhankelijk van de hommelsoort gaan ze op andere tijdstippen op de dag, op andere plaatsen en/of op andere bloemen foerageren.

·         Goulson & Sparrow (2009): hommelwerksters in gebieden met honingbijen zijn kleiner dan in gebieden zonder honingbijen. Dit heeft vermoedelijk negatieve gevolgen voor het reproductiesucces.

·         Hudewenz & Klein (2013): in heidegebieden met bijenkasten bezoeken minder wilde bijen de bloemen van struikheide. De eventuele gevolgen hiervan op de wilde bijenfauna zijn niet duidelijk.

·         Hudewenz & Klein (2015): meer honingbijen leidt tot lagere reproductie van rosse metselbijen in kooiexperiment.

Hoi Ben,

In jouw tweede bijdrage kan ik me helemaal vinden.
We hebben elkaar inderdaad nodig om Nederland bij-vriendelijker te maken.
Natuurbeschermers, imkers, boeren en burgers.
Kortom: iedereen.

Gr, Keijmel

Keijmel schreef:

jossmits schreef:Ik vraag me af of de honingbij wel concurreert met andere bijen.

Het door mij geposte onderzoek spreekt boekdelen

Ja in jouw optie. Het "onderzoek" wat je aanhaalt is een laboratorium onderzoek zegt niets over het verdrijven van de wilde bijen door de honingbij.

Beste Hans,

Dat "laboratorium onderzoek" is een gedegen onderzoek door zeer bekwame wetenschappers.
Maar goed, ik heb daarna nog 4 onderzoeken (door verschillende wetenschappers) aangehaald waaruit blijkt dat dit wel degelijk het geval is.

Hier plaats ik ze nogmaals:

·         Forup & Memmott (2005): minder hommels in heidegebieden met honingbijen dan in heidegebieden zonder honingbijen. In gebieden met honingbijen foerageerden hommels op andere bloemen dan in gebieden zonder honingbijen.

·         Walther-Hellwig et al. (2006): hommels wijzigen foerageergedrag bij toenemende competitie met honingbijen. Afhankelijk van de hommelsoort gaan ze op andere tijdstippen op de dag, op andere plaatsen en/of op andere bloemen foerageren.

·         Goulson & Sparrow (2009): hommelwerksters in gebieden met honingbijen zijn kleiner dan in gebieden zonder honingbijen. Dit heeft vermoedelijk negatieve gevolgen voor het reproductiesucces.

·         Hudewenz & Klein (2013): in heidegebieden met bijenkasten bezoeken minder wilde bijen de bloemen van struikheide. De eventuele gevolgen hiervan op de wilde bijenfauna zijn niet duidelijk.

Als men het heeft over het redden van de bij, neem ik aan dat hier solitaire/wilde bijen worden bedoeld. Ondanks al het gezeur met varroa en bestrijdingsmiddelen neemt het aantal honingbijen alleen maar toe, althans in ons land. Het sponsoren van imkers, het kopen van potjes honing omdat het zo slecht gaat met de bij en al dit soort zaken wordt veroorzaakt door een verwarring, welke leek weet er immers dat er honderden soorten bijen zijn? Iedere open dag hoor ik weer dat het zo slecht gaat met onze honingbijen. Hier ben ik het niet mee eens, maar je raakt mensen al snel kwijt als je het uitlegt.

Laten we eerlijk zijn, iemand die honingbijen houdt helpt hier de bij niet mee. Verdieping in solitaire bijen en in drachtplanten, het aanbieden van nestplaatsen voor andere bijensoorten; natuurlijk zijn er veel imkers die dit naast het imkeren leuk vinden en hier echt wel een verschil mee maken. Maar dat imkeren per definitie goed is voor de bijen in zijn algemeenheid? Ik denk van niet. Laat ik maar niet beginnen over verschillende organisaties (basiscurssusen?) die dankbaar gebruik maken van mensen die goedbedoeld de bijen een handje willen helpen.

Drie jaar geleden heb ik een aantal ezelsoren (Stachys Byzantina) aangeplant, een mooi plantje met behaarde bladen, specifiek om wolbijen aan te trekken. Sinds dit jaar heb ik een groot aantal van deze Grote Wolbijen in de tuin, echt fantastisch. Hoort dit bij het imkeren? Op ons bijenpark hebben we voor de lol wat bijenhotels opgehangen, en de spechten hebben hierdoor dikwijls een feestmaal. Dit valt ook wel op te lossen met gaas, maar waarom wordt zoiets niet standaard bij de bouwmarkt opgelost? Wellicht omdat er goed wordt verdiend aan de hotels, en het vogel-onvriendelijk maken hiervan gaat weer geld kosten.

Waar ik naar toe wel is dit. Imkers zijn goed voor honingbijen. Voor de wilde bijen is er momenteel niemand. Misschien moet er een naam voor worden verzonnen, want wilde bijenhouder kan ook worden opgevat als een rare imker. Een korte cursus kan mensen al bekwaam maken; wat voor nestplaatsen zijn nu wél geschikt voor de solitaire bij, en welke dracht ontbreekt er in de eigen omgeving? Osmia's en hommels kunnen worden gekocht en worden uitgezet. Wellicht kan worden gelobbyd voor het openbreken van tegels. Bescherm plekken waar de zandbij nestelt.

Wel moet overdacht worden; is dit iets voor de individu? Hoeveel valt er te bereiken in de achtertuin? Misschien eerder iets voor lokale overheden. Of hopelijk gaat de cursus Ambassadeur Biodiversiteit van de NBV ongeveer deze richting op. Wie weet.

Maar imkers redden echt de wilde bij niet hoor.