Bericht
door Oscar Vrij » vr 03 jun 2022, 16:45
en nog een leuk stukje van Vincent Driest in de 'bijzaken', het ledenblad van de Amsterdamse vereniging. De prachtig opgemaakte pdf is helaas te groot om hier in het geheel te posten. Platte tekst dus:
Honing-cowboys en Mc-Donaldbijen
Door Vincent Driest
Het jongetje stond met zijn neus tegen het raampje gedrukt van het bijenhuisje op de kinderboerderij in Amsterdam-Zuidoost. Een prachtig schouwspel, waar op twee meter afstand honderden bijen af en aan vliegen op de bijenkasten die ik verzorg. Ook de ouders waren onder de indruk. Kijk … er komen bijen binnen met alle kleuren stuifmeel aan hun pootjes. ‘Zijn dit nou wilde bijen’, vroeg de moeder mij. ‘Nee mevrouw’, antwoorde ik. ‘Dit zijn Mc Donalds bijen’. Huh …. ?
‘Ja dat komt, omdat ze vrijwel alle soorten bloemen bezoeken om nectar en stuifmeel mee te nemen’, vervolgde ik. ‘Ze eten alles en ze zijn met veel. Bovendien hebben ze de bizarre gewoonte om elkaar te vertellen waar alle nectar en stuifmeel te halen valt.’ ‘Maar ze zijn wel goed voor de bestuiving van bijna al ons fruit, noten en andere tuinbouwproducten, toch?’, probeerde ze toch de stemming er een beetje in te houden. ‘Welnee’, zei ik, ‘de wilde bijen zijn veel betere bestuivers dan deze honingbijen, die u hier ziet’. Ik legde uit dat dit met onderzoek is ondersteund door o.a. een hoogleraar ‘Natuurlijk Kapitaal’ aan de Universiteit van Leiden en tevens directeur van Naturalis.
Ik dacht nog even terug aan de tijd, dat ik mijn basiscursus bijenhouden deed. In mijn omgeving vond men het bijzonder interessant en op de verjaardagsfeestjes wilde iedereen graag weten hoe dat zat met de ‘Colony Collapse Disorder’ (verdwijnziekte) en varroamijtbesmettingen. De honingbijen moesten gered worden. Wetenschappelijke instituten lagen voortdurend in de clinch om duidelijk te maken dat alle ellende toch vooral lag aan het gebruik van gewasbeschermsmiddelen (neonicotoiden) (Universiteit van Utrecht). Anderen benadrukten dat de grote boosdoener de varroamijt is en de virussen die deze mijten bij zich dragen (Universiteit van Wageningen). Zelfs de Rabobank mengde zich in 2011 in de discussie en
publiceerde een rapport waarin werd gewaarschuwd dat de stijgende welvaart in de wereld en de vraag naar groente en fruit, de steeds minder wordende aantallen bijenvolken de bestuiving van de gewassen niet meer kunnen bijbenen. Aanbevelingen werden gedaan om de biodiversiteit te bevorderen (meer gevarieerde voeding voor wilde en honingbijen), bestrijding van de varroamijt en de opleiding van nieuwe jonge imkers.
Ja … de imkers, in een Volkskrantartikel van twee jaar geleden ook wel vergeleken met ‘honing-cowboys’. Daarmee was en is het ook droevig gesteld. Veel imkers hadden eind vorige eeuw het bijltje erbij neergegooid. De extreme bijensterfte was om moedeloos van te worden.
Als ik nu nog naar een bijensymposium ga in het land, dan zie ik dat zeker 75% van de deelnemers oude witte mannen zijn (mijzelf inclusief). De NBV heeft laatst berekend dat tegenwoordig de gemiddelde leeftijd van de leden 60 jaar is. Je zou zeggen, dat als we met dit ritme van de aanwas van nieuwe imkers doorgaan, we over een jaar of vijftien vanzelf verlost zijn van de honing-cowboys.
Hebben we nou zoveel imkers en bijenvolken in Nederland, vraag ik mij af. Een onderzoek van Bram Cornelissen (bijenWUR) meldde in 2013 dat we qua bijenvolken van heel ver komen. In 1850 beschikte Nederlandse imkers over zo’n 270.000 volken. Vlak na de tweede wereldoorlog
waren er toch nog zo’n 23.000 bijenhouders met 160.000 bijenvolken. Vlak voor de varroabesmettingen in Nederland in de jaren tachtig telde ons land zo’n 120.000 bijenvolken, wat dramatisch daalde tot 70.000 volken. ‘Gelukkig’ zitten we weer in een stijging van naar schatting bijna 10.000 imkers (het niveau van 1997) met naar schatting zo’n 80.000 volken. Dramatisch is natuurlijk het sterk geslonken natuurgebied. Het heideareaal, in 1833 nog 600.000 ha. is gedaald tot 80.000 ha. in 1963 (Cornelissen). Met de biodiversiteit van Nederland is het zó slecht gesteld dat een goede oplossing is: het verminderen van imkers, zodat de wilde bijen meer ruimte krijgen in dit schrale landschap. Huh??
Hiermee accepteer je dus dat er aan die slechte biodiversiteit niets meer te doen is. Onderstaande foto’s laten zien dat vrijwel alle gemeenten in Nederland niet geïnteresseerd zijn in de verbetering van het woongebied. Ondanks de herhaalde pogingen van imkers om beleidsmakers te laten zien dat het maai- en snoeibeleid bij groenbeheer ver onder de maat is.
Bijgesloten foto’s laten dit zien.
Gemeente Amsterdam overweegt registratieplicht imkers in een ‘Algemene Politie Verordening’. Ik weet ook nog een paar conceptvoorstellen voor een APV. Elke bewoner van een begane grond met tuin is verplicht minstens 40% van deze tuin niet met tegels te bekleden, maar open te stellen voor aanplant van groen. Nog een voorstel: Elk bedrijf in Amsterdam met een plat dak is verplicht om ‘sedum’ te planten op haar dak of zonnepanelen te plaatsen (of beide). Platte daken mogen niet meer ‘leeg’ zijn.
Wie heeft nog meer ideeën?
Ondertussen verdiep ik me in de komende bedreigingen van de honingbij die ons te wachten staan: de kleine kastkever en de Aziatische hoornaar. Maar misschien is dit beter om dit in de clandestiniteit te doen.
</einde artikel Bij-zaken zomer 2022>