Beste Ed,
Dat bedoel ik nu, ook de werkzame stof van Apistan, de pyretroiden breken af. Die afbreektijd is verschillend, afhankelijk van de stof waarin ze voorkomen. De Apistanstrippen zijn na drie jaar in de winkel liggen ook niet meer te gebruiken, dan is de werking door afbraak dusdanig teruggelopen, dat het gevaar bestaat, dat er resistentie mee in de hand gewerkt wordt.
Het is de vraag in hoeverre ze na drie jaar uiteen gevallen zijn. Daar loopt nu onderzoek naar. De strips geven maar heel langzaam fluvalinaat af. De eerste generatie strips gaf dat veel sneller af, met als gevolg een grotere mijtendoding. Daarmee nam het resistentiegevaar toe, en daarom zijn ze vervangen door de huidige. Wat je heel scherp ziet is dat te traag werkende strips eveneens resistentie opleveren omdat ze te weinig mijten doden. Het gaat om het juiste midden. Er is trouwens inmiddels zoveel apistanresistentie dat het middel aan het eind van zijn levenscyclus aan het komen is.
Verder had ik al eens geschreven dat men een geneesmiddel als Pyretroide niet in een andere vorm dient te gebruiken als met de strippen zoals die van Apistan. Men kan er een oppervlaktespanningsverminderaar aan toevoegen om het met water te kunnen vermengen. Dat deden de fruitboeren vroeger. In Frankrijk doen ze dat bij mijn weten nog.
We vinden beiden dat imkers daarin niet op houtje moeten experimenteren met fluvalinaat toepassingen). In je vorige post loofde je honderd gulden uit voor fluvalinaat in de honing. Daarom ging ik ook op andere fluvalinaattoepassingen dan apistan in. Niet voor die honderd gulden hoor.
Ik wil je bij deze ook nog wel op de hoogte brengen van de twee belangrijkste metabolieten (=omzettingsprodukten) van fluvalinaat in de honing:
2-chloro-4-trifluoromethyl-aniline(I),methyl2-[2-chloro-4-trifluoromethyl-aniline]-3-methyl butanoate (II), N(2-chloro-4-trifluoromethyl phenylvaline (III), and 3-phenoxybenzaldehyde.
Deze stoffen worden een halfjaar na apistangebruik in hoge concentraties in de honing aangetroffen. Fluvalinaat zelf is dan bijna (!) geheel uiteengevallen. Deze gegevens ontleen ik aan serieus onderzoek. Ik wil het je wel opsturen. Deze lijst laat geen attachments of te lange berichten toe.
Je vindt de residuen in de was gevaarlijk. Maar wat zijn dat dan die residuen en in welke hoeveelheden komen die dan voor. We mogen nog steeds honing met stukjes raat erin verkopen, dus voor de mens lijkt het niet schadelijk.
Raathoning kan probleemloos geconsumeerd worden omdat het geproduceerd is als nieuwe was in een apistanvrije periode. Dat geldt voor alle was die aan honing wordt meegegeven. Oudere was is voor consumptie ongeschikt, en kun je beschouwen als chemisch afvalprodukt.
Hoe kunnen die residuen dan resistentie veroorzaken als er geen werkzame stof tegen de mijt meer is of kun je de mijt ook met residuen bestrijden.
Je neemt aan dat het fluvalinaat in de was snel afbreekt. Ik doe dat niet. Ik heb inmiddels contact met een onderzoeksinstituut in de VS dat onderzoekt wat de afbraaktijd in was is. Gerekend moet worden met een langere tijd, waardoor resistentie vanuit de was een reele optie is. Het zou aardig zijn als een van de meelezende Nederlandse onderzoekers die meeleest zich hier eens over uit zou laten. Heb je overigens nog doorgevraagd bij het Bureau Registratie Diergeneesmiddelen te Wageningen naar wascontaminatie.
Daar de bijen dus van de mens afhankelijk zijn en wij ze zo graag willen houden, moeten we er ook adequaat voor zorgen. Ik blijf er dus bij, dat de wet een beheersplicht oplegt, die een bestrijding van de mijt tengevolge moet hebben.
De wet legt dat niet op, de wet beschermt tegen verkeerd gebruik van
bestrijdingsmiddelen met een registratieplicht. Dat heb ik in mijn vorige reaktie al aangegeven. Jij zou een wettelijk instrumentarium -willen- om jouw standpunt over bestrijding bij anderen af te dwingen. Gelukkig kan dat niet. In de praktijk hebben zowel jij als ik onze bijen met apistan behandeld, daar ligt geen verschil. Dat doen we omdat we onze bijen willen beschermen tegen de varroamijt. Dat heeft wat mij betreft niets met dierenliefde te maken, maar met het niet willen verliezen van mijn bijenvolken. Het onderzoeken van de mogelijkheid tot aanpassing tussen bijen en varroamijten, en daarmee het verminderen en misschien afzien van bestrijdingsmiddelen, dat raakt bij mij wel een gevoelige snaar. Iets als liefde is het, alsof je omgang met bijen op een ander niveau komt. Voor mij tenminste. Ligt dat voor jou nou zoveel anders. Die hele enkele imker die zijn bijen niet behandelt (en die zijn uitzonderlijk zeldzaam), die verliest zijn bijenvolken toch na een paar jaar. Of niet, maar
dan heeft hij, of zij, voor ons een prachtige oplossing aangedragen.
Romee,
die net als jij (?) af en toe een bijenvolk in het wild tegenkomt.