Zeer lovenswaardig initiatief Els, een mooi debat kan hierdoor op gang komen, hopelijk breek je het niet af en leidt het tot iets.
Belangrijk in een min of meer wetenschappelijk onderzoek is dat je
met een leeg hoofd vertrekt en alle mogelijkheden open laat.
Als je na je nieuwjaarswens de imkers de volgende raad meegeeft : "..Maar vooral, laat jezelf niet meeslepen in veronderstellingen, vooroordelen of stokpaardjes om anderen te overtuigen dat jouw motie de juiste is.." waar je duidelijk het stuifmeel verhaal mee bedoelt, dan is je uitgangsstandpunt al bekend en Jan en Hans verschijnen weer op het toneel, springen erop en dikken het aan, en het lijkt waarde te krijgen, zonder bewijs.
Het onderzoek is hierdoor al meteen scheefgetrokken.
Je eerste conclusie die je meteen trekt is dan ook : "..dat het absoluut niet aan een gebrek aan stuifmeel ligt.."
Bij jou heeft duidelijk één stand met 10 volken een probleem, de andere twee ( stand met 1 volk en stand met 9 volken ) niet. Alle onderzoek dat je verricht naar virussen, mijten zullen allemaal aantonen dat ze wel ergens aanwezig zijn, maar dat zal voor al je standen hetzelfde zijn, je behandelt immers je volken op alle standen gelijk. Je zit hier dus met een 'stand-probleem'.
Ik neem aan dat je overal ook dezelfde kasten gebruikt en dat op deze stand nu niet toevallig alle volken samen zaten waarvan je volop stuifmeel roofde om afleggers te maken. Je zegt ook dat het van de 3 standen de zonnigste stand was.
Alles wijst daarom in de richting van de dracht op die stand, daar schort wat mee. Als je nu van in den beginne uitgaat van de idee dat je geen stuifmeelprobleem hebt dan ben je verkeerd bezig.
De imker zelf is de best geplaatste persoon om zijn eigen onderzoek te doen, maar je mag geen vooroordelen hebben.
Ik herhaal het nogmaals : voor onze winterbijen zijn aug-sept-okt dé belangrijke maanden.
Els, je zegt :"..heb echt het jaar-rond een ruim stuifmeelaanbod met grote variatie op mijn standen, dat is een van de weinige voordelen van imkeren in de stad.."
Je zit dus in een stedelijk gebied met veel tuintjes en parken.
- de tuintjes zullen een zeer gevarieerd aanbod aan stuifmeel opleveren, zeker een pluspunt. Je kan de hoeveelheid echter nooit vergelijken met grote velden die je op de buiten tegenkomt. Het belang van het aantal volken komt hier dan ook tevoorschijn. Is het toeval dat je grootste stand sterfte meemaakt ? zitten er nog andere imkers in de buurt enz. ?
zeer belangrijke vragen voor imkers die het van de tuintjes moeten hebben !
- de parken, plantsoenen en lanen zijn dé grote voedselbronnen in een agglomeratie, maar we zitten daar met het gekende probleem. Prima in het voorjaar en vroegzomer maar buiten wat bodembedekkende sneeuwbes hebben we geen stuifmeelleveranciers onder de struiken en bomen in aug, sept, okt !!!
Dat we nu in december of in het voorjaar stuifmeel aantreffen bij de afgestorven volken kan ons niet doen besluiten dat de winterbijen in sept kregen wat ze moesten krijgen. Als ik op een eigen stand nu in de kast zou kijken dan zitten er gegarandeerd grote plakken geel stuifmeel tussen van de gele mosterd waar de bijen nog massaal op vlogen in november, maar dat had geen waarde voor de winterbijen !
Als ik je aangehaalde punten één voor één bekijk :
1 dat het absoluut niet aan een gebrek aan stuifmeel ligt.
2 dat de getroffen stand de zonnigste en warmste is.
3 dat de stand de bijen een overvloed aan nectar levert, ook in oktober en november.
4 dat op deze stand geen bladhoning wordt gehaald (in tegenstelling tot de andere grote stand)
5 dat ik nooit zwermen schep.
6 dat ik jaarlijks al mijn bakken, bodems etc. met soda schoonmaak.
7 dat ik al 20 jaar zelf raten van eigen was pers.
8 dat ik weinig mijten in darrenbroed zag in 2006 en ook bijna geen kruipers voor de kasten.
9 dat vreemde bijen mijn volken niet hebben beroofd in 2006.
10 dat de concentratie bijenvolken in de stad hoog is.
11 dat de nu opgehaalde 4 kasten kurkdroog zijn aan de binnenzijde en er op de raten geen spoor van schimmel aanwezig is.
- dan heb je mijn antwoord op het eerste gehoord,
- dan zegt 2 en 11 dat je weinig vocht in de kasten hebt waardoor schimmelinfecties weinig kans maken
- dan zegt 3 en 4 dat je bijen niet verhongeren door nectargebrek
- 5 tot 9 dat je een ervaren imker bent die weet waarmee zij bezig is
- 10 bevestigt alleen maar mijn antwoord
Els als je nu je stuifmeel in de ramen wenst te onderzoeken, dan lijkt me niet zo dadelijk het aantal gr. belangrijk maar vooral de herkomst. Ik denk dat jij met je pollenkennis dat wel weet te achterhalen. Doe zo verder Els.