BIJENRUIMTE: Wie van de drie?

Praktijk-onderwerpen.

Moderator: Hans van der Post.

Plaats reactie
Gebruikersavatar
maartenkleijne
Moderator
Berichten: 3582
Lid geworden op: di 21 nov 2000, 00:00
Imker sinds: 1974
Aantal volken: 3
Bijenras(sen): bastaard
Locatie: hilversum
Contacteer:

BIJENRUIMTE: Wie van de drie?

Bericht door maartenkleijne » do 29 mar 2001, 10:33

maartenkleijne
Deelnemer # 14
verstuurd 29-03-2001 23:39
--------------------------------------------------------------------------------
Zoals bij de meeste ontdekkingen van praktische aard kan het heel goed zijn dat iets als de bijenafstand in een korte periode als een lopend vuurtje gemeengoed is geworden. Minstens drie mensen zijn zo bijdehand geweest er destijds iets over op te schrijven en zodoende als 'ontdekker' te worden geboekstaafd.

Piet Jager
Berichten: 2128
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

BIJENRUIMTE: Wie van de drie?

Bericht door Piet Jager » do 29 mar 2001, 10:39

Wie van de drie?
In bijna alle Nederlandse bijenboeken staat, voor zover vermeld, dat Langstroth in 1851 de bijenruimte ontdekte.

De Roever blz. 108: "Maar toen deed de Amerikaanse geestelijke Lorenzo Lorraine Langstroth in 1851 zijn grote ontdekking" (met schetsen van zijn uitvinding in zijn dagboek erbij!).

Schotman geeft nog de meest zuivere weergave.
Zie pericoop 220: "Langstroth ontdekte het belang van de z.g. bijenruimte en was de eerste, die in Amerika houten raampjes in plaats van alleen maar toplatten gebruikte".

Vorig jaar 12 juli 2000 werd ter gedachtenis van de 225ste geboortedag van de bijzondere Oekrainse Imker Petro Prokopowisch 1775-1850 een postzegel uitgegeven (zie Filatelie januari 2001). Hierbij wordt vermeld dat hij de grote ontdekker is van de bijenruimte.

In ons 100 jarige Jubileumboek (VBBN) schrijft Wieb Top op blz.27 dat het August Baron von Berlepsch 1818-1872 was, die in 1852 de bijenruimte uitvond.

Dus: "Wie van de drie is de echte uitvinder van de bijenruimte?"

1.- Het is veelal bekend, dat Amerikanen vaak onterecht een uitvinding claimen. Dus Langstroth valt volgens mij af!

2.- Ook is het algemeen bekend, dat vroeger de adel erg ijdel en machtig was. Dus bij die Baron zet ik ook mijn vraagtekens. Was toen (1852) pas 34 jaar oud.

3.- Blijft over: "De imker Petro, als vakman, maar die was in 1851/1852 al dood en kon toen (als hij het al had gedurfd!) niet meer tegen de adel protesteren".

Gebruikersavatar
Oude Essink
Erelid
Berichten: 3562
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: BIJENRUIMTE: Wie van de drie?

Bericht door Oude Essink » za 31 mar 2001, 10:37

Oude Essink
Deelnemer # 10
verstuurd 31-03-2001 19:38
--------------------------------------------------------------------------------
Hallo Piet,
Je hebt mij stevig op mijn zolen getikt en daar houd ik van; dat houd het leer soepel!
Als genoegdoening heb ik een overzichtje voor je bijeengeschraapt over de vinding van de bijenruimte; dit als antwoord op jouw:
Wie van de drie?

Langstroth had een pattent op de vinding en blijft derhalve favoriet.
Prokopowisch, een woudimker uit Rusland, had begin 19e eeuw in gebruik een hoge kast met een achterdeur; de kast had drie etages; onder: een open ruimte waarin het bijenvolk vrij bouwde; daarboven een ruimte met vaste houten frames; de bijen bouwden keurig in het frame, maar de frames zelf zaten te dicht bij de wanden en werden dus aan alle zijden vastgekit; hetzelfde lot ondergingen de honingsecties in de derde etage.

De bekende J.Dzierson (kon.teler en verspreider van de Ligusticabij) had in zijn tijd grote bekendheid om zijn verplaatsbare kasten; in 1848 (drie jaar voor Langstroth!)
klaagt hij nog, dat zijn bijen alles aan de wanden kitten en het uitsnijden zoveel tijd en ellende kost. De door Piet nog genoemde Baron August von Berlepsch is bekend om zijn achterbehandelingskasten (1860) in grote huizen ondergebracht: ook zijn ramen zaten vastgekit aan de zijwanden! Langstroth was in Europa nog onbekend.
De frames wijzen op enig benul van bijenruim-te en kwamen niet in een flits tot stand:
Geheel zeker is het niet, maar hoogstwaarschijnlijk kende het oude Creta al bijenwoningen in de vorm van een mand; de vorm werd overgenomen door de oude Grieken en bleef daar tot in onze eeuw in gebruik.

Deze werden voor het eerst beschreven door ene
George Wheeler (1682): een mandmodel, van boven wijd en dan nauwer toelopend;
bovenaan was een een lattenstructuur aangebracht vanwaaraf de bijen vrij naar beneden bouwen zonder vast te kitten aan de zijwanden (vrije bouw in de korf loopt ook op die manier); de bovenlatten zaten op de goede afstanden van elkaar(!) en de raten konden op die manier vrij worden uitgenomen: groot nadeel: de manden kon je niet stapelen.

In 1649 was er al een Engelsman (Mew) met een korf met evenwijdige latten aan de bovenzijde naar grieks model, maar hij wilde stapelen en liet zijn mand rechtstandig naar beneden gaan; gevolg: vastkitten aan de zijwand; allerlei modellen en constructies met de evenwijdige bovenlatten - bakken op elkaar, bakken naast elkaar; behandeling van boven, van achter, van onder- steeds hetzelfde euvel.
Het eerste volledige frame werd toegepast door de blinde Francois Buber, die door zijn vrouw en zijn assistent een observatie boek liet bouwen; losse frames als een boek aaneengezet; de afstanden waren goed en zijn helpers konden bladzijde voor bladzijde omslaan en hun observaties meedelen; euvel: het grote verlies aan bijen bij het sluiten van het boek. beschrijving van het boekwerk met afstanden en al in 1792; twee jaar daarvoor ook een beschrijving van de kast met de toplatten door de abt Della Rocca(griekenland); hij kende een observatie kastje en wist, dat de raat 8 mm. van het glas moest blijven om kitten te voorkomen. In dezelfde tijd begon het oude boek van Wheeler aandacht te trekken.

In 1851 had de eerwaarde heer Langstroth in Philadelphia een paar volkjes waaronder de boekkast van Huber én hij had een ruime bibliotheek met alle voornoemde boeken die hij grondig bestudeerde: Hij beschrijft zijn ingeving, die als een lichtflits bij hem binnenkomt: eureka! Hij verbetert het griekse model; maakte de kast rechtstandig en liet het frame doorlopen maar nu op de goede afstand langs de zijwand; dezelfde afstand hield hij aan onder de dekplank en boven de bodem; de frames bleven nu vrij uitneembaar. Ondanks zijn pattent is Langstroth er niet rijk van geworden, want anderen gingen met zijn vinding aan de haal.

Tien jaar later (1861) is de kast algemeen gebruik in Amerika; in 1862 komt hij naar Engeland; in 1869 maakt Charles Dadant hem bekend in Frankrijk en Italië. Thans is hij gegaan naar alle windstreken maar ook in alle maten. Wat zou het voor Peter Bol en talloze anderen heerlijk zijn als nu het verenigde Europa eenzelfde framemaat zou invoeren! (gegevens vooral onleend aan Eva Crane, the archeology of beekeeping).
hennie oes

Piet Jager
Berichten: 2128
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: BIJENRUIMTE: Wie van de drie?

Bericht door Piet Jager » za 31 mar 2001, 10:39

Piet Jager
Deelnemer # 11
verstuurd 31-03-2001 23:06
--------------------------------------------------------------------------------
Geweldig, 'das ist Klasse'!

Jij schrijft: "George Wheeler (1682): een mandmodel, van boven wijd en dan nauwer toelopend; bovenaan was een een lattenstructuur aangebracht vanwaaraf de bijen vrij naar beneden bouwen zonder vast te kitten aan de zijwanden (vrije bouw in de korf loopt ook op die manier); de bovenlatten zaten op de goede afstanden van elkaar(!) en de raten konden op die manier vrij worden uitgenomen: groot nadeel: de manden kon je niet stapelen"

Piet: - Na 1870 kwam in Drente de zogenaamde Boxmakorf in zwang. Eveneens een ronde korf, rechtopstaande wanden en een los deksel van stro gevlochten. Onderkant deksel was voorzien van een lattenstructuur, zodat ook hier vrije, uitneembare bouw naar beneden kon plaatsvinden.

Jaren geleden kwam ik op een rommelmarkt in Westerbork zo'n korf tegen. Alles nog goed in tact met blauw geverfde strepen. Hij staat nog steeds bij mij als een soort relekwie in de schuur.

Dus, toch maar Langstroth aanhouden als de ontdekker van de bijenruimte, gezien zijn patent! 'k Zal Wieb Top (historicus) daar eens over inlichten, die woont nu in Leeuwarden en is tevens regiobestuurder van Friesland.

Hennie, ik ben je zeer erkentelijk voor je speurwerk en uitgebreide informatie c.q. dokumentatie.

Die Boxmakorf van mij staat nog afgebeeld in het boekje "De oude Imkerij" van Jacobs en Plettenburg / Uitgave: Openluchtmuseum Arnhem.
Piet

Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 44 gasten