Doppenproject 2001
Geplaatst: ma 18 jun 2001, 19:03
Doppenproject 2001 en het voorjaar van 2001.
Het bleef maar koud en steeds weer opnieuw kwam de noordelijke wind terug, die toch koele-re lucht brengt als een zuidelijke of oostelijke wind. De natuur kwam maar niet op gang en was wel drie weken achter toen er eindelijk wat warmere lucht en wat meer zon kwam. Als de wind uit het westen kwam was dat vaak met flink vochtige lucht, die weer regen veroorzaakte.
Na het voorgaande wat aangezien te hebben, besloot ik om het leveren van de aangenomen larfjes maar een tot twee weken uit te stellen. Toen het eindelijk beduidend warmer werd, ben ik toch over stag gegaan en heb op 17 mei mijn eerste starter gemaakt. Er was bijna geen stuifmeel in de volken te vinden om een starter te maken, wat eigenlijk niet zo gek was, want wat hadden de bijen nu kunnen vliegen. Maar 30% van de dopjes bleken na 27 uur aangeno-men.
Op 20 mei maakte ik twee starters, waarvan er een na 26 uur 62% aangenomen dopjes leverde en de tweede na 50 uur 72% .
De aangenomen larfjes lagen goed in het voedersap, vooral daar waar de larfjes dus 50 uur in de starter hadden gezeten.
In 2000 begon ik op 8 mei met starters maken en nu had ik pas goed succes op 20 mei.
Tot zover de starters, maar dan moeten de larfjes in de pleegvolken.
Hoe stond het daar mee? Bij mij had ik maar een enkel pleegvolk klaargemaakt en omdat ik steeds dacht wel larfjes over te houden (wat niet gebeurde) en dan voor mezelf wat koningin-nen aan te laten zetten bleef ik dat volk vanaf 11 mei maar elke dag een ½ liter voer geven.
Toen ik dan ook 23 mei een starter maakte voor mijzelf had ik ten eerste meer dan voldoende aangenomen larfjes, maar ook een zeer sterk pleegvolk met veel open broed, waar ook de stuifmeelsituatie redelijk was, maar nog niet ideaal. Ik had zelfs zoveel larfjes, dat ik er meer had, dan ik in mijn pleegvolk wilde hangen. En nu komt het:
Ik nam een ander willekeurig volk, deed de koningin in de onderste broedbak rooster erop en de larfjes met het open broed in de bovenste broedbak. Alles op een dag!!!
Toen ik 5 dagen later keek, waren alle doppen in het laatste volk dicht en in het eerste bijna.
De gesloten doppen van de beide pleegvolken hield ik apart, om te kijken hoeveel verschil het maakte.
Dat verschil was er overduidelijk, want het sterke goed voorbereide pleegvolk kreeg van de 48 aangenomen larfjes 40 gesloten doppen, waaruit 32 koninginnen kwamen.
Het andere vlug in elkaar gezette pleegvolk kreeg van de 18 aangenomen larfjes 13 gesloten doppen, waar slechts 6 kleine koninginnen uitkwamen. De kleinste was niet van een werkbij te onderscheiden zo klein.
Ik heb deze kleine koninginnen allemaal in een drieramer gezet, omdat ik die toevallig nog had, vanwege het afvoeren van 100 ramen broed en voer uit mijn carnicavolken om deze ge-lijk te maken aan de Primorskyvolken voor de vergelijkingstest. Wat daar van terecht komt vertel ik nog wel eens.
Mijn conclusie is:
1) We willen veel te snel in het voorjaar al nieuwe koninginnen hebben. Best een te be-grijpen streven, maar is dat altijd wel haalbaar. Eind mei begin juni is eigenlijk de tijd om te beginnen, dan zit er wat zwermstemming in de volken en is er voldoende stuif-meel aanwezig.
2) Maar nog een belangrijk punt is de bevruchting van de koningin! Die moet door goed gevoede geslachtsrijpe darren bevrucht worden. Darren hebben veel stuifmeel nodig en moeten lekker weer hebben, voor ze naar een paring verlangen. Daar komt bij dat er een darrencel belegt wordt, dat pas na 36 dagen de dar geslachtsrijp is. Tel maar op, het eitje 3 dagen; larfje 6 dagen; popstadium 15 dagen en dan nog 12 dagen om geslachtsrijp te worden.
3) Darren zijn gek op stuifmeel, wat een rijpe dar zelf uit de kantramen haalt, als hij hon-ger heeft. Darren vormen zo ook nog eens een flinke belasting voor een volk om van de 'darrenraatmethode'
Het bleef maar koud en steeds weer opnieuw kwam de noordelijke wind terug, die toch koele-re lucht brengt als een zuidelijke of oostelijke wind. De natuur kwam maar niet op gang en was wel drie weken achter toen er eindelijk wat warmere lucht en wat meer zon kwam. Als de wind uit het westen kwam was dat vaak met flink vochtige lucht, die weer regen veroorzaakte.
Na het voorgaande wat aangezien te hebben, besloot ik om het leveren van de aangenomen larfjes maar een tot twee weken uit te stellen. Toen het eindelijk beduidend warmer werd, ben ik toch over stag gegaan en heb op 17 mei mijn eerste starter gemaakt. Er was bijna geen stuifmeel in de volken te vinden om een starter te maken, wat eigenlijk niet zo gek was, want wat hadden de bijen nu kunnen vliegen. Maar 30% van de dopjes bleken na 27 uur aangeno-men.
Op 20 mei maakte ik twee starters, waarvan er een na 26 uur 62% aangenomen dopjes leverde en de tweede na 50 uur 72% .
De aangenomen larfjes lagen goed in het voedersap, vooral daar waar de larfjes dus 50 uur in de starter hadden gezeten.
In 2000 begon ik op 8 mei met starters maken en nu had ik pas goed succes op 20 mei.
Tot zover de starters, maar dan moeten de larfjes in de pleegvolken.
Hoe stond het daar mee? Bij mij had ik maar een enkel pleegvolk klaargemaakt en omdat ik steeds dacht wel larfjes over te houden (wat niet gebeurde) en dan voor mezelf wat koningin-nen aan te laten zetten bleef ik dat volk vanaf 11 mei maar elke dag een ½ liter voer geven.
Toen ik dan ook 23 mei een starter maakte voor mijzelf had ik ten eerste meer dan voldoende aangenomen larfjes, maar ook een zeer sterk pleegvolk met veel open broed, waar ook de stuifmeelsituatie redelijk was, maar nog niet ideaal. Ik had zelfs zoveel larfjes, dat ik er meer had, dan ik in mijn pleegvolk wilde hangen. En nu komt het:
Ik nam een ander willekeurig volk, deed de koningin in de onderste broedbak rooster erop en de larfjes met het open broed in de bovenste broedbak. Alles op een dag!!!
Toen ik 5 dagen later keek, waren alle doppen in het laatste volk dicht en in het eerste bijna.
De gesloten doppen van de beide pleegvolken hield ik apart, om te kijken hoeveel verschil het maakte.
Dat verschil was er overduidelijk, want het sterke goed voorbereide pleegvolk kreeg van de 48 aangenomen larfjes 40 gesloten doppen, waaruit 32 koninginnen kwamen.
Het andere vlug in elkaar gezette pleegvolk kreeg van de 18 aangenomen larfjes 13 gesloten doppen, waar slechts 6 kleine koninginnen uitkwamen. De kleinste was niet van een werkbij te onderscheiden zo klein.
Ik heb deze kleine koninginnen allemaal in een drieramer gezet, omdat ik die toevallig nog had, vanwege het afvoeren van 100 ramen broed en voer uit mijn carnicavolken om deze ge-lijk te maken aan de Primorskyvolken voor de vergelijkingstest. Wat daar van terecht komt vertel ik nog wel eens.
Mijn conclusie is:
1) We willen veel te snel in het voorjaar al nieuwe koninginnen hebben. Best een te be-grijpen streven, maar is dat altijd wel haalbaar. Eind mei begin juni is eigenlijk de tijd om te beginnen, dan zit er wat zwermstemming in de volken en is er voldoende stuif-meel aanwezig.
2) Maar nog een belangrijk punt is de bevruchting van de koningin! Die moet door goed gevoede geslachtsrijpe darren bevrucht worden. Darren hebben veel stuifmeel nodig en moeten lekker weer hebben, voor ze naar een paring verlangen. Daar komt bij dat er een darrencel belegt wordt, dat pas na 36 dagen de dar geslachtsrijp is. Tel maar op, het eitje 3 dagen; larfje 6 dagen; popstadium 15 dagen en dan nog 12 dagen om geslachtsrijp te worden.
3) Darren zijn gek op stuifmeel, wat een rijpe dar zelf uit de kantramen haalt, als hij hon-ger heeft. Darren vormen zo ook nog eens een flinke belasting voor een volk om van de 'darrenraatmethode'