Carnica versus Buckfast
Geplaatst: ma 20 nov 2000, 16:21
Hier is er ook nog een. Met dank aan Piet (van de veluwe)
Carnica versus Buckfast
Laten we de zaak nog eens op een rijtje zetten.
Toen er duizenden jaren geleden in de teelt van huisdieren en productiegewassen
nog op goed geluk werd 'rondgetast", werd er slechts langzaam vooruitgang geboekt.
In onze tijd gaat men door de toegenomen kennis bewuster en sneller te werk.
De oorspronkelijke Carnica, afkomstig uit een gebied ten zuiden van de Oostenrijkse Alpen en de Balkan, werd door de lokale bevolking uit Krain (Joegoslavie) door selectieve teelt tot de bekende Krainer-bij "gemaakt", de voorloper van de huidige Carnica. Daar zij voor de zomer over veel zwermen wensten te beschikken, werden deze Krainer-Carnica's zeer zwermlustig.
Door de overschakeling van korf- naar kastimkerij in de jaren 1920-1950 en de verschuiving van het drachtaanbod in het voorjaar, kwam er behoefte aan sterke, maar ook zwermtrage volken. De gebruikte Carnica's voldeden toen geenszins aan deze eisen.
Door selectie op hoge honingopbrengsten, zwermtraagheid, zachtaardigheid en vroege voorjaarsontwikkeling kwam men rond 1930 tot de nieuwe Carnica (G.Sklenar/Oostenrijk en A. Peschetz/Oost Tirol). Stond de oorspronkelijke "Krainer-Carnica" in een slecht daglicht, de nieuwe geselecteerde Carnica werd door sommigen gezien als "een gift van moeder natuur". Anno 2000 bestaan die mensen nog steeds! En daar is gelukkig niets mis mee!!!!!!!!
Door selectie voegt men echter geen nieuwe erffactoren toe. Bepaalde positieve eigenschappen binnen de aanwezige erffactoren worden geïntensiveerd en de negatieve eigenschappen worden zoveel mogelijk onderdrukt of uitgeschakeld. De raszuivere teelt naar gewenste eigenschappen, zowel bij de Carnica als de Buckfastbij, zou op de lange duur wel eens een doodlopende weg kunnen zijn. Denk in dit verband maar eens aan de vermaarde Barneveldse kip!
De Buckfaststammen zijn verkregen uit kruisingenteelt. De oude Engelse bij werd gekruist met de Ligurische bij (Italie). Toen deze een stabiele erfelijke vorm had gekregen, werden eigenschappen van de Franse bij toegevoegd en later die van de Griekse en nog later die van de Anatolische. Dit alles in de hoop dat enkele van de beste eigenschappen van de
uitgangsrassen zich in zo'n nieuwe stam blijvend zouden manifesteren. Het is broeder Adam aardig gelukt om zijn "schepping" vrij stabiel te laten vererven.
In de Buckfast-bij zijn dus "alle" eigenschappen latent aanwezig. Door selectie kan de imker zelf kiezen of hij volken met een sterke voorjaarsontwikkeling (fruit, etc.) dan wel juist een najaarsontwikkeling (heide) wenst. Ook mondiaal, waar de drachtomstandigheden over het jaar verdeeld nogal variabel zijn, is de Buckfast-bij goed inzetbaar.
Momenteel wordt nog steeds aan de "schepping" van broeder Adam 'gewerkt' door professionele koninginnentelers met toepassing van de huidige wetenschappelijke kennis over vererving en selectie. Door dat "alle" eigenschappen in deze bij latent aanwezig zijn, biedt dit steeds weer een scala aan mogelijkheden met haar diversiteit aan genen.
De stabiliteit van de beste eigenschappen is misschien niet voor de 100% gelukt, maar een ding is zeker voor wie met Buckfastbijen wil gaan werken: "Wordt Buckfast met Buckfast gepaard, dan is het resultaat Buckfast en niet een verzameling uitsplitsingstypen". Misschien mag je hier dan ook al voorzichtig spreken van een nieuw "ras". De Buckfastbij is een gecreëerd 'ras'
Carnica versus Buckfast
Laten we de zaak nog eens op een rijtje zetten.
Toen er duizenden jaren geleden in de teelt van huisdieren en productiegewassen
nog op goed geluk werd 'rondgetast", werd er slechts langzaam vooruitgang geboekt.
In onze tijd gaat men door de toegenomen kennis bewuster en sneller te werk.
De oorspronkelijke Carnica, afkomstig uit een gebied ten zuiden van de Oostenrijkse Alpen en de Balkan, werd door de lokale bevolking uit Krain (Joegoslavie) door selectieve teelt tot de bekende Krainer-bij "gemaakt", de voorloper van de huidige Carnica. Daar zij voor de zomer over veel zwermen wensten te beschikken, werden deze Krainer-Carnica's zeer zwermlustig.
Door de overschakeling van korf- naar kastimkerij in de jaren 1920-1950 en de verschuiving van het drachtaanbod in het voorjaar, kwam er behoefte aan sterke, maar ook zwermtrage volken. De gebruikte Carnica's voldeden toen geenszins aan deze eisen.
Door selectie op hoge honingopbrengsten, zwermtraagheid, zachtaardigheid en vroege voorjaarsontwikkeling kwam men rond 1930 tot de nieuwe Carnica (G.Sklenar/Oostenrijk en A. Peschetz/Oost Tirol). Stond de oorspronkelijke "Krainer-Carnica" in een slecht daglicht, de nieuwe geselecteerde Carnica werd door sommigen gezien als "een gift van moeder natuur". Anno 2000 bestaan die mensen nog steeds! En daar is gelukkig niets mis mee!!!!!!!!
Door selectie voegt men echter geen nieuwe erffactoren toe. Bepaalde positieve eigenschappen binnen de aanwezige erffactoren worden geïntensiveerd en de negatieve eigenschappen worden zoveel mogelijk onderdrukt of uitgeschakeld. De raszuivere teelt naar gewenste eigenschappen, zowel bij de Carnica als de Buckfastbij, zou op de lange duur wel eens een doodlopende weg kunnen zijn. Denk in dit verband maar eens aan de vermaarde Barneveldse kip!
De Buckfaststammen zijn verkregen uit kruisingenteelt. De oude Engelse bij werd gekruist met de Ligurische bij (Italie). Toen deze een stabiele erfelijke vorm had gekregen, werden eigenschappen van de Franse bij toegevoegd en later die van de Griekse en nog later die van de Anatolische. Dit alles in de hoop dat enkele van de beste eigenschappen van de
uitgangsrassen zich in zo'n nieuwe stam blijvend zouden manifesteren. Het is broeder Adam aardig gelukt om zijn "schepping" vrij stabiel te laten vererven.
In de Buckfast-bij zijn dus "alle" eigenschappen latent aanwezig. Door selectie kan de imker zelf kiezen of hij volken met een sterke voorjaarsontwikkeling (fruit, etc.) dan wel juist een najaarsontwikkeling (heide) wenst. Ook mondiaal, waar de drachtomstandigheden over het jaar verdeeld nogal variabel zijn, is de Buckfast-bij goed inzetbaar.
Momenteel wordt nog steeds aan de "schepping" van broeder Adam 'gewerkt' door professionele koninginnentelers met toepassing van de huidige wetenschappelijke kennis over vererving en selectie. Door dat "alle" eigenschappen in deze bij latent aanwezig zijn, biedt dit steeds weer een scala aan mogelijkheden met haar diversiteit aan genen.
De stabiliteit van de beste eigenschappen is misschien niet voor de 100% gelukt, maar een ding is zeker voor wie met Buckfastbijen wil gaan werken: "Wordt Buckfast met Buckfast gepaard, dan is het resultaat Buckfast en niet een verzameling uitsplitsingstypen". Misschien mag je hier dan ook al voorzichtig spreken van een nieuw "ras". De Buckfastbij is een gecreëerd 'ras'