Tweemoerensysteem in de lattenkast
Geplaatst: za 02 jun 2018, 15:48
(Het spijt me dat ik het interessante onderwerp 'Raathoning in pot' beconcurreer. 't Is duidelijk vechten om de aandacht hier.)
Bijenvrienden!,
Vandaag eindelijk uitgevoerd wat ik al twee of drie jaar van plan was, maar wat er telkens door omstandigheden niet van kwam. Vorig jaar lukte bijvoorbeeld kwam ik er niet aan toe door het ijskoude voorjaar.
Van de Britse imker Phil Chandler heb ik het idee geleend en het werkt als volgt. (Phil Chandler is een Brit en een fanatieke bevorderaar van de lattenkast. Zie http://www.biobees.com)
Bouw een lange lattenkast. Laat het volk groeien en groeien en splits het door er begin mei een vlieger van te maken. De vlieger blijft natuurlijk in dezelfde kast, op dezelfde plaats, maar de broedaflegger ook! Om er nou voor te zorgen dat de bijen in de broedaflegger goed afvliegen op de oude moer, is de vlieger georiënteerd op de vlieggaten aan de korte zijde van de kast, terwijl de broedaflegger zich oriënteert op de vlieggaten aan de lange zijde van de kast, flink ver van elkaar dus. De beide volken worden strikt van elkaar gescheiden door een plank die precies de vorm van de kast heeft.
Zodra de jonge moer aan de leg is, wat zou moeten samenvallen met het begin van de lindedracht, haal je de scheidingsplank weg. Daarna creëer je enige ruimte tussen vlieger en broedaflegger. Vervolgens ga je de beide volken van elkaar scheiden door middel van moerroosters (Deze zul je helaas zelf moeten maken. Ik heb daarvoor een bevriende meubelmaker met een slijptol losgelaten op wat oude roosters, die ik voor een prikkie kocht op de bijenmarkt van Veenendaal, herinner ik mij.) De moerroosters geef je aan weerszijden smalle vullatjes, zodat de afstand tussen de raat en het rooster correct is.
De lege ruimte vul je op met lege latten of uitgebouwde latten. De hoeveelheid laat je vanzelf afhangen van de omvang van de beide volken. Over de volken op de foto's ben ik buitengewoon tevreden, dus in een optimistische bui heb ik gekozen voor vijf latten, drie uitgebouwd, twee leeg (voor de linderaathoning).
Helaas is de zomerdracht op mijn stand niet zo geweldig. Deze kasten staan in de uiterwaarden langs de IJssel, in een appelboomgaard. Daar halen ze heus wel zomerhoning, maar de afstand tot de drachtbronnen is aanzienlijk, dus daarom valt de zomeropbrengst hier meestal tegen. De kasten staan eerlijk gezegd vooral te wachten op de heide.
We zullen zien hoe het afloopt. Ik hoop dat je voor me wil duimen.
Groet,
Bart
Bijenvrienden!,
Vandaag eindelijk uitgevoerd wat ik al twee of drie jaar van plan was, maar wat er telkens door omstandigheden niet van kwam. Vorig jaar lukte bijvoorbeeld kwam ik er niet aan toe door het ijskoude voorjaar.
Van de Britse imker Phil Chandler heb ik het idee geleend en het werkt als volgt. (Phil Chandler is een Brit en een fanatieke bevorderaar van de lattenkast. Zie http://www.biobees.com)
Bouw een lange lattenkast. Laat het volk groeien en groeien en splits het door er begin mei een vlieger van te maken. De vlieger blijft natuurlijk in dezelfde kast, op dezelfde plaats, maar de broedaflegger ook! Om er nou voor te zorgen dat de bijen in de broedaflegger goed afvliegen op de oude moer, is de vlieger georiënteerd op de vlieggaten aan de korte zijde van de kast, terwijl de broedaflegger zich oriënteert op de vlieggaten aan de lange zijde van de kast, flink ver van elkaar dus. De beide volken worden strikt van elkaar gescheiden door een plank die precies de vorm van de kast heeft.
Zodra de jonge moer aan de leg is, wat zou moeten samenvallen met het begin van de lindedracht, haal je de scheidingsplank weg. Daarna creëer je enige ruimte tussen vlieger en broedaflegger. Vervolgens ga je de beide volken van elkaar scheiden door middel van moerroosters (Deze zul je helaas zelf moeten maken. Ik heb daarvoor een bevriende meubelmaker met een slijptol losgelaten op wat oude roosters, die ik voor een prikkie kocht op de bijenmarkt van Veenendaal, herinner ik mij.) De moerroosters geef je aan weerszijden smalle vullatjes, zodat de afstand tussen de raat en het rooster correct is.
De lege ruimte vul je op met lege latten of uitgebouwde latten. De hoeveelheid laat je vanzelf afhangen van de omvang van de beide volken. Over de volken op de foto's ben ik buitengewoon tevreden, dus in een optimistische bui heb ik gekozen voor vijf latten, drie uitgebouwd, twee leeg (voor de linderaathoning).
Helaas is de zomerdracht op mijn stand niet zo geweldig. Deze kasten staan in de uiterwaarden langs de IJssel, in een appelboomgaard. Daar halen ze heus wel zomerhoning, maar de afstand tot de drachtbronnen is aanzienlijk, dus daarom valt de zomeropbrengst hier meestal tegen. De kasten staan eerlijk gezegd vooral te wachten op de heide.
We zullen zien hoe het afloopt. Ik hoop dat je voor me wil duimen.
Groet,
Bart