fusie,2, 100 jaar later

[Romée van der Zee]

In welke situatie bevinden we ons als imkerij ruim 100 jaar later?
Imkerij als hoofd- of neveninkomen komt, een uitzondering daargelaten, hier niet meer voor. De produktie van honing is verschoven naar gebieden waar de klimatologische omstandigheden gunstiger zijn voor een hoge opbrengst, en waar de arbeidskosten laag zijn.
Het inzicht dat insecten als bestuivers van grote economische betekenis zijn voor de landbouw is gegroeid. De hobbyimker kan in die behoefte voldoende voorzien. Verwacht mag worden dat bij het afnemen van het aantal hobbyimkers, betere economische voorwaarden ontstaan voor beroepsmatige bestuivingsimkerij.
Door de overgang naar hobbyimkerij is de economische en wetenschappelijke infrastruktuur die in de twintigste eeuw ontstaan is onder druk gekomen. Honingzemerijen gaan failliet, wetenschappelijk bijenonderzoek verdwijnt. Het is bijna zover dat er geen wetenschappelijk bijenonderzoek aan de Nederlandse universiteiten meer plaatsvindt. De Ambrosiushoeve gaat met de andere landbouwproefstations op in een nieuwe organisatie verbonden aan de Landbouw Universiteit Wageningen en zal daar marktconform moeten opereren.