Premier Grand Cru

[henkvanderscheer]

Premier Grand Cru

Het imkerforum voldoet beslist aan de gewenste kwaliteit om discussie te voeren over aspecten van het bijenhouden. "To the point" (of soms "far beyond") en zo af en toe met veel emotie. Niks mis mee dus. Onlangs mocht ik met veel genoegen een bijeenkomst van de web-redactie bijwonen. Zo gezegd aan het neusje van de zalm ruiken. Je zou als "eerst verantwoordelijk" HB-lid bijna op je lauweren gaan rusten. In deze tijden natuurlijk met een goed glas wijn in de hand. Nou treft het dat ik in de vacantie nog een paar flessen Riesling "Alsace Grand Cru" heb meegnomen.
Edoch, discussies nemen soms een bedenkelijke wending. Dat is ook de laatste tijd een paar maal het geval geweest. Reden voor mij om ook maar eens emotioneel te worden en in de pen te klimmen. Ik zou de volgende drie zaken willen aansnijden.

1. Verdwijnen/sterfte van volken: hoe stel je een diagnose
Een treurige zaak voor de imker die het overkomt. Je staat bijna te janken bij de kasten en dan zijn er van die "mafkezen" (excusez le mot) die niet willen komen kijken. Die doodleuk zeggen: "Wij moeten helaas prioriteiten stellen en dus kunnen we niet komen kijken. Stuur maar een monster op. Dan komt het wel goed met de diagnose; het zal wel varroa zijn." Om uit je vel te springen. "Te rationeel, te weinig compassie met de mede-imker en slecht voor het imago van PPO-bijen." zou ik als HB-lid voorzichtig willen zeggen. En dat heb ik ook te bestemder plaatse duidelijk gemaakt.
Natuurlijk wend je je als slachtoffer dan tot een ander, tot bijvoorbeeld "Celle". Maar eerlijk is eerlijk: ook die zijn niet komen kijken. Er is een monster opgestuurd en de uitslag bevestigde het al eerder geuite vermoeden: Sterfte van bijen door virussen die hun kans kregen door verzwakking van de volken vanwege te grote aantallen varroamijten.

2. Gif, gif en nog eens gif: hoe komen we er van af?!!
Er wordt - niet altijd even legaal - wat af geëxperimenteerd om de mijten de baas te blijven: van fluvalinaat (in Apistan-strips) via amitraz (in "Belgische-strips" en in Taktic), broompropylaat (in Folbex) en cymiazol (in Apitol) tot aërosols van coumaphos (in Perizin en Asuntol). En helpt het? We weten van de toepassing van Apistan-strips dat er op veel plaatsen resistentie in de mijtenpopulatie is geselecteerd. Kortom: het middel is onvoldoende effectief geworden. Datzelfde geldt voor verwante middelen uit de groep van de synthetische pyrethroïden. Er is namelijk kruisresistentie vastgesteld. Nu zou in het "Hoge Noorden" ook coumaphos onvoldoende effectief zijn! Resistentie??? Dan had je ook maar moeten afwisselen van middel, luidde een advies op het forum. Of nog beter: had je maar een coctail van middelen moeten gebruiken.
Mensen, wees wijzer. Die werkwijze lost het uiteindelijke probleem niet op, maar stelt alleen het tijdstip waarop de resistentie algemeen toeslaat wat uit. Dat heeft de bestrijding van spintmijten in de fruitteelt wel duidelijk gemaakt. Daar zijn vanaf 1945 tot 1985 ruim 13 verschillende acariciden ingezet, met als resultaat dat uiteindelijk niks meer effectief was. Een doodlopende weg. Gelukkig kwam men daar bijtijds bij zinnen en stapte men over op biologische bestrijding van de spintmijten. Dat is in ons geval helaas (nog) niet mogelijk. Waar wij naar toe moeten is resistentie van honingbijen tegen varroamijten. Er is hoop: Er zijn Primorsky's en hier en daar volken die al meerdere jaren zonder bestrijdingsmaatregelen overleven. Het kan dus wel! In de overgangsperiode hebben we "aanvullende" middelen nodig, zoals darrenraatmethode, organische zuren en etherische oliën. Ook die laten residuen na in de honing, maar deze zijn acceptabel voor een "natuurproduct". Organische zuren en etherische oliën komen namelijk al van nature voor in honing.

3. Hoe besteden we "ons gezamenlijke" geld?
"Wij" betalen toch voor het (diagnostisch) onderzoek bij PPO-bijen (voorheen de Ambrosiushoeve) en wie betaalt, bepaalt. Kortom

[Jan Kruit]

Ondanks het feit dat we met zijn allen in de kerstsfeer zitten en niet al te veel op het internet willen surfen toch nog maar een reactie op de door jouw aangesneden zaken.

-1-. Verdwijnen/sterfte van de volken: hoe stel je diagnose.

Je stelling dat de medewerkers van een Duits Bijen Instituut ook niet komen kijken is juist. Het is natuurlijk een ander verhaal voor PPO. Dit is, zoals je terecht stelt, een instituut wat voor 50% door de overheid is gesubsidieerd en maar voor een klein deel van de Nederlandse imkers. Toch is dat voor de imker in Nederland het enigste waar zij of op terug kan vallen. Heb je spuitschade dan kom je bij de A.I.D. en voor ziekte gevallen (waar we hier over spreken) kun je ALLEEN bij PPO sector Bijen terecht. De laatste bladzijde van het blad BIJEN zal u dit bevestigen.
De stelling dat je toch al weet dat je bijen ten onder gegaan zijn aan de varoa is niet juist.
Het eerste vermoeden was nl. spuitschade wat de A.I.D. met een gedegen onderzoek heeft aangetoond. Als dat wel zo was hoef je geen bevestiging meer van wat je al weet.

-2-. Gif, gif en ………..

Het is duidelijk dat we niet tot in lengte van dagen door kunnen gaan met de toepassing van chemische bestrijdings middelen. De genoemde organische zuren hebben reeds voor een deel hun weg gevonden in de bijenteelt echter zijn deze niet ongevaarlijk voor de imker. Ook het behandelen met oxaalzuur geeft de nodige gevaren en is ook nog niet toegelaten in Nederland.
Om toch nog enige bijenvolken voor de imkers te behouden zullen we chemisch moeten behandelen ondanks dat je dan de mogelijkheid tot resistentie hebt. Voorbeeld daarvan zijn natuurlijk de Apistan strips. Verder is er al veel geschreven over de rest van de genoemde middelen.


-3-. Hoe besteden we ons gezamenlijk geld ?

De door jouw geschetste bijdrage van de imkers is juist. Maar je vergeet één heel belangrijk punt. De subsidie die aan PPO verstrekt wordt vanuit Brussel die ook voor de Nederlandse imker bestemd is. Dit is een subsidie die bij veel mensen niet bekend is maar wel vanuit Brussel komt onder de noemer dat dit aan de Nederlandse Bijenteelt besteed gaat worden.
De afspraken die gemaakt zijn tussen “verenigd” imkerend Nederland ( lees Bedrijfsraad) en de overheid kunnen we natuurlijk niet eenzijdig opzeggen. Toch wil ik er voor pleiten om NU reeds de discussie aan te gaan met Imkerend Nederland of de bijdrage behouden moet blijven en wat voor alternatieven er zijn.
Zoals je noemde zal PPO “sponsors” moeten zoeken en dat kan een basis zijn voor betere onderhandelingen. In ieder geval beter dan de huidige opgelegde bijdrage.

Voor een dubbeltje op de eerste rand zitten in reeds lang voorbij. De prijzen zijn verhoogd met de invoering van de euro.

Ik hoop dat jou je glas/fles Premier Grand Cru goed heeft gesmaakt en wens je dan ook veel wijsheid toe in het nieuwe jaar 2003.




Met vriendelijke Imkersgroet
uit het "hoge Noorden"

Jan Kruit

http://www.kruit-marga-jan.tmfweb.nl

[henkvanderscheer]

Beste Jan,

In het voorgaande heb ik gereageerd op de opmerking "ons" geld. Wij, de georganiseerde bijenhouderij, dragen slechts € 4,54 per imker bij aan (een klein deel van) het onderzoek te Hilvarenbeek. Dat is dus duidelijk "ons" geld. Je hebt gelijk met de opmerking dat ook de Europese gemeenschap (EG) geld ter beschikking stelt van de bijenhouderij en dat ook Nederlandse imkers daarvan moeten kunnen profiteren. Dat is dus niet "ons" geld, maar geld van de belastingbetaler. "Wij" krijgen dat onder voorwaarden. Ik zal proberen daar de komende dagen wat over uit te leggen.

Henk

[bijens]

Premier Grand Cru; hoe vertel ik in de kortst mogelijke tijd op een interessante amicale manier zoveel mogelijke onzin. Hoe verdoezel ik mijn verstand van zaken op een populistische wijze. Zo moet ongeveer de gedachtegang zijn geweest van het HB-lid Henk van der Scheer toen hij zijn benevelde hersenspinsels aan de buitenwereld toevertrouwde.
Het impliceert op een buitengewoon goede manier het manco waar de Nederlandse bijenhouderij op bestuurlijk niveau onder gebukt gaat en ging, het is tevens beangstigend dat deze bestuurders de lijnen voor de toekomst uit moeten zetten. Op Europees niveau stelt de huidige Nederlandse bijenhouderij niets meer voor, ze is verworden tot een onderontwikkeld gebied in een hoogstaande beschaving en samenleving (zoals men ons wil doen geloven) met dank aan de bestuurlijke mentaliteit '“ en kwaliteitsniveaus.
Hierbij wil ik het HB-lid van der Scheer dan ook adviseren zijn interesse te verleggen van wijn naar bestuurlijke zaken en Europese wetgeving betreffende de bijenhouderij, en interessant doenerei aan anderen over te laten.

1.Verdwijnen/sterfte van volken: hoe stel je een diagnose
In het noorden van Europa zijn vele bijenvolken verloren gegaan in de tweede helft van 2002. Vermoedelijk is het een klimatologisch probleem die in combinatie met varroa, virussen, stuifmeel gebrek en plantenbestrijdingsmiddelen is begonnen in het natte najaar van 2001, en in de zeer natte en koude maanden juni/juli van 2002 zijn beslag heeft gekregen. In het Deutsches Bienen Journal van 1-2003 wordt hier uitgebreid aandacht aan besteed en is men in Celle een onderzoek gestart, het gaat mij te ver om het hier vertaalt op te schrijven. Maar het is beslist niet zo dat de volken alleen door varroa te gronde zijn gegaan, wel hebben de varroamijten, toen de volken al zo verzwakt waren dat er niets meer te reden viel, de genadeklap uit gedeeld. Ik kan dan ook niet anders concluderen dan dat de van der Scheer (PPO bijen) diagnose van een zelfde orde is als de klepel en de bel.
Het is dan ook terecht dat Dhr. Kruit het disfunctioneren van PPO bijen ter discussie stelt.
Het HB-lid van der Scheer doet nogal meesmuilend over het feit dat er ook vanuit Celle niemand is wezen kijken. Dit was ook niet nodig, een achteraf diagnose ter plaatse, in een vroeg stadium is vanuit Celle, met circulaires, voor deze situatie gewaarschuwd. Wat niet gezegd kan worden van PPO bijen, HB '“ VBBN of de Bedrijfsraad die hier voor ingehuurd zijn. Wel legt het op pijnlijke wijze, voor boven genoemde instanties, de amateuristische denk en handelswijze bloot. Alle informatie betreffende de bijenhouderij door PPO bijen verstrekt is buitenlandse informatie, je kunt je dan ook afvragen of de gelden van de Nederlandse bijenhouderij, incl. EU subsidies, nuttig besteed zijn. Tevens zal de informatie van PPO bijen altijd achter de feiten aanhobbelen daar ze zelf eerst informatie moet inwinnen of krijgen.
Maar door het pettenvirus is dit onderwerp binnen de bestuurlijke top van de Nederlandse bijenhouderij onbespreekbaar.

De punten 2 en 3 zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en kunnen als een onderwerp worden behandeld.
2. Gif, gif en nog eens gif: hoe komen we er van af?!!
3. Hoe besteden we 'ons gezamenlijke'

[Piet Jager]

Op dit moment bepaalt de imkerij, via de Bedrijfsraad, naar welke projecten bij PPO – bijen het onderzoeksgeld gaat.” (citaat uit Premier Grand Cru, punt 3)
Hier is alles mee gezegd, hoe het zou moeten, maar zo gaat het niet HB-lid van der Scheer. Door de regentenmentaliteit bepalen bestuurders, bedrijfsraad en de overheid samen waar het geld naar toegaat en niet de imkerij.

Hoe is de huidige situatie zo ontstaan, Lammert? In het verleden heeft de VBBN de imkerij er vaak bij betrokken en herhaaldelijk oproepen gedaan aan de besturen van de afdelingen om suggesties te doen voor onderzoek. Hier werd door de afdelingsbesturen nauwelijks of niet op gereageerd. Hebben wij die regentenmentaliteit door onze eigen 'laksheid' niet zelf een beetje in de hand gewerkt. Welke suggesties heeft de groep Groningen in het verleden ooit naar voren gebracht??? Ik denk dat wij zelf eerst de hand in eigen boezem moeten steken voor wij met een beschuldigende vinger gaan wijzen naar de ander (Exodus 4 vers 6 voor de Bijbelgetrouwen).

!Piet

[Frans vanTongeren]

Heer Sligter,
Uw profiel geeft aan dat u in het jaar 476 bent geboren. Uw profiel geeft tevens aan dat uw beroep imker is en dat met 20! volken honing op het brood moet zien te krijgen.
Daarom, denk ik, zal men uw betoog wat moeten relativeren..
Henk van der Scheer lijkt mij een HoofdBestuurder waar wij verguld mee moeten zijn. Dat is in het verleden wel gebleken. Van der Scheer bezit kennis, weet goed te luisteren en is ontvankelijk voor vernieuwing.
Daarom ben ik niet blij met uw wat denigrerende maidenspeech.

[Romée van der Zee]

Lammert Sligter wijst op publicatie 1221/97 van de Europese Gemeenschap. Deze publicatie en de daarmee samenhangende Europese stukken zijn te vinden op Bijenhouden.nl onder dossiers.
Een directe link is:
http://www.bijenhouden.nl/dossiers/wetg ... _index.asp
Romée

[bijens]

Mevrouw van der Zee,
De publicaties waar u naar verwijst is oude informatie, verordening 1221/97 in het dossier is gewijzigd. Verordening 1221/97 definitief is niet compleet, uw verzie heeft maar 16 pagina's het originele 40. Daarnaast behoord ook 2300/97 in het dossier te zitten, laatste wijziging april 2001. Het archief is een zeer zwak aftreksel van de werkelijk EU informatie betreffende de bijenhouderij die in mijn bezit is en dagelijks zoniet wekelijks wordt bijgewerkt.

Geachte heer van tongeren,
Uw foto geeft aan dat u doodgraver bent en er zich ook naar gedraagt. Wat mijn beroep is gaat niemand wat aan, de 20 bijenvolken zijn mijn eigendom en ik hoef er gelukkig niet van te eten. Uw betoog over Henk van der Scheer geeft aan dat u iets van hem moet hebben, over de rest kan men van gedachten en inzicht verschillen. De een houd nauw eenmaal van de moeder de ander van de dochter.

Geachte heer de Jager,
Hoe de huidige situatie is ontstaan, ik denk dat we dan heel ver terug moeten gaan. Misschien wel naar een tijd dat jij en ik nog geen imker waren, ik denk dat je dan moet beginnen bij Ridder van Rappart een regent bij uitstek.
Het is juist dat het landelijk bestuur de imkerij er altijd bij probeerde te trekken. Ik kan mij nog zeerveel suggesties herinneren die ingediend zijn, meestal was ik daar zelf bij betrokken. Maar wat kwam er van terecht, niets. Het was altijd te duur, niet van belang, niet toepasbaar of wij zagen het verkeerd. We zijn zelfs voor twee suggesties naar Hilvarenbeek gereisd om ze te bespreken met de toenmalige directeur Aad de Ruijter. De eerste ging over koolzaad (ras synergie) waar we toen grote problemen mee hadden. De tweede ging over mierenzuur verdampers en de bestrijding van de varroamijten, toen we weggingen was ons toegezegd dat er onderzoek naar zou worden gedaan. En wat is er van terechtgekomen, niets.
En zo kan ik nog wel een poosje door gaan waar ik eigenlijk geen zin in heb, maar van laksheid kun je de groep Groningen niet beschuldigen! En de hand in eigen boezem steken al helemaal niet, daar heeft de groep in het verleden te veel initiatieven voor ontplooid en verwezenlijkt.

Lammert Sligter

[Romée van der Zee]

Mevrouw van der Zee,
De publicaties waar u naar verwijst is oude informatie, verordening 1221/97 in het dossier is gewijzigd. Verordening 1221/97 definitief is niet compleet, uw verzie heeft maar 16 pagina's het originele 40. Daarnaast behoord ook 2300/97 in het dossier te zitten, laatste wijziging april 2001. Het archief is een zeer zwak aftreksel van de werkelijk EU informatie betreffende de bijenhouderij die in mijn bezit is en dagelijks zoniet wekelijks wordt bijgewerkt.
Lammert Sligter

Beste Lammert,
Je noemde in je artikel enkele Europese verordeningen, zonder die verder toe te lichten. Ik heb daarop een poging gedaan om onmiddellijk deze publicaties beschikbaar te maken. Er zijn na de eerste uitgave regelmatig bijstellingen gekomen, en ik zal die tzt zeker verwerken. Als jij dat al gedaan hebt, stuur ze me dan op, herken de goede bedoeling en lever een bijdrage aan een zaak, die ook mij ter harte gaat. Bij voorkeur op een manier, waarop ik me niet een prutser hoef te voelen.
publicatie 2300/97 zit ook in het dossier, het werd een uur later geplaatst dan de andere drie stukken.
Romée

ps hieronder het oorspronkelijke document, waarop na 1997 10 wijzigingen volgden. De verordening zelf beslaat maar één pagina.


Verordening (EG) nr. 1221/97 van de Raad van 25 juni 1997 houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing
Publicatieblad Nr. L 173 van 01/07/1997 blz. 0001 - 0002




VERORDENING (EG) Nr. 1221/97 VAN DE RAAD van 25 juni 1997 houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 42 en 43,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad het discussiedocument over de situatie in de Europese bijenteelt heeft meegedeeld, waarin de situatie en de moeilijkheden in de betrokken sector worden toegelicht;
Overwegende dat de bijenteelt een tak van de landbouw is die voornamelijk gericht is op de instandhouding en ontwikkeling van de economische activiteit op het platteland en de productie van honing en andere producten van de bijenteelt en op het ecologisch evenwicht;
Overwegende dat de bijenteelt wordt gekenmerkt door grote verschillen in productieomstandigheden en opbrengsten en door de versnippering en de heterogeniteit van zowel de productie als de afzet; dat er momenteel op de honingmarkt van de Gemeenschap een gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod is;
Overwegende dat, gezien de uitbreiding van de varroamijtziekte in verscheidene lidstaten in de afgelopen jaren en de moeilijkheden die deze ziekte met zich brengt voor de honingproductie, een actie op communautair niveau noodzakelijk blijkt;
Overwegende dat derhalve om de productie en de afzet van honing in de Gemeenschap te verbeteren onverwijld elk jaar nationale programma's moeten worden opgesteld die maatregelen omvatten voor de bestrijding van de varroamijtziekte en aanverwante ziekten, de rationalisatie van de transhumance, het beheer van regionale bijenteeltcentra en de samenwerking in het kader van onderzoeksprogramma's inzake verbetering van de honingkwaliteit;
Overwegende dat het, om de statistische gegevens betreffende de sector te vervolledigen, dienstig is de lidstaten een studie over de structuur van de sector te laten uitvoeren, waarin de productie, de afzet en de prijsvorming worden onderzocht;
Overwegende dat de uitgaven die door de lidstaten worden gedaan om te voldoen aan de verplichtingen die uit deze verordening voortvloeien, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (4) voor rekening van de Gemeenschap komen;
Overwegende dat een referentiebedrag als bedoeld in punt 2 van de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 6 maart 1995 in deze verordening wordt opgenomen, zonder dat dit invloed heeft op de bij het Verdrag vastgestelde bevoegdheden van de begrotingsautoriteit (5),
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:


Artikel 1
1. Bij deze verordening worden maatregelen vastgesteld tot verbetering van de productie en de afzet van honing zoals bedoeld in Richtlijn 74/409/EEG van de Raad van 22 juli 1974 betreffende de harmonisatie van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake honing (6). De lidstaten kunnen te dien einde voor elk jaar nationale programma's opstellen.
2. Deze maatregelen die in die programma's kunnen worden opgenomen, hebben betrekking op:
a) technische bijstand aan bijenhouders en aan de honingwinnings- en opslaginstallaties van de bijenhoudersgroeperingen, om de kwaliteit van de productie en de extractie van honing te verbeteren;
b) bestrijding van de varroamijtziekte en aanverwante ziekten, alsmede verbetering van de behandeling van bijenkasten, de oogst, de opslag en de verpakking van honing;
c) rationalisatie van de transhumance;
d) steun voor de laboratoria voor analyse van de fysische en chemische kenmerken van de honing;
e) samenwerking met instanties die gespecialiseerd zijn in de uitvoering van programma's inzake onderzoek voor de verbetering van de honingkwaliteit.
3. De bepalingen van artikel 4 van Verordening nr. 26 inzake de toepassing van bepaalde regels betreffende de mededinging op de voortbrenging van en de handel in landbouwproducten (7) blijven van toepassing op de andere vormen van staatssteun dan die welke zijn opgenomen in de krachtens artikel 4 van deze verordening goedgekeurde programma's.

Artikel 2
Om voor de in artikel 3 vastgestelde medefinanciering in aanmerking te komen, moeten de lidstaten vóór 15 december 1997 een studie uitvoeren van de bijenteelt op hun grondgebied waarin de productie en de afzet worden onderzocht.

Artikel 3
De op grond van deze verordening gedane uitgaven worden beschouwd als uitgaven in de zin van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad.
De Gemeenschap financiert de nationale programma's voor 50 % van de uitgaven van de lidstaat voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde maatregelen die in nationale programma's zijn opgenomen.
Om in aanmerking te komen voor de Gemeenschapsfinanciering, moeten de uitgaven voor de in het kader van de in artikel 1 bedoelde nationale programma's uitgevoerde maatregelen, door de lidstaten uiterlijk op 15 oktober van elk jaar zijn gedaan.

Artikel 4
De in artikel 1, lid 1, bedoelde programma's worden in nauwe samenwerking met de representatieve beroepsorganisaties en de coöperaties van de bijenhouderijsector vastgesteld. Zij worden medegedeeld aan de Commissie, die over hun goedkeuring beslist overeenkomstig de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (8).
Acties in het kader van operationele programma's voor regio's van doelstelling 1, 5 b) en 6 zijn van deze programma's uitgesloten.

Artikel 5
De bepalingen ter uitvoering van deze verordening, en met name die inzake de controlemaatregelen, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2771/75.

Artikel 6
De Commissie dient om de drie jaar, en voor het eerst uiterlijk op 31 december 2000, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 7
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Luxemburg, 25 juni 1997.
Voor de Raad
De Voorzitter
J. VAN AARTSEN

[bijens]

Geachte mevrouw van de Zee,
U hoeft zich geen prutser te voelen, ik weet hoe moeilijk het is om informatie van de EU te bemachtigen. IK ben wel bereid u daar bij te helpen, maar dan zult u zelf aan moeten geven hoe u de informatie wilt ontvangen en welke. Het Europees parlement heeft 2 websites, EUR '“ lex '“ resultaten waar meestal onvolledige informatie te vinden is uit het publicatieblad. Daarnaast heeft elk Directoraat '“ generaal een eigen website, de informatie op deze sites is wel volledig maar wordt maar met mondjesmaat op de sites gezet.
En dan is er informatieverstrekking op aanvraag, dit is een abonnement waar ik gebruik van maak. Een volledige uitgebreide informatie wordt dan per post thuis bezorgd.
U moet het maar zeggen!

Lammert Sligter