Vergilius: De Bijen

Aan het bijenhouden valt veel te beleven. Voor velen de hoofdreden om zich op deze natuurhobby te storten. Wat kun je erover vertellen.
Plaats reactie
Frans vanTongeren
Berichten: 2016
Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland

Vergilius: De Bijen

Bericht door Frans vanTongeren » vr 24 nov 2000, 19:08

Vergilius: De Bijen

De Boekerweek in 2000 staat(stond) in het teken der Klassieken.
Ik vond een vertaling op NOS Teletekst van het boek 'Georgia', een lofzang
op het landelijke leven, geschreven door Vergilius.
Ida Gerhardt vertaalde het onder de titel: 'Het Boerenbedrijf'.
Deze dichteres kreeg op het Erasmus-gymnasium te Rotterdam les in de
klassieke talen van J.H.Leopold.
In Leiden studeerde ze klassieke talen en werd lerares Latijn en Grieks aan
het gemeentelijk lyceum te Kampen.

Frans v.T.
***

VERGILIUS: DE BIJEN

Over de honing,gave van des hemels
dauwen,
een nieuw lied.
- Schenk,Maecenas,ook
dit werk uw aandacht.

Hier ligt te kijk een kleine wereld en
haar wonderen:
aanvoerders onversaagd,een ganse staat,
- zijn volken,
zijn levenswijze,driften en strijd wil
ik ontvouwen.

Klein is het arbeidsveld,niet klein
zijn roem,als gunstig
de goden willen zijn,Apollo hoort mijn
vragen.

Begin met voor de bijenstand een plek
te zoeken
buiten de wind (beladen komen zij waar
wind staat
de korf niet in) en waar geen schaap,
geen bokje stoeiend
trapt op de bloemen,of een koe die
loopt te grazen
de dauw afschudt en poten op het jonge
gras zet.

Geen schubbig hagedisje,scherp
getekend,hoort bij
de voorraadplaats;geen vogels ook,de
bijenwolf of
de zwaluw,'t keeltje bloedbevlekt door
Procne's wandaad,
- want dat zijn grote rovers,die liefst
ook het bijtje
snappen in hun vlucht:goed voer voor
hun vraatzuchtig broedsel.

Een klare bron,een meertje in zijn
groene mosrand,
dat graag, - een smalle,vlugge beek
door 't gras,en schaduw
van palm of zware oleaster bij de
vliegplank.

Als dan de zwerm,voor 't eerst,de
nieuwe koning volgend,
zijn lente houdt en 't jongvolk,uit de
raat gelaten,
speelt,roept dichtbij weldadige koelte
van het water,
en 't gastvrij bladerdak geeft onderweg
een rustpunt.

Leg midden in 't water,of het stromend
is of stilstaand,
wat wilgen overdwars en een paar grote
stenen,
dan kunnen ze in de zon hun vleugels
zitten drogen
op al die bruggetjes,wanneer soms bij
het rusten
een windvlaag hen natspatte of in de
beek deed tuimelen.

Ook bloeide er groen vijfvingerkruid en
tijm,sterk-reukig
daar in de beurt,voorts aromatisch
bonetoekruid
volop en,van de springbron fris,een
plek viooltjes.

De woning zelf,hetzij gevoegd uit repen
boomschors,
hetzij een korf,die ge uit buigzaam
rijshout saamvlecht,
moet nauw van ingang zijn;want honing
stremt bij vrieskou,
terwijl ze omgekeerd bij hitte smelt en
uitloopt.

Twee even kwade dingen voor de bijen:'t
is niet
om niet dat ze in hun huis de fijnste
spleetjes ijverig
met was bestrijken,en met maagdenwas
uit bloemen
de naden dichten, - kleefstof tot dit
doel vergaard en
bewaard - taaier dan mare en pek van
van<

Gebruikersavatar
Oude Essink
Erelid
Berichten: 3562
Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: Vergilius: De Bijen

Bericht door Oude Essink » zo 26 nov 2000, 19:08

Bericht van HENNIE OUDE ESSINK
26-11-'00)
--
Voorgaand gedicht door Frans ingebracht betreft een fragment van een uitvoerig leerdicht van Vergilius over bijen; Met een kleine toelichting komt het beter tot zijn recht.
Wij verplaatsen ons naar Rome, eerste eeuw voor Chr.; Rome wordt verscheurd door burgeroorlogen die vooral de boeren treffen;
Augustus, adoptiefzoon van Julius Caesar, weet er een einde aan te maken en wordt tot de eerste Romeinse keizer uitgeroepen. De
vredeskeizer wil de boerenstand weer op de been helpen en prijst het leven op het platteland aan; Vergilius, groot dichter van het keizerlijke vaderland, krijgt van Augustus de opdracht een groots leerdicht te schrijven over het boerenbedrijf (leren en aanprijzen is de bedoeling en Vergilius kan dat als geen betere) Publicatie in 29 v.c.
Griekse titel: Georgica, Het Boerenbedrijf.
Het boek heeft vier delen:Akkers ;Bomen; Vee;
Bijen (een appart hoofdstuk dus;564 dichtregels, waarvan Frans er 58 citeert in de dichtelijke vertaling van Ida Gerhardt.Er zijn ook prozavertalingen; Zie boekhandel.
Het fragment gaat vooral over de bijenwoning en de dracht (Italië, Romeinse tijd).
Gegevens haalt Vergilius uit de toenmalige handboeken over de imkerij; veel gegevens gaan terug naar de Griekse natuuronderzoeker
Aristoteles. Vers 21, iets voor de helft van het citaat van Frans, spreekt over: Als de zwerm...de nieuwe koning volgend...: Aristoteles kon het functieverschil tussen darren en werksters niet te pakken krijgen;
Werksters hebben een angel en moeten dus soldaten zijn: mannen dus; darren hebben geen angel en worden vrouwen; De moer is de supersoldaat: de koning derhalve. Totver in de twintigste eeuw is dit zo gebleven.

Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 29 gasten