Een imkersjaar in zeven septaden
Geplaatst: wo 13 jan 2016, 17:11
Wat doet een imker in de winter die zich stierlijk verveelt? En die alle boeken en tijdschriften al gelezen heeft? Tsja, verzin eens wat. Gedichten schrijven of zo?
Een tijdje terug kwam ik een leuke dichtvorm tegen: de septade. Die vorm laat zich snel uitleggen. Bedenk een regel die zich leent voor overpeinzing. Die regel wordt de eerste en de laatste. Dan ga je verder met drie regels in omarmend rijm, dus ABBA. Dan zorg je voor een wending, of in vaktermen, voor een 'chute' of een 'volta'. Tussen de regels vier en vijf moet dus een breuk of een overgang zitten of zo. De laatste drie regels hebben als schema ABA, met de opmerking dus dat de laatste regel (bijna) gelijk is aan de eerste.
We hebben het hier over een gebonden versvorm, dus je zorgt ook voor een vast aantal metrische versvoeten en (eventueel) alternerend rijm. Ik heb gekozen voor de jambische vijfvoeter, dus de de A's hebben elf lettergrepen, waarvan de laatste onbeklemtoond is, en de B's hebben er tien, waarvan de laatste wél beklemtoond is - of omgekeerd.
Misschien dat ik ze nog eens laat publiceren in Bijenhouden. Maar dan heb je ze hier alvast. Veel leesplezier.
Het imkersjaar in zeven septaden
WINTER
In de winter, die maar niet voorbij wil gaan,
Dan mijmer ik in lege avonduren
Van zon, gezoem en nieuwe avonturen
En korenbloemen tussen wuivend graan.
Ach zie mij voor mijn stille kasten staan,
Vol toekomstplannen, bijkans te verzuren
In de winter, die maar niet voorbij wil gaan.
VOORJAAR
Eindelijk lente; de kasten mogen open.
Dat licht, die frisse geuren, dat geluid.
Ik neem de ramen een voor een eruit
En zie al snel de drukke moeren lopen.
De honing komt eraan, zo mag ik hopen;
De kasten kunnen spoedig naar het fruit.
Eindelijk lente; de kasten mogen open.
ZWERMTIJD
'Imker, help! Er hangt een zwerm in de boom!'
Daar hangt ie, verscholen in het lover
Van haar bolplataan. De telefoon gaat over;
Ze houdt haar zenuwen maar net in toom.
De angst verdwijnt als ik straks zonder schroom
De zwerm met zachte hand de korf in tover.
'Zeg, buurvrouw! Er hing een zwerm in de boom!'
HONING
Een potje honing, de zomer achter glas.
Het jong-en-prille zit erin gevangen,
En tegelijkertijd een ver verlangen:
Een schaaltje vol met wordt en is en was.
De honing die zo menig kwaal genas
Brengt kleur zoals de zon op bleke wangen.
Een potje honing, de zomer achter glas.
BESPIEGELING
De bijen zijn de hoedsters van mijn ziel.
Als mij een zware keten drukkend kluistert,
Een donkere onweerswolk mijn lucht verduistert,
Ik neerwaarts ga op Vrouw Fortuna's wiel,
Dan ga ik naar mijn bijen en ik kniel
Zoals de biechteling. De pater luistert.
De bijen zijn de hoedsters van mijn ziel.
HEIDE
De heide, één ellende. Dit jaar weer?
Ik heb wagens in de modder weg zien zijgen,
Of de honing was niet door de zeef te krijgen.
Soms zet ik mij in moedeloosheid neer.
Maar het is alsof ik willoos, keer op keer,
Verleid word door die prachtig paarse twijgen.
De heide, één ellende. Dit jaar weer?
NAJAAR
September is de maand van had ik maar.
September is de maand van zelfverwijten.
September is de maand van spijt verbijten.
September is de maand van oudejaar.
September is de maand van voor mekaar.
September is de maand van voer en mijten.
September is de maand van had ik maar.
Bart de Coo,
januari 2016
Een tijdje terug kwam ik een leuke dichtvorm tegen: de septade. Die vorm laat zich snel uitleggen. Bedenk een regel die zich leent voor overpeinzing. Die regel wordt de eerste en de laatste. Dan ga je verder met drie regels in omarmend rijm, dus ABBA. Dan zorg je voor een wending, of in vaktermen, voor een 'chute' of een 'volta'. Tussen de regels vier en vijf moet dus een breuk of een overgang zitten of zo. De laatste drie regels hebben als schema ABA, met de opmerking dus dat de laatste regel (bijna) gelijk is aan de eerste.
We hebben het hier over een gebonden versvorm, dus je zorgt ook voor een vast aantal metrische versvoeten en (eventueel) alternerend rijm. Ik heb gekozen voor de jambische vijfvoeter, dus de de A's hebben elf lettergrepen, waarvan de laatste onbeklemtoond is, en de B's hebben er tien, waarvan de laatste wél beklemtoond is - of omgekeerd.
Misschien dat ik ze nog eens laat publiceren in Bijenhouden. Maar dan heb je ze hier alvast. Veel leesplezier.
Het imkersjaar in zeven septaden
WINTER
In de winter, die maar niet voorbij wil gaan,
Dan mijmer ik in lege avonduren
Van zon, gezoem en nieuwe avonturen
En korenbloemen tussen wuivend graan.
Ach zie mij voor mijn stille kasten staan,
Vol toekomstplannen, bijkans te verzuren
In de winter, die maar niet voorbij wil gaan.
VOORJAAR
Eindelijk lente; de kasten mogen open.
Dat licht, die frisse geuren, dat geluid.
Ik neem de ramen een voor een eruit
En zie al snel de drukke moeren lopen.
De honing komt eraan, zo mag ik hopen;
De kasten kunnen spoedig naar het fruit.
Eindelijk lente; de kasten mogen open.
ZWERMTIJD
'Imker, help! Er hangt een zwerm in de boom!'
Daar hangt ie, verscholen in het lover
Van haar bolplataan. De telefoon gaat over;
Ze houdt haar zenuwen maar net in toom.
De angst verdwijnt als ik straks zonder schroom
De zwerm met zachte hand de korf in tover.
'Zeg, buurvrouw! Er hing een zwerm in de boom!'
HONING
Een potje honing, de zomer achter glas.
Het jong-en-prille zit erin gevangen,
En tegelijkertijd een ver verlangen:
Een schaaltje vol met wordt en is en was.
De honing die zo menig kwaal genas
Brengt kleur zoals de zon op bleke wangen.
Een potje honing, de zomer achter glas.
BESPIEGELING
De bijen zijn de hoedsters van mijn ziel.
Als mij een zware keten drukkend kluistert,
Een donkere onweerswolk mijn lucht verduistert,
Ik neerwaarts ga op Vrouw Fortuna's wiel,
Dan ga ik naar mijn bijen en ik kniel
Zoals de biechteling. De pater luistert.
De bijen zijn de hoedsters van mijn ziel.
HEIDE
De heide, één ellende. Dit jaar weer?
Ik heb wagens in de modder weg zien zijgen,
Of de honing was niet door de zeef te krijgen.
Soms zet ik mij in moedeloosheid neer.
Maar het is alsof ik willoos, keer op keer,
Verleid word door die prachtig paarse twijgen.
De heide, één ellende. Dit jaar weer?
NAJAAR
September is de maand van had ik maar.
September is de maand van zelfverwijten.
September is de maand van spijt verbijten.
September is de maand van oudejaar.
September is de maand van voor mekaar.
September is de maand van voer en mijten.
September is de maand van had ik maar.
Bart de Coo,
januari 2016