Morfologie buckfast/carnica moeren

[LWPisa]

L.S.,

Ik heb dit jaar zowel pure carnica, pure buckfast als hun bastaarden urenlang van dichtbij gezien. Opvallend was dat de buckfast(bastaarden) relatief kort en dik zijn en de carnica (bastaarden) veel slanker en langer van vorm zijn.

Zou dit een raskenmerk zijn of is dit heel variabel binnen een ras?

L.

[labrador]

....Dit lijkt mij een goeie vraag voor "BUCA-Piet"....

[Piet Jager]

1. Welke Buckfast- en welke Carnicatype heb je bestudeerd?
2. Met welke ander ras heeft er bastaardisering plaats gevonden?

Van de bekende bijenrassen zijn er veel ondergroepen (Ecotypen), die het gevolg zijn van verschillende milieuverhoudingen en waarvan de uiterlijke kenmerken inderdaad soms iets verschillen. Denk maar eens aan de donkere Ligurische bij en de gele ligustica. Beiden zijn Italiaanse bijen.

Ik denk dat de door jou genoemde verschillen in lichamelijke kenmerken bij de bastaarden variabel zijn en veelal overhellen naar moederskant. Temeer daar de afstammelingen veelal halfzusters zijn met een gemeenschappelijke moeder.

!Piet

[LWPisa]

Geen idee Piet...hoe sterk verschillen die typen qua uiterlijk?

Is er variatie qua slankheid en lengte binnen de carnica's?

Bestaan al die verschillende lijnen/"typen" wel als verschijningsvorm of zijn het gewoon aparte stamboekpopulaties van eenzelfde bij?

Qua morfologie vind ik dit: mijn buckfast moeren zijn dikker en carnicas lang. De carnica moeren hebben een soort "wespachtige" gestalt terwijl de buckfast echt als een dikke bij overkomen.

L.

[Piet Jager]

Lichaamskenmerken als pantserkleur, haarlengte, viltbandbreedte, cubitaalindex en tonglengte zijn rasbepalende kenmerken, die veelal bij rassenkeuring wordt toegepast op de werksters, omdat darren zeer sterk vervliegen. Deze fysieke kenmerken zijn betrekkelijk eenvoudig uit te selecteren. Men noemt ze kwalitatieve eigenschappen, die vaak op één gen berusten.

Ecotypen zijn ondergroepen van rassen die zich nauwelijks of niet door uiterlijke kenmerkem, maar wel door hun gedrag of eigenschappen onderscheiden. Maar dan heb ik het over de bijen. Jij betrekt het speciaal op de moeren en daarin moet ik je gedeeltelijk gelijk geven.

Moeren die 100% onder kunstmatige omstandigheden (milieu-invloeden) zijn ontstaan, geven aanvankelijk soms een ander fenotype te zien.

Een uitermate leerzame uitgave over de Carnica's is:
MONOGRAPHIE DER CARNICA-BIENE -1950
bearbeitet von G. Goetze, Bonn
(Forschungsstelle fur Bienenkunde der Universitat)

!Piet

[LWPisa]

Piet ik ken het werk van Goetze en Ruttner over verschillen in kenmerken tussen type/rassen. Leuke data en grondig maar ik heb geen datasets om die mee te vergelijken.

Mijn vraag blijft overeind...zijn carnica moeren die we hier in NL hebben wespiger en langer dan de (Kroese/Marken) buckfast moeren die we hier hebben? Of is er BINNEN deze 2 "strains" sprake van lange wespige en dikke moeren?

L.