campanula

[maartenkleijne]

In de laatste 'Bijen' stond een aardig verhaal over het servisch klokje van de campanula familie. Via de zoekfunctie moest ik vaststellen dat wij aan deze voortreffelijke drachtfamillie nog nauwelijks aandacht besteed hebben.
Volgens de boekjes vliegen de bijen op alle soorten van deze familie heel goed.
Van drie soorten kan ik dat uit eigen ervaring bevestigen:


Grasklokje, rotundifolia. Groeit op alle grazige plaatsen, mits niet te vochtig of te vruchtbaar zodat ze door gras of andere uitbundige groeiers overwoekerd kan worden. Ook maaien is dodelijk. Kwam vroeger veel meer voor. Toen de campanula familie nog niet beschermd was werden alle soorten vaak door professionals (en amateurs) uit de natuur 'geoogst'.

Perzikklokje, persicifolia. Groeit vooral in open bossen en kreupelhout. Dus bossig maar toch wel in het licht. Kan zich uitbundig uitzaaien, ook al weer op plekken waar niet teveel concurrentie is van snellere groeiers.

Akkerklokje, rapunculoides. Groeit het best op droge plaatsen, spoor-emplacementen, droeg velden, wegbermen, bosranden. Zaait zich heel goed uit en vermeerder zich door uitlopers.

Alle drie lenen zich goed om de lokale natuur te verrijken. Pas evenwel op met exotische rassen, die het meest in tuincentrra verkocht worden: daar worden natuurbeheerders niet blij van. Zaden of stekken met inheemse oorsprong nemen een aantal jaren de tijd om zich te selecteren in een variant die optimaal aan de lokale mikro-omstandigehden is aangepast, om vervolgens massaal de bijen blij te maken met hun schitterende blauwe bloemen.

De diverse andere campanula's van de tuincentra zijn ook prima drachtplanten voor in de tuin maar lenen zich niet voor verwildering in het buitengebied, tenzij in parklandschappen.