Waarom verven Amerikaanse imkers hun kasten wit? De Amerikaanse imker Ryan Lieuallen (spreek uit: loe - wellen) heeft eigenlijk geen idee. Hij vertelt de nieuwsgierigen desondanks een mooi verhaal. Op een dag was hij 's avonds laat bij zijn kasten. Het was inmiddels aardedonker. Een beer was bezig de zoveelste kast te mollen. Doordat de kasten wit waren, stak het silhouet van de beer mooi af tegen de kasten. Hierdoor kon Ryan zijn geweer aanleggen en de beer neerknallen. Tsja, zo doen ze dat in Oregon. Er schijnen daar imkers zijn die er jaarlijks een stuk of zestig omleggen (!). En daarom zijn de kasten wit in de VS. Echt waar!
Op dinsdagavond 4 januari hebben we met een mannetje of twintig bij mekaar gezeten in het kleine zaaltje bij de drachtplantentuin van het Bijenhuis, om te luisteren naar de vierentwintigjarige Ryan Lieuallen uit de Amerikaanse staat Oregon. Hij is sinds een aantal jaren beroepsimker en hij houdt er zo’n 1500 volken op na. Hij was om onduidelijke redenen in Nederland op vakantie. Hij was verzeild geraakt in het Openluchtmuseum in Arnhem, waar hij Rob Plomp tegen het lijf liep. Ryan wilde wel eens contacten leggen met Nederlandse imkers. Dat kon Rob wel regelen voor hem. In allerijl organiseerde Rob een avondje in het Bijenhuis. Geïnteresseerden werden via de mail en het forum opgeroepen om zich aan te melden en kijk eens aan, binnen een vloek en een scheet zat het zaaltje vol. Ryan bleek te beschikken over een uitgesproken spreektalent. In helder en eenvoudig Engels heeft hij ons maarliefst twee uur lang prima onderhouden over de beroepsimkerij in de VS.
Voor de pauze heeft hij alles verteld over de oorzaken van de verdwijnziekten. Volgens hem is dat een opeenstapeling van factoren. Die factoren deden je als Nederlander werkelijk huiveren. In januari worden de volken, die op twee bakken staan, gesplits. Er worden leggende koninginnen ingevoerd van telers uit verre buitenlanden. De professionele imkerij in de VS werkt met moeren die afkomstig zijn van zegge en schrijve 630 teeltmoeren. Inteelt ligt dus op de loer en genetische eigenschappen die de verdwijnziekte wellicht het hoofd helpen bieden, krijgen geen kans. Omdat die koninginnen aan de leg zijn en soms wekenlang in hun kooitjes moeten blijven, presteren ze vaak onder de maat. Vervolgens gaan de volken naar de amandelen. Stel je werkelijk reusachtige boomgaarden voor, echt reusachtig, over monocultuur gesproken. Vervolgens gaan de kasten naar de appels. Ook bij de zwermverhindering worden er weer leggende moeren ingevoerd, alweer uit soms verre buitenlanden. Van een broedpauze lijkt dus geen sprake te zijn, het probleem van leggende moeren die soms wekenlang in een kooitje moeten zitten had ik al aangeroerd, en daar komt dan nog eens bij dat de moeren afkomstig zijn van volken die onder heel andere klimatologische omstandigheden zijn geteeld. Om de varroa de baas te blijven, gebruikt Ryan Tactic. Dat schijnt in de VS doodnormaal te zijn. Ryans gesmolten was is dan ook waardeloos, op de zegeltjeswas na. Die ratenwas is eveneens waardeloos door het wel zeer royale gebruik van allerlei –ciden: pesticiden, fungiciden, insecticiden, herbiciden en weet ik veel wat voor –ciden meer. De amandelboomgaarden bijvoorbeeld, worden standaard bespoten met een fungicide. Ryan vertelde dat de loonwerker op zijn trekker zich helemaal niets aantrekt van de imkers die eventueel aan het werk zijn. Als de trekker eraan komt, sproeiend en wel, dan moet je als imker gewoon maken dat je wegkomt. En heeft de imker klachten? Kan hij niet voldoende volken leveren? Verloopt de bestuiving niet naar de wens van de boomgaardeigenaar? Dan neemt hij toch een andere imker? Dus ga jij maar eens een alternatieve bedrijfmethode opzetten. Daar heeft de imker de middelen helemaal niet voor. ‘It’s all about the money, you know.’ Verder is daar nog de aanzienlijke achteruitgang van drachtgebieden door de aanleg van graslanden voor het vee. Met helicopters wordt het ‘onkruid’ platgespoten, zodat er gras voor in de plaats kan komen. Daar komt de genetische manipulatie van allerlei gewassen, en alle gevolgen die dat wellicht heeft, nog eens bij. Ik vrees dat de waslijst aan complicaties niet compleet is. Ik heb het bijvoorbeeld nog niet gehad over het gebruik van plastic raampjes, waarop de bijen zeer slecht bouwen. Wie erbij was dinsdagavond, moet me maar corrigeren en aanvullen.
Ryan vergeleek de toestand van de bijen met iemand die alsmaar nieuwe kwaaltjes onder de leden krijgt. Als je een koudje hebt gevat, dan kun je nog best naar je werk. Als je de volgende dag ook nog eens je enkel verstuikt, dan kun je misschien nog steeds naar je werk. Als de volgende dag je auto vier lekke banden heeft, dan is daar misschien ook nog wel een oplossing voor te vinden, maar als dat een tijdje zo doorgaat, dan komt er een dag dat je thuis blijft. Zo is het ook met de professionele imkerij in de VS, volgens Ryan. De bijen krijgen met telkens nieuwe complicaties te kampen, totdat ze op een dag besluiten om er gewoon de brui aan te geven.
Na de pauze was het tijd voor heel andere onderwerpen. Ik wilde graag weten hoe je het praktisch gezien voor mekaar krijgt om 1500 kasten te managen. Dat schijnt te lukken met twee man, maar fysiek zwaar is het zeker. En hoe moet je dan van 1500 kasten de honing afnemen? Nou gewoon, je spuit wat boterzuur op de bovenlatten van de honingkamer; dan stuiven de bijen zo naar beneden. Je ziet dat de gespreksonderwerpen na de pauze een stuk luchtiger werden.
Ik kijk terug op een zeer geslaagde avond. Het was een klein succes. En dat allemaal even uit de mouw van Rob Plomp geschud. Bedankt, Rob! Tot ziens weer.
Groet,
Bart de Coo