Als er maar nectar en/of stuifmeel te halen is.
Voor imkers is een plantennaam van belang. Daarmee weet je welke plant of boom interessant is voor je vliegvlugge vriendinnen.
De Zweed Linnaeus vond de oplossing voor de naamgeving in een dubbel naam.
Een plant kreeg zo een geslachtsnaam en een soortnaam.
Ook de dierenwereld werd zo benoemd , maar bij de bijen maakte Linnaeus een foutje ! Oeps !!
Bijen noemde hij eerst honingdragers (melifera) Later verbeterde hij de fout en kreeg de honingbij de fraaie Latijnse naam Apis mellifica (honingmaakster ). Je zal het maar op je naambordje hebben staan!
O.K. van bijen wist u het wellicht maar bij planten is het een ander verhaal.
Voor de imker is leuk om te weten wat een Latijnse plantennaam kan betekenen. Een voorbeeld: Borago officinalis, een mooie drachtplant.
Officinalis wil zeggen dat de plant in een apotheek kan worden gebruikt en medicinale doelen dient.
Nu de tip ! In het boekje ‘Wat betekent die naam’ kan je de verklaringen vinden van de die soms vreemd aandoende Latijnse namen.
Zo betekent de soortnaam ‘arborensis’ tot een boom uitgroeiend.
Het boekje is uitgegeven door de Nederlandse vereniging van liefhebbers van cactussen Daarin wordt dus de botanische naam toegankelijk gemaakt
Leuk dat Latijn.
Vroeger kon je je naam ‘opleuken’ door er een Latijnse draai aan te geven. Petrus Canisius vond men beter klinken dan Piet de Hond. Een alternatief kon je vinden met ‘Hondius’ Laten we het eens aan forummeester Hennie Oude Essink is vragen. Die weet veel van Latijn !

Met Latijn meer lol ?
Héé een Apis mellifica


