Plotseling doken ze op langs de paden door de duinen op Schier: wilde appels.
Nergens in Nederland komt een zo omvangrijke concentratie van zaallingen voor, en waarschijnlijk zelfs niet in Europa. Getracht wordt uit de zaailingen een eigen 'eilandappel' te ontwikkelen.
Bloeiende wilde appels tegen een achtergrond van duinen en een vuurtoren, waar vind je dat anders dan op Schiermonnikoog. Oud-Schiermonikoger Thijs Visser (79), gepensioneerd pomoloog (fruitdeskundige), zou het niet weten. 'En het meest verrassende is wel dat de zaailingen, jong en oud, soms met de voeten in het water staan, of tussen struikgewas. Ik heb ze zelfs gevonden tussen twee berken in."
In 2001 werd het aantal wilde appelbomen geschat op zeker driehonderd. 'Een paar weken geleden ging ik weer een middag op zoek en ik vond er in een paar uur meer dan veertig nieuwe. Het werkelijke aantal zal nog veel hoger liggen."
Nederland is een land van monoculturen, met een enkel gewas op een vrij groot oppervlak. Dit is bijvoorbeeld het geval met dennenbossen en aardappelvelden, maar ook niet appelbomen. Zo kunnen de gewassen onder gecontroleerde omstandigheden groeien. 'Maar de appel komt van oorsprong uit de bossen van de Kaukasus', vertelt Visser. "Appels groeien van nature dus niet zoals ze in de Betuwe staan."
Een zaailing is een boompje dat groeit uit een van de pitten van een klokhuis. Is dit bijvoorbeeld van een Elstar, dan zal de zaailing erop lijken. maar een echte Elstar is het niet meer. 'Eigenlijk verschillen alle zaailingen van elkaar. Zie het maar als kinderen, die wel wat op de ouders lijken, maar die niet dezelfde zijn.’ Ze staan op eigen wortels en niet zoals in een boomgaard, op identieke stammen.
Klokhuizen
In zijn jeugd kwamen wilde appels niet voor op Schier; dat herinnert Visser zich heel goed. Maar in de jaren vijftig gebeurde er iets dat de wilde appel ruim baan gaf. op het eiland brak de konijnenziekte myxomatose uit. Vrijwel de volledige populatie van 150.000 tot 200.000 konijnen ging eraan ten onder. Appelzaailingen zijn een geliefd kostje van konijnen, maar de boompjes werden nu niet langer meer aangevreten.
Het kaartje dat Visser van de zaailingen maakte, laat zien dat ze vooral langs de paden en bij de camping voorkomen. Dat is niet toevallig. juist hier komen veel toeristen, die een appeltje eten en de klokhuizen achterlaten. Visser ziet dan ook een duidelijk verband met de groeiende welvaart - waardoor meer appels worden gegeten en met de opkomst van het toerisme.
Zo moeten in de loop der jaren vele tienduizenden pitten van vele duizenden klokhuizen in de eilander natuur terecht zijn gekomen. Want volgens de berekeningen van Visser zijn minstens tienduizend klokhuizen nodig om een enkele zaailing succesvol te laten groeien. Dat ze afkomstig zijn van consumptieappels blijkt uit de aangetroffen soorten: Golden Delicious, Benoni, James Grieves, Granny Smith en sinds 1988 de Elstar.
Er is nóg een voorwaarde voor het succes van de wilde appel op Schier: een zekere ongevoeligheid tegen ziekten en plagen. 'Ook dat is verrassend: alles wat er staat heeft een behoorlijke resistentie, anders zouden ze er niet staan.’ Visser noemt dit 'veldresistentie', die het blad nagenoeg ongevoelig maakt voor schimmels. 'Als je dat met cultuurpitten zou willen bereiken, zou het je miljoenen euro's en zeker tien jaar kosten om te bereiken wat je nu op Schier tegenkomt."
Kalk
Dat de wilde appel juist op Schier voorkomt. en bijvoorbeeld weinig op Ameland, heeft te maken met de ondergrond. De grond op Schier is rijk aan kalk. De appelboom gedijt daar goed op. Bovendien is de lucht rijk aan stikstof. een,gevolg van verontreiniging, die voor het appelblad juist hee