Varroa-resistentie / lezing en onderzoek

[Piet Jager]

Ria van de Berg: "Hallo Ed, Zoals ik je al eerder schreef :
Helaas lijkt SMR geen nieuwe fenomeen, maar een niet eerder opgemerkt hygienisch gedrag, of het trekken van broed zoals jij het noemt. Ik weet niet of de bevindingen van Dr. Marla Spivak al tot Europa zijn doorgedrongen"

Ria maakt hier geen onderscheid tussen SMR en broedtrekken en dat schoot Ed waarschijnlijk in het verkeerde keelgat??? "SMR 'lijkt' geen nieuwe fenomeen, maar een niet eerder opgemerkt hygienisch gedrag, of het trekken van broed, zoals jij het noemt"

Ed Pieterse: "Maria Spivak deed onderzoek naar AVB en het door de bijen zelf ruimen van besmette cellen. Ze ontdekte dat de bijen broed ruimden en bracht dit toen nog niet in verband met broedtrekken bij Varroabesmetting. Dat werd door 'De Duurzame Bij'

[Jelte Pieter Dijkstra]

Met andere woorden:

Simpel gezegd zijn SMR bijen, bijen die een zeer specifiek hygienisch gedrag vertonen: zij trekken broed 'besmet' met varroa.

Desalniettemin kunnen SMR volken ook ander hygienisch gedrag vertonen. Hyg volken kunnen daarentegen ook broedtrekgedrag vertonen, maar niet in extreme mate als SMR bijen.

j[;)]p

[Ria van den Berg]

Volgens mij is het niet zo ingewikkeld.
Harris en Harbo ontdekten het SMR, maar als je iets ontdekt, weet je nog niet gelijk het mechanisme. Ze dachten dat de bijenlarven misschien een bepaalde stof afgaven waardoor de mijten zich niet konden vermenigvuldigen, vandaar de naam. Jeff Harris zei zelf dat hij geen verklaring had voor het hagelschotpatroon dat de SMR's vertoonden, hij was vrij zeker dat het geen inteelthagelschot was.
Een leuk experiment was het wisselen van de koninginnen, dit toonde aan, dat het SMR gedrag erfelijk is.
Marla Spivak hoopte dat haar HYG bijen ook beter met varroa konden omgaan, maar dat was niet statistisch verschillend (Gary Anderson, die met Spivak samenwerkt). In Noord Amerika is AVB een probleem,HYG bijen kunnen daar erg goed mee omgaan, dit HYG gedrag is dubbelrecessief erfelijk, als ik het goed heb onthouden.
Marla is toen met de SMR bijen gaan werken en zag dat die SMR bijen "hygienisch gedrag t.o.v. de varroamijt vertoonden". Wat mij interesseert is, hoe kan je twee soorten hygienisch gedrag hebben en door hoeveel eigenschappen wordt dat bepaald.
Ed Pieterse zei een aantal jaren geleden, dat de kans op overleven van een volk met varroabesmetting af lijkt te hangen van het tijdsstip waarop ze gaan broedtrekken. Toen ik hoorde van Marla's onderzoek, was er voor mij (een stukje van) de puzzel opgelost.
Marla schrijft ook dat er waarschijnlijk nog een eigenschap bij de SMR bijen is, waardoor ze varroatolerant zijn. Jammer is dat 100% SMR's geen produktiebijen zijn en daar komt misschien de stelling dat kleine volken beter met varroa kunnen leven naar voren.

vanuit de Peace River Vallei, Ria van den Berg
leven op een imkerij in Canada : http://www.vandenbergfamily.ca

[Piet Jager]

In de benaming SMR wordt, volgens mij, niet voldoende rekening gehouden met het begrip 'oorzaak en gevolg'. Gezien het feit dat er nog veel onduidelijk was/is over het ontstaan (de oorzaak) van SMR, dat onderdrukking van mijtreproductie (SMR) tot gevolg heeft, waaronder selectief broedtrekken bij varroa besmette poppen, is de naam voor het 'gevolg' (Suppressed Mite Reproduction) een zelfstandig leven gaan leiden als oorzaak.

Oorzaak en gevolg worden hier dus door elkaar gehaald en als zodanig voor hetzelfde gebruikt, waardoor er misverstanden ontstaan!

!Piet

[Ed Pieterse]

Hallo Piet, Ria, Romee en anderen,

Daar ik even een weekje in Tsjechië was en daarna op een algemene bijenhouders vergadering in Luxemburg kan ik nu pas reageren.

De SMR-functie staat volgens mij los van het hygienisch gedrag van de bijen.
De SMR functie heeft te maken met mijten:
1) Die dood gaan naast de larf
2) Die blijven leven naast de larf, maar geen eitjes leggen.
3) Die blijven leven naast de larf en eitjes leggen, die niet uitkomen.
Daarnaast hebben deze volken niet de behoefte om het broed te trekken van bovenstaande cellen. Ze laten dat gewoon zitten.

Echter SMR-bijen trekken ook broed en erg enthausiast, wat natuurlijk wél een hygiënische factor mag heten. Dit beïnvloed natuurlijk ook de reproductie van de mijt.

Beide eigenschappen hebben natuurlijk een oorzaak, maar de wetenschap is daar nog niet helemaal achter. Er wordt veronderstelt dat de larf zich gaat roeren in de cel waar een mijt inzit en deze trillingen zouden dan door de werkbijen waargenomen worden, waarop ze de cel openmaken, de larf opeten en de mijt krijgt geen gelegenheid tot reproductie.
In de SMR cellen lijkt de mijt verdoofd en krijgt geen nakomelingen.
Men veronderstelt dat het de samenstelling van het voedersap is, waardoor dit verschijnsel zich voordoet.
Echter men weet het nog niet en het zijn voorlopig alleen nog maar veronderstellingen.
De Amerikanen noemen dit allemaal hygiënisch gedrag.

Ed Pieterse

[Piet Jager]

Harris/Harbo 2005: "The SMR (suppressed mite reproduction) trait is explained by the hygienic removal of reproductive mites (Varroa destructor)"

De SMR-functie/eigenschap wordt verklaard door hygiënische verwijdering van reproductieve mijten.

!Piet