Albert Stoter schreef:Oude Essink schreef:
wat denk jij dan van bijenklos.
De Vlamingen zijn erg creatief in hun taalgebruik, misschien hebben zij een woord of kunnen er een bedenken (Roger?).
En als nederlanders staan we dan wel weer mooi te kijken dat we dat zelf niet kunnen (als dat niet voldoende motivatie oplevert?)

Goede morgen Albert c.s. Je laatste zin MOTIVEERT me om NIET STIL te bljiven zitten. Dus hersenen en benen in BEWEGING gezet.
Als Friezen en Limburgers behalve Fries en Limburgs óók Nederlands praten, dan zou het sympathiek
zijn als het Nederlands ook wat woorden LEENT uit 't Limburgs enz.. We lenen al zo veel uit het Engels en Amerikaans .
Luister maar naar de jonge imkers. Ze nemen net zo makkelijk 't woord bull-shit in de mond als de oudere
generatie t woord rommel . Dus...... ik introduceer het bestaande Limburgse woord BIEJEKAAR voor bijenkorf en kast bij jullie.......
en..... als afgeleid woord voor kloskorf en bijenboomtronk enz., het woord ......... BIEJEBOUMKAAR oftewel BIJENBOOMKAAR.
De betekenis van KAAR in het Noord- Nederlands is: bak, kuip, bun; inzonderheid, bak of korf met deksel om de gevangen vis
in te doen en mee te nemen; tevens: kast of bak van hout met gaten, met wanden van roosterwerk (van wilgentwijgen of
wilgentenen ?) om de vis levend in te houden.
De betekenis van KAAR in het Zuid-Nederlands is Bijenkorf en Bijenkast. De Kaar in oliemolens is een vierkante trechtervormige bak.
Geen enkel woord kan de volle lading dekken, is 'n gezegde. Maar omdat de imkers ook steeds knapper worden, zou
het me niet verbazen, als er 'n woord gevonden wordt dat dichter de holle boomstam als bijenwoning in één woord vat. Zjef
P.S. 'n Aangetrouwde oom van me en óók m'n opa-bijenhouder spraken altijd van Biejekaar, óók nadat ze waren
overgegaan op bijenkasten. Ik ben vergeten of ze de kasten bijenbakken noemden, omdat ze het woord kaar óók gebruikten voor
de trechtervormige houten bak van oliemolens. A propos; wij gebruiken wel nog het woord bak in de imkerij. Voorbeeld:
ik heb gisteravond 'n volk in m'n eentje verplaatst dat op 3 bakken zit.