Bijen 'halen' de krant
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
(03-08-'01)
In DE GELDERLANDER van 26-07-2001 stond het volgende artikel:
-Zwermen voor bij als sex voor mens-
Door FRANK WALS
TIEL - Als in Tiel een bijenzwerm neerstrijkt op een ongewenste plaats, krijgt imker Marien den Haan vaak een telefoontje. Bewapend met een emmer en een juten zak vangt hij het volk en neemt het mee naar huis.
---
Hoe hou je zo'n twintigduizend of soms wel dertigduizend bijen in bedwang? Imker Marien den Haan (54) heeft geen ingewikkelde verwijderingstechnieken nodig. Hij vangt de dieren met louter een doodgewone emmer en een oude juten zak.
Hij moest -zoals een aantal keer per seizoen- dinsdagavond uitrukken voor een bijenzwerm, die bezit had genomen van een boom aan de Betuwestraat in Tiel. De werkwijze was simpel, maar niet geheel ongevaarlijk. Den Haan kon met hoogwerker van de brandweer bij de zwerm komen en de emmer eronder hangen. "Een tik op de tak en de bijen vielen in de emmer", vertelt Den Haan. Hij sloot de emmer af met een juten zak, maar liet een opening voor de nog rondvliegende bijen. Later op de avond haalde hij de volle emmer bijen op en plaatst ze thuis in een kast.
"Ik denk dat zwermende bijen net zo veel plezier hebben, als mensen die voor nageslacht zorgen", spreekt Den Haan. "Je kunt een bijenvolk als een eenheid zien. Ze gaan zwermen voor het voortbestaan van de soort." Het volk, van gemiddeld vijftigduizend bijen wordt dan gedeeld. Een helft vliegt dan uit om zich ergens te vestigen.
De mensen in de buurt hadden angst voor de zwerm. "Dat is niet terecht", zegt Den Haan. "Ik probeer mensen in te laten zien dat zwermende bijen niet agressief zijn. Ik liep bij het verwijderen wel een steek op, maar het is niet zo dat ze je aanvallen."
Toch had Den Haan de bijen niet kunnen laten hangen "Dan hadden jochies er vast stenen naar gegooid en worden ze wel vijandig. En dat is dan weer geen reclame voor de bijen." Zelf heeft de imker niets aan de zwerm. Den Haan heeft zelf zachtaardige bijen en wil de volken puur houden en dus niet vermengen met andere bijensoorten. Den Haan is verbonden aan de Imkervereniging Eck en Wiel. Het dinsdagavond gevangen volk wordt een geschenk aan een van de cursisten, zodat die met een klein volk een start kan maken.
Hoewel imkers meestal proberen te voorkomen dat de eigen bijen gaan zwermen, laat Den Haan de natuur ook wel eens zijn gang gaan. "Dat vind ik eigenlijk wel leuk. Dan komen ze met stromen uit de kast en vliegen ze als een wolk door de tuin. Alles zoemt dan. Maar je kunt dan wel in zwembroek door de tuin lopen."
Den Haan heeft al twintig jaar een voorliefde voor bijen en de dieren zijn hem veel waard. "Bijen zijn altijd weer anders. Er zijn wel spelregels die je kunt leren uit boekjes, maar bijen kunnen niet lezen."
In DE GELDERLANDER van 26-07-2001 stond het volgende artikel:
-Zwermen voor bij als sex voor mens-
Door FRANK WALS
TIEL - Als in Tiel een bijenzwerm neerstrijkt op een ongewenste plaats, krijgt imker Marien den Haan vaak een telefoontje. Bewapend met een emmer en een juten zak vangt hij het volk en neemt het mee naar huis.
---
Hoe hou je zo'n twintigduizend of soms wel dertigduizend bijen in bedwang? Imker Marien den Haan (54) heeft geen ingewikkelde verwijderingstechnieken nodig. Hij vangt de dieren met louter een doodgewone emmer en een oude juten zak.
Hij moest -zoals een aantal keer per seizoen- dinsdagavond uitrukken voor een bijenzwerm, die bezit had genomen van een boom aan de Betuwestraat in Tiel. De werkwijze was simpel, maar niet geheel ongevaarlijk. Den Haan kon met hoogwerker van de brandweer bij de zwerm komen en de emmer eronder hangen. "Een tik op de tak en de bijen vielen in de emmer", vertelt Den Haan. Hij sloot de emmer af met een juten zak, maar liet een opening voor de nog rondvliegende bijen. Later op de avond haalde hij de volle emmer bijen op en plaatst ze thuis in een kast.
"Ik denk dat zwermende bijen net zo veel plezier hebben, als mensen die voor nageslacht zorgen", spreekt Den Haan. "Je kunt een bijenvolk als een eenheid zien. Ze gaan zwermen voor het voortbestaan van de soort." Het volk, van gemiddeld vijftigduizend bijen wordt dan gedeeld. Een helft vliegt dan uit om zich ergens te vestigen.
De mensen in de buurt hadden angst voor de zwerm. "Dat is niet terecht", zegt Den Haan. "Ik probeer mensen in te laten zien dat zwermende bijen niet agressief zijn. Ik liep bij het verwijderen wel een steek op, maar het is niet zo dat ze je aanvallen."
Toch had Den Haan de bijen niet kunnen laten hangen "Dan hadden jochies er vast stenen naar gegooid en worden ze wel vijandig. En dat is dan weer geen reclame voor de bijen." Zelf heeft de imker niets aan de zwerm. Den Haan heeft zelf zachtaardige bijen en wil de volken puur houden en dus niet vermengen met andere bijensoorten. Den Haan is verbonden aan de Imkervereniging Eck en Wiel. Het dinsdagavond gevangen volk wordt een geschenk aan een van de cursisten, zodat die met een klein volk een start kan maken.
Hoewel imkers meestal proberen te voorkomen dat de eigen bijen gaan zwermen, laat Den Haan de natuur ook wel eens zijn gang gaan. "Dat vind ik eigenlijk wel leuk. Dan komen ze met stromen uit de kast en vliegen ze als een wolk door de tuin. Alles zoemt dan. Maar je kunt dan wel in zwembroek door de tuin lopen."
Den Haan heeft al twintig jaar een voorliefde voor bijen en de dieren zijn hem veel waard. "Bijen zijn altijd weer anders. Er zijn wel spelregels die je kunt leren uit boekjes, maar bijen kunnen niet lezen."
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
(13-08-'01)
In HET DEVENTER DAGBLAD van 11-08-'01 stond het volgende bericht:
-Deventer familie leert leven met 'bijenvolkje' -
door Gerard Potijk
DEVENTER - Een bijennest aan de gevel van je huis. De familie Teusink, wonend aan de Singel in Deventer, kijkt er al een paar jaar tegenaan. Nadat ze van de eerste schrik waren bekomen, zijn ze een beetje van de bijen gaan houden. Die mogen dan ook blijven waar ze zitten.
,,In eerste instantie was het wel schrikken,'' vertelt mevrouw Teussink, ,,zo'n zoemend bijenvolkje vlak boven je hoofd. Toen we merkten dat ze bezig waren een compleet nest te bouwen, hebben we de gemeente ingeschakeld om het te laten weghalen. Van de gemeente zijn ze ook wezen kijken maar omdat het om bijen ging, zijn ze ook weer met lege handen vertrokken. Een bijennest mogen ze namelijk niet verdelgen.''
Dat speelde zich drie jaar geleden af en intussen zitten de bijen er nog steeds aan de zuidgevel van het pand op nummer 21. Ze hoeven ook niet meer weg, want de familie Teussink heeft ermee leren leven. Ze ondervinden geen overlast van de insecten en het is nog leuk ook om dat nijvere volkje daar hoog aan de gevel bezig te zien. ,,Direct nadat de gemeente had laten weten er niets aan te kunnen doen, hebben we nog een imker uit Apeldoorn laten komen om het nest te laten weghalen. Maar dat zit zo hoog daar moet een hoogwerker aan te pas komen. Maar die imker zei ook tegen ons, laat het toch gewoon zitten. Is toch gewoon hartstikke mooi dat nest daar. Toen zijn we gaan beseffen dat die man gelijk heeft. Het is ook leuk om die bijen af- en aan te zien vliegen. Om te zien hoe het bouwsel wordt gevuld met was en honing. Dus hebben we besloten om het maar te laten zitten.''
Alleen als de bijen gaan zwermen, kan de familie Teussink het terras een dag of wat niet gebruiken. Mevrouw Teussink: ,,Dat is het moment waarop de nieuwe koningin met een deel van het bijenvolk vertrekt op zoek naar een nieuw onderkomen. Dan wagen we ons niet buiten. Maar voor de rest hebben we er geen last van.''
*
Ab Hakeboom maakte een fraaie foto.
Te zien op: http://www.deventerdagblad.nl/CDA/regioportal/1,2078,1475__708757_,00.html
In HET DEVENTER DAGBLAD van 11-08-'01 stond het volgende bericht:
-Deventer familie leert leven met 'bijenvolkje' -
door Gerard Potijk
DEVENTER - Een bijennest aan de gevel van je huis. De familie Teusink, wonend aan de Singel in Deventer, kijkt er al een paar jaar tegenaan. Nadat ze van de eerste schrik waren bekomen, zijn ze een beetje van de bijen gaan houden. Die mogen dan ook blijven waar ze zitten.
,,In eerste instantie was het wel schrikken,'' vertelt mevrouw Teussink, ,,zo'n zoemend bijenvolkje vlak boven je hoofd. Toen we merkten dat ze bezig waren een compleet nest te bouwen, hebben we de gemeente ingeschakeld om het te laten weghalen. Van de gemeente zijn ze ook wezen kijken maar omdat het om bijen ging, zijn ze ook weer met lege handen vertrokken. Een bijennest mogen ze namelijk niet verdelgen.''
Dat speelde zich drie jaar geleden af en intussen zitten de bijen er nog steeds aan de zuidgevel van het pand op nummer 21. Ze hoeven ook niet meer weg, want de familie Teussink heeft ermee leren leven. Ze ondervinden geen overlast van de insecten en het is nog leuk ook om dat nijvere volkje daar hoog aan de gevel bezig te zien. ,,Direct nadat de gemeente had laten weten er niets aan te kunnen doen, hebben we nog een imker uit Apeldoorn laten komen om het nest te laten weghalen. Maar dat zit zo hoog daar moet een hoogwerker aan te pas komen. Maar die imker zei ook tegen ons, laat het toch gewoon zitten. Is toch gewoon hartstikke mooi dat nest daar. Toen zijn we gaan beseffen dat die man gelijk heeft. Het is ook leuk om die bijen af- en aan te zien vliegen. Om te zien hoe het bouwsel wordt gevuld met was en honing. Dus hebben we besloten om het maar te laten zitten.''
Alleen als de bijen gaan zwermen, kan de familie Teussink het terras een dag of wat niet gebruiken. Mevrouw Teussink: ,,Dat is het moment waarop de nieuwe koningin met een deel van het bijenvolk vertrekt op zoek naar een nieuw onderkomen. Dan wagen we ons niet buiten. Maar voor de rest hebben we er geen last van.''
*
Ab Hakeboom maakte een fraaie foto.
Te zien op: http://www.deventerdagblad.nl/CDA/regioportal/1,2078,1475__708757_,00.html
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
In HET ALGEMEEN DAGBLAD van 28-08-'01 stond het volgende (Fr. iets ingekort) bericht
---
Kunst, dinsdag 28 augustus
Beelden die bijen trekken
Door Flora Stiemer
Liet Heringa (1966) en Maarten van Kalsbeek (1962) maken al tien jaar samen beelden. Ze zijn elkaars grootste critici en `verbeteren' elkaars versies keer op keer. Hun beelden nodigen uit tot aanraken, ruiken en luisteren. Een totaalervaring. Tot oktober exposeren ze in het fraaie Rietveldpaviljoen in de tuin van museum Kröller Müller in Otterlo.
- Terwijl Liet Heringa uitleg geeft over de honingraat, de bramen en versnipperde anjers op de bronzen beeldengroep voor ons, kijkt Maarten van Kalsbeek met argusogen naar het langslopende publiek. Het is een beetje dubbel, geeft hij toe. Hun beelden noden uit om aan te raken, maar van al te voortvarende kinderhanden wordt hij toch niet blij. Het zuur van lichaamsvocht tast het brons aan, vandaar.
- Het toeval zorgt soms voor aangename verrassingen.
Dat geldt voor de beeldengroep met honingraat, die een heel bijenvolk heeft aangetrokken. Van Kalsbeek: ,,We hadden van te voren met veel rekening gehouden. Er huist hier in het bos een vos. We dachten dat die de raat wel zou roven, maar dat beest eet zijn buik al rond aan de voedselresten van bezoekers. Die had geen interesse. Een bijenzwerm van een imker, hier om de hoek, des te meer. De beesten eten zo'n raat in anderhalve dag leeg, dus we moeten het iedere keer verversen.''
De honingraat rust op de in brons gegoten kroon van een plant, een berenklauw. De bronzen stengels van de schermbloem houden de raat als een uitgestoken hand omhoog. Honing druipt omlaag en vloeit op een betonnen sokkel, die het spul gedeeltelijk absorbeert. Daar vermengt het zich met het sap van bramen, die een belendend beeldje sieren en de uitgevallen bloemblaadjes van rode anjers. Kleur, geur en het sonore geluid van zoemende bijen spreken naast de ogen ook tegelijk gehoor, reuk- en tastzin aan.
- De een ziet in het werk van de beide kunstenaars de vergankelijkheidssymboliek van een zeventiende-eeuws stilleven, een ander de bloemmotieven van het fin-de-siècle, een derde de hedendaagse strijd voor het behoud van de natuur in een kunstmatige omgeving. Van Kalsbeek: ,,Het hangt ervan af met welke bril je kijkt. Kijk je als kunsthistoricus, als estheet of als milieuactivist. Wij willen graag dat onze beelden de zintuigen aanspreken. Dat is voor ons genoeg.''
---
Absorb. Beelden van Heringa/Van Kalsbeek in het Rietveldpaviljoen in Museum Kröller-Müller, Otterlo t/m 7 oktober. Nieuwe beelden en tekeningen in galerie Nouvelles Images, Den Haag. Vanaf 3 september.
---
Kunst, dinsdag 28 augustus
Beelden die bijen trekken
Door Flora Stiemer
Liet Heringa (1966) en Maarten van Kalsbeek (1962) maken al tien jaar samen beelden. Ze zijn elkaars grootste critici en `verbeteren' elkaars versies keer op keer. Hun beelden nodigen uit tot aanraken, ruiken en luisteren. Een totaalervaring. Tot oktober exposeren ze in het fraaie Rietveldpaviljoen in de tuin van museum Kröller Müller in Otterlo.
- Terwijl Liet Heringa uitleg geeft over de honingraat, de bramen en versnipperde anjers op de bronzen beeldengroep voor ons, kijkt Maarten van Kalsbeek met argusogen naar het langslopende publiek. Het is een beetje dubbel, geeft hij toe. Hun beelden noden uit om aan te raken, maar van al te voortvarende kinderhanden wordt hij toch niet blij. Het zuur van lichaamsvocht tast het brons aan, vandaar.
- Het toeval zorgt soms voor aangename verrassingen.
Dat geldt voor de beeldengroep met honingraat, die een heel bijenvolk heeft aangetrokken. Van Kalsbeek: ,,We hadden van te voren met veel rekening gehouden. Er huist hier in het bos een vos. We dachten dat die de raat wel zou roven, maar dat beest eet zijn buik al rond aan de voedselresten van bezoekers. Die had geen interesse. Een bijenzwerm van een imker, hier om de hoek, des te meer. De beesten eten zo'n raat in anderhalve dag leeg, dus we moeten het iedere keer verversen.''
De honingraat rust op de in brons gegoten kroon van een plant, een berenklauw. De bronzen stengels van de schermbloem houden de raat als een uitgestoken hand omhoog. Honing druipt omlaag en vloeit op een betonnen sokkel, die het spul gedeeltelijk absorbeert. Daar vermengt het zich met het sap van bramen, die een belendend beeldje sieren en de uitgevallen bloemblaadjes van rode anjers. Kleur, geur en het sonore geluid van zoemende bijen spreken naast de ogen ook tegelijk gehoor, reuk- en tastzin aan.
- De een ziet in het werk van de beide kunstenaars de vergankelijkheidssymboliek van een zeventiende-eeuws stilleven, een ander de bloemmotieven van het fin-de-siècle, een derde de hedendaagse strijd voor het behoud van de natuur in een kunstmatige omgeving. Van Kalsbeek: ,,Het hangt ervan af met welke bril je kijkt. Kijk je als kunsthistoricus, als estheet of als milieuactivist. Wij willen graag dat onze beelden de zintuigen aanspreken. Dat is voor ons genoeg.''
---
Absorb. Beelden van Heringa/Van Kalsbeek in het Rietveldpaviljoen in Museum Kröller-Müller, Otterlo t/m 7 oktober. Nieuwe beelden en tekeningen in galerie Nouvelles Images, Den Haag. Vanaf 3 september.
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
In BN/DE STEM stond op 04-09-'01 het volgende (Fr.ingekorte) artikel...:
-'Ik heb nog nooit een bijensteek gehad'-
-Door Ineke de Deckere -
Dinsdag 04 september 2001 - OSSENISSE - Een mooi gebied, Kreverhillle nabij de Westerschelde en de bocht bij Ossenisse. Voor velen een onbekend terrein waar het Carnica-station van de RKH vzw (Vereniging voor Rasverbetering van Kleine Huisdieren) is gevestigd. In dit geval houdt de vereniging zich wel heel speciaal bezig met de rasverbetering van de honingbij, en wel de Carnica. Nog minder bekend is het dat daar wekelijks drie bewoners van De Sterre met hun activiteitenbegeleider aan het werk zijn.
-
Zo'n vijftien jaar geleden is de vereniging ontstaan. Besloten werd om in navolging van Schiermonnikoog voor rasverbetering, via teelt, selectie en veredeling van bijenkoninginnen, te gaan zorgen. Er is dan een enthousiast bestuur gevormd dat zich ingezet heeft om uiteindelijk het Carnica-station in Kreverhille te kunnen installeren. Staatsbosbeheer vanuit Nederland en de NEMEC uit Belgie hebben daarbij geholpen. Vanuit diverse geledingen met name vanuit de Euregio kwam financiële steun verleend.
Met veel zorg is een gebied gekozen. Een gedeelte van dit terrein is van een afrastering voorzien die beplant werd met kamperfoelie. Een groot gedeelte van dit terrein is beplant om de nodige bescherming voor de kleine bijenwoningen te kunnen bieden.
Tussen de borders is een groot aantal schuthuisjes geplaatst waarin de kastjes met de onbevruchte koninginnen (soort Carnica) in het paringseizoen geplaatst worden.
Verder is er op het terrein een lokaal waarin een educatief centrum is ingericht met een kleine kantine. De bijenvolkjes die door de imkers worden aangeleverd in de paringstijd worden hier geregistreerd en gecontroleerd.
Er is een een vijver op het terrein die hier ook wel een bijenkroeg genoemd wordt en er is een bijenstal. In deze stal worden jaarlijks minstens 20 darrenvolken opgesteld die de kwalitatieve bevruchtingsmogelijkheden moeten garanderen.
In dit centrum werken Gerard, Janus en Jacques, bewoners van De Sterre in Clinge iedere dinsdag. Zij hebben alle drie gekozen voor het buitenwerk. Naast het werk op de boerderij is dit een welkome afwisseling.
De mensen die op het terrein rondlopen hebben geen schrik voor de bijen die er rondvliegen. Het blijkt dat mensen vaak een verkeerd beeld hebben: ze denken aan wespen en bijen die voortduren bezoekers lastig vallen en steken. "Ik ben er niet bang voor, ik heb nog nooit een bijensteek gehad", zegt Janus.
Begeleider Willy Vink legt uit dat de Carnicabij bekend is om haar zachtaardigheid. Teelttechnisch biedt dit ook aan de imker de ongekende luxe om haast zonder beschermende kledij te kunnen werken.
-
Voor bezoeken en rondleidingen: Anton Weemaes, Merelstraat 13, 4561 KH Hulst, tel. 0114 316898, of e-mail: aweemaes@zeelandnet.nl
-'Ik heb nog nooit een bijensteek gehad'-
-Door Ineke de Deckere -
Dinsdag 04 september 2001 - OSSENISSE - Een mooi gebied, Kreverhillle nabij de Westerschelde en de bocht bij Ossenisse. Voor velen een onbekend terrein waar het Carnica-station van de RKH vzw (Vereniging voor Rasverbetering van Kleine Huisdieren) is gevestigd. In dit geval houdt de vereniging zich wel heel speciaal bezig met de rasverbetering van de honingbij, en wel de Carnica. Nog minder bekend is het dat daar wekelijks drie bewoners van De Sterre met hun activiteitenbegeleider aan het werk zijn.
-
Zo'n vijftien jaar geleden is de vereniging ontstaan. Besloten werd om in navolging van Schiermonnikoog voor rasverbetering, via teelt, selectie en veredeling van bijenkoninginnen, te gaan zorgen. Er is dan een enthousiast bestuur gevormd dat zich ingezet heeft om uiteindelijk het Carnica-station in Kreverhille te kunnen installeren. Staatsbosbeheer vanuit Nederland en de NEMEC uit Belgie hebben daarbij geholpen. Vanuit diverse geledingen met name vanuit de Euregio kwam financiële steun verleend.
Met veel zorg is een gebied gekozen. Een gedeelte van dit terrein is van een afrastering voorzien die beplant werd met kamperfoelie. Een groot gedeelte van dit terrein is beplant om de nodige bescherming voor de kleine bijenwoningen te kunnen bieden.
Tussen de borders is een groot aantal schuthuisjes geplaatst waarin de kastjes met de onbevruchte koninginnen (soort Carnica) in het paringseizoen geplaatst worden.
Verder is er op het terrein een lokaal waarin een educatief centrum is ingericht met een kleine kantine. De bijenvolkjes die door de imkers worden aangeleverd in de paringstijd worden hier geregistreerd en gecontroleerd.
Er is een een vijver op het terrein die hier ook wel een bijenkroeg genoemd wordt en er is een bijenstal. In deze stal worden jaarlijks minstens 20 darrenvolken opgesteld die de kwalitatieve bevruchtingsmogelijkheden moeten garanderen.
In dit centrum werken Gerard, Janus en Jacques, bewoners van De Sterre in Clinge iedere dinsdag. Zij hebben alle drie gekozen voor het buitenwerk. Naast het werk op de boerderij is dit een welkome afwisseling.
De mensen die op het terrein rondlopen hebben geen schrik voor de bijen die er rondvliegen. Het blijkt dat mensen vaak een verkeerd beeld hebben: ze denken aan wespen en bijen die voortduren bezoekers lastig vallen en steken. "Ik ben er niet bang voor, ik heb nog nooit een bijensteek gehad", zegt Janus.
Begeleider Willy Vink legt uit dat de Carnicabij bekend is om haar zachtaardigheid. Teelttechnisch biedt dit ook aan de imker de ongekende luxe om haast zonder beschermende kledij te kunnen werken.
-
Voor bezoeken en rondleidingen: Anton Weemaes, Merelstraat 13, 4561 KH Hulst, tel. 0114 316898, of e-mail: aweemaes@zeelandnet.nl
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
In dagblad DE STEM van 18-09-'01 stond het volgende, voor imkers wellicht belangrijke, bericht:
---
-OOSTERHOUT - Alweer voor de zevende keer houdt het Oosterhouts Bijengilde een cursus jeugdimkeren.-
Cursusleider H. Stadhouders legt de bedoeling uit: "Kinderen kunnen zo eens écht kennismaken met bijen, met een écht bijenvolk werken of gewoon iets meer over bijen te weten komen." Het doel van de cursus is ook om deelnemers meer respect bij te brengen voor de natuur en in het bijzonder voor bijen en andere insecten.
Er zijn tien bijeenkomsten, telkens van 16.30 tot 18.00 uur in het gebouw van het MEK aan de Veerseweg in Oosterhout. Er zijn zeven theorielessen, maar er is ook praktijkwerk, zoals het maken van een eigen raat, het merken van een koningin, het bezoek aan een tuin, honingslingeren en vooral het werken in een echt bijenvolk. De cursisten worden dan omgetoverd tot echte imkers met witte pakken en handschoenen, zodat het risico om gestoken te worden minimaal is.
Komende vrijdag begint om 16.00 uur in het MEK een introductie-bijeenkomst van de cursus, waarbij ook de ouders welkom zijn. De eerste les vindt dan aansluitend plaats. De kosten bedragen f. 27,50 voor de hele cursus. Er is plaats voor tien cursisten. Aanmelding kan geschieden via 0162-429802.
---
-OOSTERHOUT - Alweer voor de zevende keer houdt het Oosterhouts Bijengilde een cursus jeugdimkeren.-
Cursusleider H. Stadhouders legt de bedoeling uit: "Kinderen kunnen zo eens écht kennismaken met bijen, met een écht bijenvolk werken of gewoon iets meer over bijen te weten komen." Het doel van de cursus is ook om deelnemers meer respect bij te brengen voor de natuur en in het bijzonder voor bijen en andere insecten.
Er zijn tien bijeenkomsten, telkens van 16.30 tot 18.00 uur in het gebouw van het MEK aan de Veerseweg in Oosterhout. Er zijn zeven theorielessen, maar er is ook praktijkwerk, zoals het maken van een eigen raat, het merken van een koningin, het bezoek aan een tuin, honingslingeren en vooral het werken in een echt bijenvolk. De cursisten worden dan omgetoverd tot echte imkers met witte pakken en handschoenen, zodat het risico om gestoken te worden minimaal is.
Komende vrijdag begint om 16.00 uur in het MEK een introductie-bijeenkomst van de cursus, waarbij ook de ouders welkom zijn. De eerste les vindt dan aansluitend plaats. De kosten bedragen f. 27,50 voor de hele cursus. Er is plaats voor tien cursisten. Aanmelding kan geschieden via 0162-429802.
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
In de ZWOLSE COURANT van 19-09-'01 stond het volgende (Fr.:ingekorte) bericht:
---
-Imkers tevreden op nieuwe locatie-
van een onzer verslaggevers
BRUMMEN - Een volle, zoete lucht ontsnapt als de imker een van zijn kasten opent. Zware raten beloven vele liters honing. Terug van de heide lijken de bijen zich al thuis te voelen in het nieuwe onderkomen van de Imkersvereniging Brummen.
Ook de bijenhouders zijn duidelijk in hun sas met de nieuwe stal, die de afgelopen weken is verrezen op een Brummens weiland tussen de Voorsterweg en het spoor naar Zutphen.
De hobbyïsten stellen vast dat meer en meer ontdekt wordt dat niet alleen zijzelf en hun bijen profijt hebben van het veldwerk. Ook steeds meer boeren en fruittelers zijn blij met de bestuiving. Het schijnt de fruitopbrengst met liefst vijftien procent te verhogen. "We krijgen meer aanvragen dan waar we aan kunnen voldoen.'' Er zijn trouwens imkers die de hobby helemaal niet voor de honing, maar juist voor die bestuiving beoefenen.
Ook een andere groep krijgt meer belangstelling: mensen met last van hooikoorts. Wie honing uit zijn directe woonomgeving eet, laat zijn lichaam via die weg kennis maken met pollen en daar alvast een afweersysteem tegen maken. Een lepel overjarige heidehoning schijnt hyperactieve kinderen goed te doen.
Als alles honing geslingerd is (met een soort centrifuge uit de raten gehaald), is het 'actieve' seizoen voorbij. Dat is ongeveer in deze tijd. Maar dan zijn imkers niet werkeloos tot aan het volgende voorjaar. "Als je je er een beetje in verdiept, ben je er wel tien uur per week mee bezig'', zegt Bouwmeester.
Onder meer in het maken van nieuwe kasten gaat de nodige tijd zitten.
Een ander punt van aandacht zijn de nieuwe buren van de imkers. Niet de omwonenden; die hebben volgens Rozie alleen nog maar positief gereageerd. Het gaat om de volkstuinvereniging, die op termijn weg moet naast het kerkhof en dan bij de imkers terecht komt. Op zich prima, zegt Rozie.
"We zijn er zelfs blij mee, goed voor de verstuiving. Maar aan de andere kant zou het af en toe kunnen gebeuren dat opeens een zwerm bij ons wegvliegt en dat de tuinders gestoken worden. Dat hou je niet tegen en je hebt kans dat daar irritaties van komen. Maar goed, we hebben het in elk geval al aangegeven dat het zou kunnen gebeuren.''
---
-Imkers tevreden op nieuwe locatie-
van een onzer verslaggevers
BRUMMEN - Een volle, zoete lucht ontsnapt als de imker een van zijn kasten opent. Zware raten beloven vele liters honing. Terug van de heide lijken de bijen zich al thuis te voelen in het nieuwe onderkomen van de Imkersvereniging Brummen.
Ook de bijenhouders zijn duidelijk in hun sas met de nieuwe stal, die de afgelopen weken is verrezen op een Brummens weiland tussen de Voorsterweg en het spoor naar Zutphen.
De hobbyïsten stellen vast dat meer en meer ontdekt wordt dat niet alleen zijzelf en hun bijen profijt hebben van het veldwerk. Ook steeds meer boeren en fruittelers zijn blij met de bestuiving. Het schijnt de fruitopbrengst met liefst vijftien procent te verhogen. "We krijgen meer aanvragen dan waar we aan kunnen voldoen.'' Er zijn trouwens imkers die de hobby helemaal niet voor de honing, maar juist voor die bestuiving beoefenen.
Ook een andere groep krijgt meer belangstelling: mensen met last van hooikoorts. Wie honing uit zijn directe woonomgeving eet, laat zijn lichaam via die weg kennis maken met pollen en daar alvast een afweersysteem tegen maken. Een lepel overjarige heidehoning schijnt hyperactieve kinderen goed te doen.
Als alles honing geslingerd is (met een soort centrifuge uit de raten gehaald), is het 'actieve' seizoen voorbij. Dat is ongeveer in deze tijd. Maar dan zijn imkers niet werkeloos tot aan het volgende voorjaar. "Als je je er een beetje in verdiept, ben je er wel tien uur per week mee bezig'', zegt Bouwmeester.
Onder meer in het maken van nieuwe kasten gaat de nodige tijd zitten.
Een ander punt van aandacht zijn de nieuwe buren van de imkers. Niet de omwonenden; die hebben volgens Rozie alleen nog maar positief gereageerd. Het gaat om de volkstuinvereniging, die op termijn weg moet naast het kerkhof en dan bij de imkers terecht komt. Op zich prima, zegt Rozie.
"We zijn er zelfs blij mee, goed voor de verstuiving. Maar aan de andere kant zou het af en toe kunnen gebeuren dat opeens een zwerm bij ons wegvliegt en dat de tuinders gestoken worden. Dat hou je niet tegen en je hebt kans dat daar irritaties van komen. Maar goed, we hebben het in elk geval al aangegeven dat het zou kunnen gebeuren.''
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
In DE GELDERLANDER van 18-10-'01 stond het volgende (Fr.ingekorte) bericht:
-
Landelijke zorgboerderij zonder opsmuk
-
NEEDE - Even voorstellen. Toon Tackenkamp (48). Leerkracht aan de land- en tuinbouwschool; trotse bezitter van een sfeervolle boerderij aan de Visschemorsdijk in Neede. En sinds kort eigenaar van een zorgboerderij voor ouderen die zich aangetrokken voelen tot het boerenleven.
Toen de projectgroep Steureg Vedan en Stichting Neijenborch op zoek gingen naar een boerderij waar ouderen een deel van hun tijd kunnen doorbrengen, besloot de familie Tackenkamp zich aan te melden.
De Needse leerkracht zegt liefhebber te zijn van 'het oude boerenleven'. Hij beroept zich op het boek Het oud Achterhoekse boerenleven van Hendrik Willem Heuvel. "Mijn boerenbijbel", zegt Tackenkamp. Hij wil ermee zeggen dat hij iets van die sfeer op zijn erf terug wil zien. "De echte landelijke sfeer zonder opsmuk."
De ouderen die straks een of meer dagdelen op de boerderij verblijven, moeten een indicatie voor dagopvang hebben. Er zijn acht tot tien plekken per dag beschikbaar. Neijenborch levert de zorg. Het geld dat daarvoor nodig is, komt van minister Els Borst van VWS, die de wachtlijsten daarmee weg wil werken.
Tackenkamp heeft ook zo zijn ideeën over de daginvulling. Hij wil bijvoorbeeld een moestuin waarin zijn gasten 'licht recreatieve bezigheden kunnen verrichten'. "Maar ik ben ook liefhebber van alle mogelijke dierenrassen. Een zoogkoe met kalf, lijkt me schitterend. Kippen, konijnen, BIJEN. Ik wil een breed aanbod. Er moet wat te zien en te beleven zijn."
-
Landelijke zorgboerderij zonder opsmuk
-
NEEDE - Even voorstellen. Toon Tackenkamp (48). Leerkracht aan de land- en tuinbouwschool; trotse bezitter van een sfeervolle boerderij aan de Visschemorsdijk in Neede. En sinds kort eigenaar van een zorgboerderij voor ouderen die zich aangetrokken voelen tot het boerenleven.
Toen de projectgroep Steureg Vedan en Stichting Neijenborch op zoek gingen naar een boerderij waar ouderen een deel van hun tijd kunnen doorbrengen, besloot de familie Tackenkamp zich aan te melden.
De Needse leerkracht zegt liefhebber te zijn van 'het oude boerenleven'. Hij beroept zich op het boek Het oud Achterhoekse boerenleven van Hendrik Willem Heuvel. "Mijn boerenbijbel", zegt Tackenkamp. Hij wil ermee zeggen dat hij iets van die sfeer op zijn erf terug wil zien. "De echte landelijke sfeer zonder opsmuk."
De ouderen die straks een of meer dagdelen op de boerderij verblijven, moeten een indicatie voor dagopvang hebben. Er zijn acht tot tien plekken per dag beschikbaar. Neijenborch levert de zorg. Het geld dat daarvoor nodig is, komt van minister Els Borst van VWS, die de wachtlijsten daarmee weg wil werken.
Tackenkamp heeft ook zo zijn ideeën over de daginvulling. Hij wil bijvoorbeeld een moestuin waarin zijn gasten 'licht recreatieve bezigheden kunnen verrichten'. "Maar ik ben ook liefhebber van alle mogelijke dierenrassen. Een zoogkoe met kalf, lijkt me schitterend. Kippen, konijnen, BIJEN. Ik wil een breed aanbod. Er moet wat te zien en te beleven zijn."
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
Uit INTERMEDIAIR van 05-07-'01
(ingestuurd door G.J.GROLLEMAN)
~~~
door MARK MIERAS
-
Bijen tellen de bloemetjes
-
Hoe weten bijen feilloos bloemen terug te vinden? Ze meten de afstand met hun ogen. De som van alle beweging in hun gezichtsveld is hun afstandsmaat.
Het raadsel van de bijtjes en de bloemetjes is eindelijk ontrafeld. Hoe vinden bijen bloemen? Of nauwkeuriger: hoe vinden ze de bloemen terug?
Want nectar verzamelen is voor deze insecten een door en door georganiseerde operatie. Wanneer een speurbij op een veldje bloeiende klaver stuit, dan vliegt zij terug naar de korf om de vindplaats door te geven. De klaver wordt vervolgens door een heel bijenleger leeggehaald. Reeds Aristoteles verwonderde zich over de accuratesse waarmee de ene bij kennelijk aan de andere kan uiteenzetten waar zij moet wezen. Over vele honderden meters tot zelfs kilometers vinden de bijen het klaverveld terug, zonder mankeren en op eigen houtje.
Sinds 1934 is bekend dat bijen elkaar de weg wijzen door een dans uit te voeren op de honingraat. Ze dansen in achtjes en wiebelen daarbij met hun lijf. De richting waarin de bij danst correspondeert met de richting waarin de nectar gezocht moet worden, zoveel is al meer dan een halve eeuw duidelijk. Het vermoeden bestaat dat het gewiebel een afstandsmaat verbergt. Maar welke? Een eenduidige afstandstabel hebben de bijenonderzoekers nooit uit de ritmische bewegingen kunnen afleiden.
En wat al even raadselachtig is: hoe meten bijen de afstand? Vleugelslagen tellen is weinig betrouwbaar wanneer je als bij niet in staat bent om te corrigeren voor windvlagen en draaiwind. Ook het energieverbruik tijdens de vlucht lijkt om die reden een slechte maat, al dacht men daarvoor aanwijzing te hebben: bijen lijken afstanden bergafwaarts als korter te ervaren dan bergopwaarts.
Langsschuivende bomen
Met een bijenexperiment in de velden rond het Duitse Würzburg heeft een groep van Duitse, Australische en Amerikaanse biologen het raadsel nu opgelost, zo meldden ze vorige maand in Nature. De kilometerteller van de insecten zit in hun ogen. De afstandsmaat die de diertjes hanteren, is de hoeveelheid beweging die ze zien terwijl ze langs de bomen, planten en boerderijen vliegen. De som van alle visuele beweging, op de weg van klaverveld naar korf, bepaalt het ritme waarmee de bij eenmaal thuis haar dans uitvoert.
Iedereen die wel eens in de trein zit, weet hoe sterk de schijnbare beweging van objecten afhangt van hun afstand: een boom vlak langs de spoorbaan schiet door het beeld, een boom in het veld schuift statig voorbij. Die visuele verrekening ligt ook ten grondslag aan het bijenexperiment dat bij Würzburg werd uitgevoerd. Bijen kregen te drinken van nepbloemen met suikerwater en vlogen daarna via een smalle acht meter lange tunnel naar de korf. Het wit-zwart gestipte behang waarmee de nauwe tunnelbuis was beplakt, zorgde daarbij voor veel visuele beweging. Het resulteerde in een snel wiebelende bijen dans. De bijen die vervolgens - niet door de tunnel maar door het vrije veld - uitvlogen om de suikerbron terug te vinden, streken neer op een locatie die exact in de juiste richting, maar op veel groter afstand lag. De bijen gingen op zoek op 72 meter van de korf, terwijl de vindplaats van het suikerwater zich in werkelijkheid op niet meer dan elf meter van de korf bevond. Een opvallende misrekening die overtuigend de rol van de ogen bij de afstandsbepaling aantoont.
Dat bijen een visuele afstandsmaat hanteren, verklaart ook waarom de relatie tussen afstand en bijendans zo sterk afhangt van de plaats waar de korf staat en zelfs van de richting waarin gevlogen wordt. Een route tussen bomen door leidt immers tot veel meer visuele beweging dan een route over open veld. De speurbij en de transportbij volgen exact dezelfde route en vliegen dus door precies hetzelfde landschap. Zo meten ze met hun ogen exact dezelfde afstand.
En waarom ervaart de bij het bergafwaarts vliegen als korter? Het is simpel, menen de onderzoekers: bergafwaarts vliegt een bij hoger boven de grond. Dan lijken de planten en het gras verder weg.
(ingestuurd door G.J.GROLLEMAN)
~~~
door MARK MIERAS
-
Bijen tellen de bloemetjes
-
Hoe weten bijen feilloos bloemen terug te vinden? Ze meten de afstand met hun ogen. De som van alle beweging in hun gezichtsveld is hun afstandsmaat.
Het raadsel van de bijtjes en de bloemetjes is eindelijk ontrafeld. Hoe vinden bijen bloemen? Of nauwkeuriger: hoe vinden ze de bloemen terug?
Want nectar verzamelen is voor deze insecten een door en door georganiseerde operatie. Wanneer een speurbij op een veldje bloeiende klaver stuit, dan vliegt zij terug naar de korf om de vindplaats door te geven. De klaver wordt vervolgens door een heel bijenleger leeggehaald. Reeds Aristoteles verwonderde zich over de accuratesse waarmee de ene bij kennelijk aan de andere kan uiteenzetten waar zij moet wezen. Over vele honderden meters tot zelfs kilometers vinden de bijen het klaverveld terug, zonder mankeren en op eigen houtje.
Sinds 1934 is bekend dat bijen elkaar de weg wijzen door een dans uit te voeren op de honingraat. Ze dansen in achtjes en wiebelen daarbij met hun lijf. De richting waarin de bij danst correspondeert met de richting waarin de nectar gezocht moet worden, zoveel is al meer dan een halve eeuw duidelijk. Het vermoeden bestaat dat het gewiebel een afstandsmaat verbergt. Maar welke? Een eenduidige afstandstabel hebben de bijenonderzoekers nooit uit de ritmische bewegingen kunnen afleiden.
En wat al even raadselachtig is: hoe meten bijen de afstand? Vleugelslagen tellen is weinig betrouwbaar wanneer je als bij niet in staat bent om te corrigeren voor windvlagen en draaiwind. Ook het energieverbruik tijdens de vlucht lijkt om die reden een slechte maat, al dacht men daarvoor aanwijzing te hebben: bijen lijken afstanden bergafwaarts als korter te ervaren dan bergopwaarts.
Langsschuivende bomen
Met een bijenexperiment in de velden rond het Duitse Würzburg heeft een groep van Duitse, Australische en Amerikaanse biologen het raadsel nu opgelost, zo meldden ze vorige maand in Nature. De kilometerteller van de insecten zit in hun ogen. De afstandsmaat die de diertjes hanteren, is de hoeveelheid beweging die ze zien terwijl ze langs de bomen, planten en boerderijen vliegen. De som van alle visuele beweging, op de weg van klaverveld naar korf, bepaalt het ritme waarmee de bij eenmaal thuis haar dans uitvoert.
Iedereen die wel eens in de trein zit, weet hoe sterk de schijnbare beweging van objecten afhangt van hun afstand: een boom vlak langs de spoorbaan schiet door het beeld, een boom in het veld schuift statig voorbij. Die visuele verrekening ligt ook ten grondslag aan het bijenexperiment dat bij Würzburg werd uitgevoerd. Bijen kregen te drinken van nepbloemen met suikerwater en vlogen daarna via een smalle acht meter lange tunnel naar de korf. Het wit-zwart gestipte behang waarmee de nauwe tunnelbuis was beplakt, zorgde daarbij voor veel visuele beweging. Het resulteerde in een snel wiebelende bijen dans. De bijen die vervolgens - niet door de tunnel maar door het vrije veld - uitvlogen om de suikerbron terug te vinden, streken neer op een locatie die exact in de juiste richting, maar op veel groter afstand lag. De bijen gingen op zoek op 72 meter van de korf, terwijl de vindplaats van het suikerwater zich in werkelijkheid op niet meer dan elf meter van de korf bevond. Een opvallende misrekening die overtuigend de rol van de ogen bij de afstandsbepaling aantoont.
Dat bijen een visuele afstandsmaat hanteren, verklaart ook waarom de relatie tussen afstand en bijendans zo sterk afhangt van de plaats waar de korf staat en zelfs van de richting waarin gevlogen wordt. Een route tussen bomen door leidt immers tot veel meer visuele beweging dan een route over open veld. De speurbij en de transportbij volgen exact dezelfde route en vliegen dus door precies hetzelfde landschap. Zo meten ze met hun ogen exact dezelfde afstand.
En waarom ervaart de bij het bergafwaarts vliegen als korter? Het is simpel, menen de onderzoekers: bergafwaarts vliegt een bij hoger boven de grond. Dan lijken de planten en het gras verder weg.
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
In de ZWOLSE COURANT van 11-10-'01 stond het volgende artikel:
(verslaggever..onbekend)
-
Imker van 92 immuun voor bijengif
-
EIBERGEN - Als vijftienjarige jongen begon Jan Hendrik Roerdink uit Eibergen in 1924 met het houden van zijn eerste bijenvolk.
Hoe vaak de Eibergenaar in zijn leven al door een bij is gestoken? Dat is een vraag die Jan Hendrik Roerdink onmogelijk kan beantwoorden. De 92-jarige laat dan ook een bulderende lach horen. "Ik ben zo vaak gestoken dat ik immuun voor het bijengif ben geworden. Ik geef er ook helemaal niks om, een paar van die prikjes. Een stuk of twintig steken kan ik makkelijk hebben.
'˜ Hij haalt nonchalant de schouders op. "Het is vooral een zaak van rustig blijven.'˜'˜
De bijenhouder is het oudste lid van de afdeling Neede-Eibergen-Borculo van de Imkersvereniging VBBN en werd vorige week gehuldigd vanwege het feit dat hij 56 jaar lid is van de vereniging. Hij maakt graag deel uit van de vereniging, maar in 1945 had hij een hele andere reden om lid te worden.
"Het was net na de oorlog en bij de imkervereniging kreeg je de tabak en de suiker accijnsvrij'˜'˜, grinnikt hij. "Suiker voor de bijen hoor, niet voor mensen'˜'˜, valt zijn echtgenote hem bij. "Die tabak was eigenlijk ook om de bijen te bedwelmen en rustig te houden, maar daar draaide ik weleens een lekker sigaretje van'˜'˜, geeft ze toe. Zijn hele leven is Roerdink al gefascineerd door bijen. "Als ik '˜m kwijt ben, dan is hij bij de korven'˜'˜, verduidelijkt zijn vrouw. De liefhebber kan het niet ontkennen.
"Als kleine jongen had ik er al interesse voor. Het is een kunstig volkje hoor. En ik vond honing heerlijk, dat kun je met bijen natuurlijk zelf produceren. Op een dag heb ik een volk, dat zijn zo'˜n twintig tot dertigduizend bijen, voor tien gulden gekocht. Ik weet het nog goed. En zodoende hebben onze zeven kinderen hun hele leven echte, zuivere honing gegeten.'˜'˜
Er is vrijwel niets dat Roerdink niet van de insecten weet. Hij kan smakelijk vertellen over zijn hobby. Neem die keer dat de koningin van één van de volken op zijn rug was gaan zitten. "Nog maar een paar jaar geleden was dat. Ik had er niets van gemerkt, liep de kamer binnen en ging zitten. Maar als een koningin uitzwermt, gaan er een heleboel mee. Er zat een hele zwerm op mijn rug, mijn vrouw wist niet hoe ze het had.'˜'˜
Zoon Jan en schoondochter Ine schudden glimlachend hun hoofd. "Wat dacht je van die keer, een jaar of tien terug, dat je op de nok van het dak stond om een uitgevlogen groep met een net te scheppen. Je was toen 83.'˜'˜ Ine krijgt er nog de rillingen van. "Hij kreeg het nog voor elkaar ook.
"Tja, als de koningin uitvliegt, moet je er snel bij zijn, anders ben je een hele groep bijen kwijt. Ze blijven een paar uur op een hogere plek hangen, dus wat moet je dan?'˜'˜ Op 92-jarige leeftijd krijgt Roerdink wat hulp in drukke tijden, wanneer de honing wordt uitgehaald bijvoorbeeld. Maar het voeden met suiker neemt hij nog steeds voor eigen rekening. "Het blijft mooi.'˜'˜.
Edited by - frans vantongeren on 06/11/2001 22:39:48
(verslaggever..onbekend)
-
Imker van 92 immuun voor bijengif
-
EIBERGEN - Als vijftienjarige jongen begon Jan Hendrik Roerdink uit Eibergen in 1924 met het houden van zijn eerste bijenvolk.
Hoe vaak de Eibergenaar in zijn leven al door een bij is gestoken? Dat is een vraag die Jan Hendrik Roerdink onmogelijk kan beantwoorden. De 92-jarige laat dan ook een bulderende lach horen. "Ik ben zo vaak gestoken dat ik immuun voor het bijengif ben geworden. Ik geef er ook helemaal niks om, een paar van die prikjes. Een stuk of twintig steken kan ik makkelijk hebben.
'˜ Hij haalt nonchalant de schouders op. "Het is vooral een zaak van rustig blijven.'˜'˜
De bijenhouder is het oudste lid van de afdeling Neede-Eibergen-Borculo van de Imkersvereniging VBBN en werd vorige week gehuldigd vanwege het feit dat hij 56 jaar lid is van de vereniging. Hij maakt graag deel uit van de vereniging, maar in 1945 had hij een hele andere reden om lid te worden.
"Het was net na de oorlog en bij de imkervereniging kreeg je de tabak en de suiker accijnsvrij'˜'˜, grinnikt hij. "Suiker voor de bijen hoor, niet voor mensen'˜'˜, valt zijn echtgenote hem bij. "Die tabak was eigenlijk ook om de bijen te bedwelmen en rustig te houden, maar daar draaide ik weleens een lekker sigaretje van'˜'˜, geeft ze toe. Zijn hele leven is Roerdink al gefascineerd door bijen. "Als ik '˜m kwijt ben, dan is hij bij de korven'˜'˜, verduidelijkt zijn vrouw. De liefhebber kan het niet ontkennen.
"Als kleine jongen had ik er al interesse voor. Het is een kunstig volkje hoor. En ik vond honing heerlijk, dat kun je met bijen natuurlijk zelf produceren. Op een dag heb ik een volk, dat zijn zo'˜n twintig tot dertigduizend bijen, voor tien gulden gekocht. Ik weet het nog goed. En zodoende hebben onze zeven kinderen hun hele leven echte, zuivere honing gegeten.'˜'˜
Er is vrijwel niets dat Roerdink niet van de insecten weet. Hij kan smakelijk vertellen over zijn hobby. Neem die keer dat de koningin van één van de volken op zijn rug was gaan zitten. "Nog maar een paar jaar geleden was dat. Ik had er niets van gemerkt, liep de kamer binnen en ging zitten. Maar als een koningin uitzwermt, gaan er een heleboel mee. Er zat een hele zwerm op mijn rug, mijn vrouw wist niet hoe ze het had.'˜'˜
Zoon Jan en schoondochter Ine schudden glimlachend hun hoofd. "Wat dacht je van die keer, een jaar of tien terug, dat je op de nok van het dak stond om een uitgevlogen groep met een net te scheppen. Je was toen 83.'˜'˜ Ine krijgt er nog de rillingen van. "Hij kreeg het nog voor elkaar ook.
"Tja, als de koningin uitvliegt, moet je er snel bij zijn, anders ben je een hele groep bijen kwijt. Ze blijven een paar uur op een hogere plek hangen, dus wat moet je dan?'˜'˜ Op 92-jarige leeftijd krijgt Roerdink wat hulp in drukke tijden, wanneer de honing wordt uitgehaald bijvoorbeeld. Maar het voeden met suiker neemt hij nog steeds voor eigen rekening. "Het blijft mooi.'˜'˜.
Edited by - frans vantongeren on 06/11/2001 22:39:48
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: Bijen 'halen' de krant
In DE GELDERLANDER van 10-11-'01 stond het volgende bericht:
-
Bijen vinden Waterloo in de stadsgracht
-
Door LEX HALSEMA
-
WAGENINGEN - De Wageningse Imker Hidde Oenema bezat donderdag nog een kleine 50.000 bijen. Onbekenden gooiden de twee kasten, waarin de Carnica-bijenvolken woonden, in de nacht van donderdag op vrijdag in de stadsgracht van Wageningen.
Oenema (33) en collega-imker Theo Damen (36) proberen een dag later nog te redden wat er te redden valt. De kasten liggen in het ondiepe water van de stadsgracht bij het riool-gemaal aan de Niemeijerstraat. In de ene kast is geen teken van leven meer te bespeuren. Om de tweede, die nog voor een deel boven het wateroppervlak uitsteekt, zwermen nog een aantal bijen. In die kast bevinden zich enige honderden overlevenden, wat vooral blijkt als de twee imkers de kast op het droge halen.
Hoewel beiden beschermende kleding dragen worden ze door de woedende zwerm overlevenden toch verschillende malen in de enkels en door hun spijkerbroeken heen in de benen gestoken. Oenema's bijenvolk reageert instinctief op de verschrikkingen van hun wateravontuur en kiest de aanval.
Tien minuten later staan de kasten en alle los in de gracht drijvende onderdelen weer op het droge en kan de beschermende kleding uit. "Gestoken worden hoort bij het vak van imker", reageren de twee luchtig. Om even later hun woede richting daders de vrije loop te laten. Oenema hoopt op straf van Justitie en verwacht dat ook de ouders een hartig woordje met hun kroost wisselen. Hij denkt dat de daders in een groepje jongeren gezocht moet worden dat het afgelopen zomer ook al op zijn bijenkasten had voorzien.
Damen zegt niet zo zeer op straf te hopen. "Maar wel op een goed gesprek met de daders. Ik was vroeger ook geen lieverdje, maar ik denk niet dat ze zich helemaal realiseren wat ze aanrichten. Het gaat niet alleen om vandalisme, maar om de dood van een heel bijenvolk. Een volk waar veel tijd en emotie in gestoken is. Imkers bouwen een band met hun bijen op. Dat is nu in een klap voorbij."
Dat de overlevende bijen de winter doorkomen achten beiden uitgesloten.
"Je moet eerst afwachten of de koningin het heeft overleefd. Als die verdronken is, dan is het sowieso afgelopen. Maar ik ben bang dat het zonder meer is afgelopen. Het is al te laat in het jaar en de honing in de kasten, waar de bijen de winter op door hadden moeten komen, is verloren. Nu nog vervangende voeding bijplaatsen heeft geen zin meer", aldus Oenema.
Beiden oefenen het het imkeren op biologische wijze uit. Dat wil zeggen dat ze voldoende honing in de kasten achterlaten voor de winter. Niet biologische imkers vervangen de kostbare honing voor suikerwater. "Maar dat is zelfs nu voor ons geen optie meer. De bijen hebben zich al ingesteld op de winter en op honing. Het klinkt vreemd, maar je kunt die honing dan niet meer door iets anders vervangen.Daarmee is dus eigenlijk zeker dat dit volk de winter niet meer door komt."
-
Bijen vinden Waterloo in de stadsgracht
-
Door LEX HALSEMA
-
WAGENINGEN - De Wageningse Imker Hidde Oenema bezat donderdag nog een kleine 50.000 bijen. Onbekenden gooiden de twee kasten, waarin de Carnica-bijenvolken woonden, in de nacht van donderdag op vrijdag in de stadsgracht van Wageningen.
Oenema (33) en collega-imker Theo Damen (36) proberen een dag later nog te redden wat er te redden valt. De kasten liggen in het ondiepe water van de stadsgracht bij het riool-gemaal aan de Niemeijerstraat. In de ene kast is geen teken van leven meer te bespeuren. Om de tweede, die nog voor een deel boven het wateroppervlak uitsteekt, zwermen nog een aantal bijen. In die kast bevinden zich enige honderden overlevenden, wat vooral blijkt als de twee imkers de kast op het droge halen.
Hoewel beiden beschermende kleding dragen worden ze door de woedende zwerm overlevenden toch verschillende malen in de enkels en door hun spijkerbroeken heen in de benen gestoken. Oenema's bijenvolk reageert instinctief op de verschrikkingen van hun wateravontuur en kiest de aanval.
Tien minuten later staan de kasten en alle los in de gracht drijvende onderdelen weer op het droge en kan de beschermende kleding uit. "Gestoken worden hoort bij het vak van imker", reageren de twee luchtig. Om even later hun woede richting daders de vrije loop te laten. Oenema hoopt op straf van Justitie en verwacht dat ook de ouders een hartig woordje met hun kroost wisselen. Hij denkt dat de daders in een groepje jongeren gezocht moet worden dat het afgelopen zomer ook al op zijn bijenkasten had voorzien.
Damen zegt niet zo zeer op straf te hopen. "Maar wel op een goed gesprek met de daders. Ik was vroeger ook geen lieverdje, maar ik denk niet dat ze zich helemaal realiseren wat ze aanrichten. Het gaat niet alleen om vandalisme, maar om de dood van een heel bijenvolk. Een volk waar veel tijd en emotie in gestoken is. Imkers bouwen een band met hun bijen op. Dat is nu in een klap voorbij."
Dat de overlevende bijen de winter doorkomen achten beiden uitgesloten.
"Je moet eerst afwachten of de koningin het heeft overleefd. Als die verdronken is, dan is het sowieso afgelopen. Maar ik ben bang dat het zonder meer is afgelopen. Het is al te laat in het jaar en de honing in de kasten, waar de bijen de winter op door hadden moeten komen, is verloren. Nu nog vervangende voeding bijplaatsen heeft geen zin meer", aldus Oenema.
Beiden oefenen het het imkeren op biologische wijze uit. Dat wil zeggen dat ze voldoende honing in de kasten achterlaten voor de winter. Niet biologische imkers vervangen de kostbare honing voor suikerwater. "Maar dat is zelfs nu voor ons geen optie meer. De bijen hebben zich al ingesteld op de winter en op honing. Het klinkt vreemd, maar je kunt die honing dan niet meer door iets anders vervangen.Daarmee is dus eigenlijk zeker dat dit volk de winter niet meer door komt."
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 2 gasten