Re: Windbestuiving
Geplaatst: wo 19 dec 2001, 16:21
Hallo Marion Jelte Pieter en anderen. Jullie reactie op mijn verhaal over windbestuiving noopt mij tot correcties en nadere nuancering; Zo komen we samen een heel eind ook zonder onmiddellijk de professor erbij te moeten halen.
Jelte Pieter wijst mij terecht door te stellen, dat bijen wel degelijk iets te zoeken hebben op windbestuivers; hij noemt o.a. mais. Dat is een verhaal op zich, waar ik straks op kom. Hij vraagt ook om meer voorbeelden van planten die zowel wind- als insectenbestuiving op haar program hebben. Ik noemde De Tamme Kastanje, die in het begin van zijn bloei Nectar levert en stevig stuifmeel; een goede drachtplant dus zoals Marion opmerkt; Verderop in zijn bloei schakelt de plant over op windbestuiving en is dan niet meer op bijenbestuiving aangewezen. Ik ga meer voorbeelden noemen, maar dan in een breder kader:
De precieze ontwikkeling in de loop van de vele millioenen jaren is niet geheel duidelijk. Naaktzadigen zijn hoogstwaarschijnlijk begonnen als windbestuivers; naderhand zijn sommige soorten in het vruchtbeginsel suikers gaan ontwikkelen en lokten daarmee kevers en bijen aan; waar de suikers werden afgeleverd ontwikkelden zich stempels en zien wij een overgang naar insectenbestuiving.
Bloemplanten daarentegen begonnen als insectenbestuivers en ontwikkelden zich in sommige gevallen naar windbestuivers. Over deze overgang moeten wij niet te licht denken: er is een grondige verandering van het stuifmeel nodig; de insectenbestuivende plant voorziet zijn stuifmeel van een laagje niet-vluchtige olie, van de bloemknop afkomstig. Aangezien deze ontwikkelingen heen en terug niet zijn geeindigd, vinden wij vele overgangsvormen.
Binnen families is de Esdoorn een mooi voorbeeld; Van oorsprong zijn zij insectenbestuivers (geolied stuifmeel en Nectar in de bloem); de gewone Esdoorn, de Noorse Esdoorn, de Spaanse Aak bleven zo; maar de Vederesdoorn kent geen kroon en geen Nectar meer en ging over op windbestuiving. Zo groeiden meer families uiteen; de Salix: de Populier is een windbestuiver, terwijl de vele wilgensoorten van insecten afhankelijk zijn. Binnen de Duizendknoopfamilie is de Boekwijt een insectenplant; de Veldzuring bestuift door de wind
Binnen de soorten noemde ik al de Tamme Kastanje; op verzoek van Jelte Pieter voeg ik daar aan toe de Struikheide en de Ruige Weegbree: beide planten trekken vroeg in de ochtend voor haar bestuiving o.a. zweefvliegen aan, daarna op de dag gaan zij op windbestuiving over.
Een windbestuiver is niet op bijen aangewezen voor haar bestuiving, maar in deze overgangsvormen kunnen bijen wel degelijk iets aan deze planten hebben. Aldus mijn correctie op mijn eerdere uitspraak, dat bijen absoluut niets te zoeken hebben op een windbestuiver.
hennie oes

Jelte Pieter wijst mij terecht door te stellen, dat bijen wel degelijk iets te zoeken hebben op windbestuivers; hij noemt o.a. mais. Dat is een verhaal op zich, waar ik straks op kom. Hij vraagt ook om meer voorbeelden van planten die zowel wind- als insectenbestuiving op haar program hebben. Ik noemde De Tamme Kastanje, die in het begin van zijn bloei Nectar levert en stevig stuifmeel; een goede drachtplant dus zoals Marion opmerkt; Verderop in zijn bloei schakelt de plant over op windbestuiving en is dan niet meer op bijenbestuiving aangewezen. Ik ga meer voorbeelden noemen, maar dan in een breder kader:
De precieze ontwikkeling in de loop van de vele millioenen jaren is niet geheel duidelijk. Naaktzadigen zijn hoogstwaarschijnlijk begonnen als windbestuivers; naderhand zijn sommige soorten in het vruchtbeginsel suikers gaan ontwikkelen en lokten daarmee kevers en bijen aan; waar de suikers werden afgeleverd ontwikkelden zich stempels en zien wij een overgang naar insectenbestuiving.
Bloemplanten daarentegen begonnen als insectenbestuivers en ontwikkelden zich in sommige gevallen naar windbestuivers. Over deze overgang moeten wij niet te licht denken: er is een grondige verandering van het stuifmeel nodig; de insectenbestuivende plant voorziet zijn stuifmeel van een laagje niet-vluchtige olie, van de bloemknop afkomstig. Aangezien deze ontwikkelingen heen en terug niet zijn geeindigd, vinden wij vele overgangsvormen.
Binnen families is de Esdoorn een mooi voorbeeld; Van oorsprong zijn zij insectenbestuivers (geolied stuifmeel en Nectar in de bloem); de gewone Esdoorn, de Noorse Esdoorn, de Spaanse Aak bleven zo; maar de Vederesdoorn kent geen kroon en geen Nectar meer en ging over op windbestuiving. Zo groeiden meer families uiteen; de Salix: de Populier is een windbestuiver, terwijl de vele wilgensoorten van insecten afhankelijk zijn. Binnen de Duizendknoopfamilie is de Boekwijt een insectenplant; de Veldzuring bestuift door de wind
Binnen de soorten noemde ik al de Tamme Kastanje; op verzoek van Jelte Pieter voeg ik daar aan toe de Struikheide en de Ruige Weegbree: beide planten trekken vroeg in de ochtend voor haar bestuiving o.a. zweefvliegen aan, daarna op de dag gaan zij op windbestuiving over.
Een windbestuiver is niet op bijen aangewezen voor haar bestuiving, maar in deze overgangsvormen kunnen bijen wel degelijk iets aan deze planten hebben. Aldus mijn correctie op mijn eerdere uitspraak, dat bijen absoluut niets te zoeken hebben op een windbestuiver.
hennie oes
