Re: Monitor Uitwintering Bijenvolken 2011
Geplaatst: di 05 jun 2012, 23:05
vandaag per mail ontvangen: Monitor Uitwintering Bijenvolken 2012, eerste verkenning: Romée van der Zee en Lennard Pisa.
Beste imker, U hebt deelgenomen aan de Monitor Uitwintering Bijenvolken 2012. Over de uitkomst zal over enige tijd een rapport verschijnen. Ik wil u nu reeds informeren over de eerste verkenning van de beschikbare gegevens.In totaal hebben 1649 imkers valide gegevens ingezonden. Imkers die wel een formulier instuurden, maar in oktober 2011 geen volken hadden (8), of het aantal niet opgaven (6) of anoniem invulden (2) zijn niet meegerekend. De analyse is uitgevoerd met het statistiekprogramma R. Voor de kenners; voor het onderzoeksmodel werd gebruik gemaakt van een glm met quasibinomiale verdeling met logit als link. Bij de sterftepercentages geven wij tussen haakjes nog 2 percentages. Deze vormen het betrouwbaarheidsinterval (BI). De bijensterfte voor alle imkers bevindt zich met 95% zekerheid tussen deze 2 percentages in.
In totaal was na de afgelopen winter 20,84 % (19,71 - 22,02) van de ingewinterde volken dood. Voor de 1461 imkers met 1-15 volken (totaal 7.999 volken) lag de wintersterfte op 22,55 % (21,18-23,98).
Conclusie 1. De wintersterfte 2011-2012 komt in hoge mate overeen met die van de afgelopen 4 jaar.
Was de sterfte in iedere provincie even hoog?W ij hebben de sterfte per provincie berekend voor de imkers met maximaal 15 volken (90% van de imkers). % wintersterfte (95% BI)Drenthe 22,87 (18,09-28,48)
Flevoland 20,00 (11,6-32,27)
Friesland 17,48 (13,36-22,38)
Gelderland 17,82 (15,33-20,62)
Groningen 42,11 (35,06-49,49)
Limburg 31,09 (25,52-37,26)
Noord-Brabant 28,16 (24,41-32,24)
Noord-Holland 22,15 (17,55-27,55)
Overijssel 16,19 (12,32-20,98)
Utrecht 20,47 (15,88-25,99)
Zeeland 24,2 (16,72-33,68)
Zuid-Holland 20,2 (16,39-24,63)
Conclusie 2. De bijensterfte in de provincies Groningen, Limburg en Brabant is opnieuw hoog. Voor Groningen is het extreem hoog.
Meer gedetailleerd inzicht ontstaat door een analyse op postcode 2 niveau (Nederland ingedeeld in 90 postcodegebieden). Ik geef niet de postcodenummers, maar vanwege de leesbaarheid enkele plaatsen in de betreffende postcodegebieden. In het eindrapport komen overzichtskaartjes. In de volgende gebieden is de bijensterfte aanzienlijk hoger dan gemiddeld in Nederland: Amsterdam, Den Haag, Gouda-Reeuwijk, de Ronde Venen, Culemborg-Geldermalsen, Zeeuws Vlaanderen, Oosterhout-Made, Ulicoten-Loon op Zand, Veghel-Schijndel, Horst-Sevenum, Weert-Swalmen, Maastricht-Vaals, Emmeloord-Steenwijk, De Friesche Wouden, en de hele provincie Groningen met aansluitende gebieden in Drenthe (Valthermond, Ter Apel). Ook deze pc gebieden komen in belangrijke mate overeen met de waarnemingen van vorig jaar.
De consistentie in deze uitkomsten maakt omgevingsfactoren aannemelijk.
De varroabestrijding was opnieuw zeer divers. Het is moeilijk twee imkers te vinden die precies op dezelfde wijze bestreden hebben. De bestrijdingsdata worden de komende tijd verder uitgewerkt. Wel konden wij al vaststellen, dat imkers (met maximaal 15 volken), die in de afgelopen winter in November, December of Januari een bestrijding uitvoerden een sterfte ondervonden van 20,81%(18,96-22,78) en degenen die dat niet deden hoger uitkwamen met 24,32%(22,35-26,42). Opvallend is dat de imkers, die in Januari bestreden een lagere sterfte hadden. Daarbij heeft wellicht het relatief warme weer tot in december een rol gespeeld.
Bij de imkers die niet in de zomer én niet in de winter bestreden was de sterfte 28,5%. Imkers die in juli én september bestreden ondervonden een sterfte van 15,8%. De overige bestrijdingswijzen lagen tussen deze twee uitkomsten in.Ik hoop dat u deze uitkomsten overweegt als u dit jaar uw bestrijdingsplan opstelt.
Tenslotte bleek uit onze modelvergelijking dat het gebied waar de imker zich bevindt een veel betere voorspeller is van bijensterfte dan de varroabestrijding. Geen misverstand, een goede bestrijding is noodzakelijk, maar andere factoren, die met een vragenlijst niet kunnen worden vastgesteld, spelen een veel grotere rol. Net als in de afgelopen jaren. Veel plezier met uw bijenvolken, ondanks deze wellicht wat sombere berichten. Romée van der Zee
Beste imker, U hebt deelgenomen aan de Monitor Uitwintering Bijenvolken 2012. Over de uitkomst zal over enige tijd een rapport verschijnen. Ik wil u nu reeds informeren over de eerste verkenning van de beschikbare gegevens.In totaal hebben 1649 imkers valide gegevens ingezonden. Imkers die wel een formulier instuurden, maar in oktober 2011 geen volken hadden (8), of het aantal niet opgaven (6) of anoniem invulden (2) zijn niet meegerekend. De analyse is uitgevoerd met het statistiekprogramma R. Voor de kenners; voor het onderzoeksmodel werd gebruik gemaakt van een glm met quasibinomiale verdeling met logit als link. Bij de sterftepercentages geven wij tussen haakjes nog 2 percentages. Deze vormen het betrouwbaarheidsinterval (BI). De bijensterfte voor alle imkers bevindt zich met 95% zekerheid tussen deze 2 percentages in.
In totaal was na de afgelopen winter 20,84 % (19,71 - 22,02) van de ingewinterde volken dood. Voor de 1461 imkers met 1-15 volken (totaal 7.999 volken) lag de wintersterfte op 22,55 % (21,18-23,98).
Conclusie 1. De wintersterfte 2011-2012 komt in hoge mate overeen met die van de afgelopen 4 jaar.
Was de sterfte in iedere provincie even hoog?W ij hebben de sterfte per provincie berekend voor de imkers met maximaal 15 volken (90% van de imkers). % wintersterfte (95% BI)Drenthe 22,87 (18,09-28,48)
Flevoland 20,00 (11,6-32,27)
Friesland 17,48 (13,36-22,38)
Gelderland 17,82 (15,33-20,62)
Groningen 42,11 (35,06-49,49)
Limburg 31,09 (25,52-37,26)
Noord-Brabant 28,16 (24,41-32,24)
Noord-Holland 22,15 (17,55-27,55)
Overijssel 16,19 (12,32-20,98)
Utrecht 20,47 (15,88-25,99)
Zeeland 24,2 (16,72-33,68)
Zuid-Holland 20,2 (16,39-24,63)
Conclusie 2. De bijensterfte in de provincies Groningen, Limburg en Brabant is opnieuw hoog. Voor Groningen is het extreem hoog.
Meer gedetailleerd inzicht ontstaat door een analyse op postcode 2 niveau (Nederland ingedeeld in 90 postcodegebieden). Ik geef niet de postcodenummers, maar vanwege de leesbaarheid enkele plaatsen in de betreffende postcodegebieden. In het eindrapport komen overzichtskaartjes. In de volgende gebieden is de bijensterfte aanzienlijk hoger dan gemiddeld in Nederland: Amsterdam, Den Haag, Gouda-Reeuwijk, de Ronde Venen, Culemborg-Geldermalsen, Zeeuws Vlaanderen, Oosterhout-Made, Ulicoten-Loon op Zand, Veghel-Schijndel, Horst-Sevenum, Weert-Swalmen, Maastricht-Vaals, Emmeloord-Steenwijk, De Friesche Wouden, en de hele provincie Groningen met aansluitende gebieden in Drenthe (Valthermond, Ter Apel). Ook deze pc gebieden komen in belangrijke mate overeen met de waarnemingen van vorig jaar.
De consistentie in deze uitkomsten maakt omgevingsfactoren aannemelijk.
De varroabestrijding was opnieuw zeer divers. Het is moeilijk twee imkers te vinden die precies op dezelfde wijze bestreden hebben. De bestrijdingsdata worden de komende tijd verder uitgewerkt. Wel konden wij al vaststellen, dat imkers (met maximaal 15 volken), die in de afgelopen winter in November, December of Januari een bestrijding uitvoerden een sterfte ondervonden van 20,81%(18,96-22,78) en degenen die dat niet deden hoger uitkwamen met 24,32%(22,35-26,42). Opvallend is dat de imkers, die in Januari bestreden een lagere sterfte hadden. Daarbij heeft wellicht het relatief warme weer tot in december een rol gespeeld.
Bij de imkers die niet in de zomer én niet in de winter bestreden was de sterfte 28,5%. Imkers die in juli én september bestreden ondervonden een sterfte van 15,8%. De overige bestrijdingswijzen lagen tussen deze twee uitkomsten in.Ik hoop dat u deze uitkomsten overweegt als u dit jaar uw bestrijdingsplan opstelt.
Tenslotte bleek uit onze modelvergelijking dat het gebied waar de imker zich bevindt een veel betere voorspeller is van bijensterfte dan de varroabestrijding. Geen misverstand, een goede bestrijding is noodzakelijk, maar andere factoren, die met een vragenlijst niet kunnen worden vastgesteld, spelen een veel grotere rol. Net als in de afgelopen jaren. Veel plezier met uw bijenvolken, ondanks deze wellicht wat sombere berichten. Romée van der Zee