Re: Koninginnenrooster taboe
Geplaatst: za 16 feb 2013, 19:47
De tussenbodemaflegger
De bedoeling van het maken van een tussenbodemaflegger is de vliegbijen uit het broednest te verwijderen. Daarmee wordt bekomen dat het volk niet in zwermstemming komt. Wanneer het volk reeds in zwermstemming is, kan het volk deze stemming verliezen. De kastbijen onderbreken het zwermproces en vreten de reeds aangelegde zwermcellen uit. Het uitvreten zal echter niet altijd gebeuren.
Meermaals komt het voor, dat de zwermcellen, ondanks het verlies van de vliegbijen, verder verzorgd worden. Enige dagen later zal het verzwakte volk toch afzwermen.
Wanneer de imker zeker wil spelen, moet hij, één of twee dagen na het verplaatsen, nazien wat het volk besloten heeft te doen.
Het maken van de tussenbodemaflegger gebeurt als volgt:
In het honinghoogsel wordt het middelste raam verwijderd en vervangen door een broedraam met eieren en jongste larven met opzittende bijen maar zonder koningin. Het honinghoogsel wordt op de bodem geplaatst. De broedkamers worden onderzocht naar doppen en gebroken en boven op het honinghoogsel geplaatst met een tussenbodem (tussenbodem heeft een vliegopening).
Het opgezette moedervolk verliest zijn vliegbijen. Deze vliegen boven uit en keren, zoals ze gewoon zijn, onder terug binnen. Daar deze potentiële zwermbijen niet meer terugkomen, dooft de zwermstemming uit.
De vlieger in de honingzolder trekt op het broedraam redcellen op.
De koninginnen uit de redcellen worden ongeveer elf tot twaalf na de scheiding van het volk geboren. Om dat te vermijden volgt een verdere ingreep, de hereniging van beide volksdelen en dit reeds tien dagen na de scheiding.
Daarbij worden de redcellen vernietigd in de honingzolder en de tussenbodem verwijderd. De honingzolder wordt terug boven de koninginnenrooster geplaatst. Opgelet dat er geen darren in de honingzolder zijn ingevlogen. Zo ja, moeten alle ramen van de honingzolder voor het vlieggat worden afgeklopt.
Uitvoeringsperiode: van 28/4 tot en met 11/6 wekelijks.
De bedoeling van het maken van een tussenbodemaflegger is de vliegbijen uit het broednest te verwijderen. Daarmee wordt bekomen dat het volk niet in zwermstemming komt. Wanneer het volk reeds in zwermstemming is, kan het volk deze stemming verliezen. De kastbijen onderbreken het zwermproces en vreten de reeds aangelegde zwermcellen uit. Het uitvreten zal echter niet altijd gebeuren.
Meermaals komt het voor, dat de zwermcellen, ondanks het verlies van de vliegbijen, verder verzorgd worden. Enige dagen later zal het verzwakte volk toch afzwermen.
Wanneer de imker zeker wil spelen, moet hij, één of twee dagen na het verplaatsen, nazien wat het volk besloten heeft te doen.
Het maken van de tussenbodemaflegger gebeurt als volgt:
In het honinghoogsel wordt het middelste raam verwijderd en vervangen door een broedraam met eieren en jongste larven met opzittende bijen maar zonder koningin. Het honinghoogsel wordt op de bodem geplaatst. De broedkamers worden onderzocht naar doppen en gebroken en boven op het honinghoogsel geplaatst met een tussenbodem (tussenbodem heeft een vliegopening).
Het opgezette moedervolk verliest zijn vliegbijen. Deze vliegen boven uit en keren, zoals ze gewoon zijn, onder terug binnen. Daar deze potentiële zwermbijen niet meer terugkomen, dooft de zwermstemming uit.
De vlieger in de honingzolder trekt op het broedraam redcellen op.
De koninginnen uit de redcellen worden ongeveer elf tot twaalf na de scheiding van het volk geboren. Om dat te vermijden volgt een verdere ingreep, de hereniging van beide volksdelen en dit reeds tien dagen na de scheiding.
Daarbij worden de redcellen vernietigd in de honingzolder en de tussenbodem verwijderd. De honingzolder wordt terug boven de koninginnenrooster geplaatst. Opgelet dat er geen darren in de honingzolder zijn ingevlogen. Zo ja, moeten alle ramen van de honingzolder voor het vlieggat worden afgeklopt.
Uitvoeringsperiode: van 28/4 tot en met 11/6 wekelijks.