Niet alleen water en nectar leveren verdrinkingsgevaar op, maar óók honing.
Tijdens 't slingeren vloog vanmorgen 'n bij pardoes de slinger in. Dat hoort niet zo.
Dus ik bedacht wat om haar op te vissen.
Met 'n arm langs de slingerkorf reiken ging niet zonder mezelf met honing te besmeuren.
Even de schuur in waar een groot assortiment aan lange latjes en stokken staat.
Binnen een minuut vond ik 'n 50 cm lange en halve cm dikke stok van 'n vuurwerkraket
die ik op oudejaarsavond van de straat heb opgeraapt. Na hem effe schoon gemaakt te hebben
viste ik 't bijtje op uit de diepte. Het kroop meteen de vierkante stok op.
Toen deed ik haar in bad; 'n emmer water in de slingerkamer. Ze stak me niet of ze kon dat niet doen
omdat haar achterwerk misschien nog wat plakkerig was.
Ik deed haar druipnat in een houten kluisje dat binnen handbereik lag.
(Kluisje heb ik zelf gemaakt van 'n dode holle vliertak die een overlangse spleet van 2 mm had).
Binnen een half uur zag ik de antennes uit de spleet steken en druk bewegen'; n Goed teken.
Om 11 uur liet ik het bijtje los naast de vliegopening van een volk dat druk bezig was
met de heidedracht, gelet op de vele stuifmeelklompjes met de kleur van struikheipollen.
De drenkeling begon meteen met haar vleugels te wapperen.
Ze bleef dat 5 minuten lang onafgebroken doen,
alvorens ze een stap in de richting van het vlieggat deed.
HET LEEK OF ZE DACHT : "Ik moet ze het heerlijk aroma van de honing laten ruiken
waarvan nog 'n beetje aan me zit.
Er kwam pas 'n bewaakster op haar af toen ze de tweede stap deed. Ze werd even aan
'n vleugeltje getrokken. Wordt vervolgd. Zjef
