Ik zie wel eens verschillen tussen van ver en lokaal. Carnicamoeren uit Slovenië, Oostenrijk of Zuid Duitsland die geselecteerd zijn op zwermtraagheid, hebben bij mij in Noordoost Nederland wel de neiging om te zwermen terwijl mijn eigen selectie dat niet heeft. Ik denk dat dit te maken heeft met het stuifmeelaanbod (moment, hoeveelheid per dag, aantal dagen tussen dracht dat er niet gevlogen kan worden etc. Maar zwermerij is vooral een gebrek aan aanpassing aan mijn wensen. Deze bijen zouden zich, als we het op zijn beloop lieten, misschien wel heel snel over het land verspreiden en zich dus als goed aangepast bewijzen. Na paring met de eigen lijn is de zwermerij er overigens vaak weer uit. Omdat ik zwermen lastig vind, heb ik wel liever bijen uit de eigen regio, maar die regio is wel groot (zeeklimaat Nederland en Duitsland).
En aan de andere kant kunnen soorten uit een ander milieu onvermoed toch goed met een bepaalde omgeving om te kunnen gaan. Voorbeelden hiervan zijn er genoeg. Een van de recentere is wel de Aziatische Hoornaar.
De "lokale aanpassing" is wat mij betreft een oneigenlijk argument voor het houden bepaalde bijenrassen (dat is meer persoonlijke smaak). En vooral als dat gaat om soorten die niet van de locatie zelf zijn, (zwarte bijen van Texel, Wallonië, Polen of Noorwegen zou er niet mee geschermd moeten worden. De zwarte bij uit Noorwegen is net zo min lokaal aangepast als de Carnica bij uit de Alpen, maar waarschijnlijk merk je daar, als je er mee werkt, helemaal niets van. De Buckfast wordt nu verder ontwikkeld door telers in verschillende Europese landen, dus die is misschien op verschillende locatie aangepast.
Lokale bastaarden hebben bewezen met de lokale omstandigheden om te kunnen gaan, want ze zijn er nog. Toch vind ik dat niet echt een steekhoudend argument om met lokale bastaarden te werken, want waarom zijn ze er nog? In de praktijk merkt een imker waarschijnlijk helemaal niets van een mogelijke aanpassing omdat de bijen flink verwend worden. Als het voer op is voeren we bij, er wordt geaalsterd om kaalzwermen te voorkomen etc. We behandelen tegen mijten en zorgen voor voldoende wintervoorraad. Dus waar moet een bij nou precies aan aangepast zijn?
Het niet passen van een herkomst bij een milieu is in het verleden wel aangetoond met Carnica in Tunesië (zoek maar eens in de groentjes, daar staan verslagen in). Maar daar is het ritme van de seizoenen ook wel heel anders. Daar valt de hoofdbloei in wat bij ons nog de winter is en de rest van het jaar gaat het volk vanwege de hoge temperaturen ook niet in rust. Dat is dus een combinatie waar niet lokaal aangepast zijn echt een betekenis heeft.
Als er beweerd wordt dat een ras dat hier al jaren wordt gehouden niet lokaal is aangepast omdat ze oorspronkelijk hier niet vandaan komen denk ik toch dat de plank mis wordt geslagen.
Ik denk dus niet dat lokaal aangepast zijn een van de voordelen van de lokale bastaard is ten opzichte van andere mogelijke rassen. Neemt niet weg dat er met lokale bijen prima geïmkerd kan worden en dat er ook wel echt voordelen aanzitten zoals niet met koninginnen te hoeven zeulen naar verre eilanden. Je hoeft ook niet na te denken over inteelt e.d. want je kunt er niets aan doen. Het kost waarschijnlijk een hoop minder geld ook omdat je niet hoeft te betalen voor koninginnen en plaatsing op bevruchtingsstanden. Je hebt ook al die teeltkastjes niet nodig. Maar misschien juist wel weer een imkerpak
