Balsemien 2014

[bee-tree]

Jelte verkeert in zulke met Balsamhoning gezegende omstandigheden, dat hem de zin ontsnapt : "ik kan geen honing
meer zien, ik ben er zat van, ik wil niet meer slingeren " (Vrij vertaald)
Ik kan me dat goed voorstellen. Zelfs in de slingerkamer kunnen ongelukken gebeuren als je urenlang, zo niet
dagen achter elkaar aan het ontzegelen en het draaien bent, ook al laat je electriciteit de aandrijving verzorgen..
Gelukkig heeft 'n electrische slinger geen wiel of handvat dat buiten de trommel uitsteekt. Of toch wel , voor nood ?

Er zijn vast imkers die al eens 'n tik op de linkervingers hebben gekregen bij het plaatsen van het deksel op de trommel
terwijl je met de rechterhand tegelijkertijd de slinger draait. Elk jaar overkomt het me. Tot nu toe liep 't goed af. Zj.

P.S. Als je beu of zat of dronken bent, zie je niet goed meer en slinger je.
Dit P.S. is voor degenen die niet meteen in de eerste twee zinnen een woordspeling herkennen.

Tweede P.S. De bijen lijken het in de huidige nazomer evengoed te hebben als vorig jaar. Het sterftepercentage in de
komende herfst en winter kan weer laag zijn, zeker als je de volken de honing laat houden die ze van Balsemien en
Mosterd en Japanse duizendknoop halen.
Vorig week vroeg me 'n imker van welke bloemen zijn LICHTgekleurde zomerhoning van begin september gemaakt kan zijn.
Zomerhoning is normaal toch vrij DONKER. Ik verwees hem naar 20 hectare opslag van Koolzaad dat bij het morsen van zaad
ontkiemd is en inmiddels volop bloeit op 1 km van z'n huis af. De boer hoopt het te oogsten. Rijpt het niet af, dan is het voor groenbemesting. Thuis vliegen ze nog best op de Balsemienen en Klimop en Melkdistels en Bladramenas en Struikhei.
Het perceel Koolzaad waarbij mijn volken hebben gestaan bloeit ook volop. Maar....óók ik ben beu van het gedraai aan
't grote wiel, zou Piet Hein kunnen zeggen als hij nog leefde.

[bee-tree]

Om halfacht dook de zon smetteloos wit op boven de al even witte mistdeken. Daarna doken de eerste wit bestoven
bijen op uit de balsemienen en rovers bij 'n laat bevruchte koningin en haar volkje. Ik heb hun kast toegedekt met 'n dekzeil.

Vervolgens heb ik een KWAJONGENSSTREEK uitgehaald
in de vorm van alternatieve ochtendgymnastiek. Ik ben wat aan het GOOIEN gegaan, de brede berm in van 'n
picknickplek. Tegelijk heb ik BUKKEND, STREKKEND en REKKEND, wat lege chipszakken en energiedrankflesjes en blikjes
verzameld en gedeponeerd , niet in de VUILnisemmer die er staat, maar in de onze, ontoegankelijk voor de bijen.

Aan het verspreiden van hopen gazonmaaisel in de berm, door KWAHEREN gedumpt,
ben ik niet toegekomen. De Grote brandnetel (Urtica di-oica) die er massaal op groeit heb ik vanmorgen
een concurrent bezorgd. 'n Uur lang heb ik zaad van de balsemienen ge-oogst en tussen de brandnetels GEGOOID, met brede
gebaren. Ik bewaar het zaad niet tot in het voorjaar, want veel zaden moeten gestratificeerd oftewel gepolijst worden
tijdens hun verblijf in en op de grond gedurende de winter. Het kan ook zijn dat balsemienen lichtkiemers zijn, dus niet
ondergewerkt willen worden. Ze moeten dan licht op hun bast krijgen in het geval dat ze lichtkiemers zijn net als heide.
Wie weet hier méér van ? Zj.

P.S. Het bestaan van brandnetels is niet in gevaar omdat onze bodems legaal en illegaal bemest worden, zoals
met stikstofrijk gazonmaaisel.

[JackC]

De Balsemien is wel aan zijn einde, tijd om te kijken naar het resultaat van mijn ongewild experiment.
In het vroege voorjaar had ik grote stukken gras/weideland omgespit. Langs de rand heb ik buxusstekken in de grond geduwd en op de volgende meter een losse haag bosplantsoen. In de vrije ruimte daartussen her en der kleine stekken van mijn favoriete bodembedekker de geranium macrorrhizum. Verder heb ik er, ook door tijdsgebrek niets meer aan gedaan.
Toen kwam de Springbalsemien en overwoekerde alles wat er aan onbedekte grond was, de zomer en nazomer was er alleen Balsemien.
Nu heb ik enkele uren uitgebloeide balsemien uitgetrokken of aan de grond afgeknipt op die plekken waar ik aangeplant had en wat blijkt: alle bosplantsoen heeft zich uitstekend ontwikkeld, behalve hier en daar een sleedoorn, maar die liepen in het voorjaar al niet uit. De geranium heeft zijn ruimte ingenomen en zal volgend voorjaar de bodem volledig bedekken. Ook alle buxusstekken zijn aangegaan, hoewel de tijd toen ik ze zette erg droog was. Nog een verrassing: geen enkele brandnetel.
Mijn voorzichtige conclusie is dan ook dat de springbalsemien een pioniersplant is die de ruimte inneemt die hij krijgen kan, maar verder weinig schade aanricht aan bestaande begroeiing zelfs niet als die zeer pril is.
Op andere plekken in mijn tuin waar de bodem bedekt is met guldenroede, oregano, pepermunt en veel verschillende geraniumsoorten kreeg de balsemien nagenoeg geen poot aan de grond, alleen op de paden greep hij zijn kans. Toegegeven, geen wetenschappelijk onderzoek, maar alle wetenschap begint bij het experiment.