Terwijl gister en eergister de dag in West-Nederland dusdanig verregende
dat er nauwelijks door de bijen gevlogen kon worden op bijenplanten,
bleef het hier op 53NB en 7OL de zoveelste sub-tropische dag zonder een spatje
regen, dus volop zon, nauwelijks wind, 25 graden Celsius.
De Suikerbieten lieten de koppen hangen rond het middaguur;
zo droog en warm was 't.
De bijen konden in de huidige laatste weken van de astronomische zomer,
méérr dan 3 km ver weg, bloemen vinden, die nog wat te bieden hebben.
Over een afstand van 5 km zag ik ze op Harige Wilgenroosjes, Akkerreigersbekjes,
Leeuwenbekjes, Witte Klaver, Boekweit, Facelia, Perzikkruid, Aardpeer, Kattekruid.
Deze planten lijken beter aangepast te zijn aan droogte dan de 'sukerbaiten'.
Vandaag lijkt het weer een vliegdag te worden. De fiets staat klaar. Zj.
P.S. Tot mijn grote verrassing heb ik geen Paardenbloemen zien BLOEIEN, maar...
wel met honderdtallen zien STAAN WACHTEN op WIND,
op een hectares groot perceel grasland tussen Wedde en de Wedderbergen.
Hun grote pluizige koppen staan klaar tot medewerking aan soortsbehoud.
Met Havikskruiden en Biggekruid en Herfstleeuwetand en andere composieten
zijn de Paardebloemen door hun mooie dikke koppen, waar we als kind
voorspellende waarde aan hechten, niet te verwarren.
Je mocht vijf keer blazen. Het aantal parachut'jes dat bleef staan voorspelde
hoeveel kinderen je zelf later zou krijgen
