Waar of niet waar? -1-

Over bijenrassen en over alle aspecten van koninginnenteelt.
Romée van der Zee
Berichten: 1218
Lid geworden op: di 14 nov 2000, 00:00
Contacteer:

Re: Waar of niet waar? -1-

Bericht door Romée van der Zee »

Bedankt voor je uitvoerige reaktie Albert.
Je schreef:
De idee dat imkers met rasbijen de genen van de andere bijen niet willen, is onjuist.
Het is bekend dat juist de eerste bastaardgeneratie (F1) veel betere resultaten geeft dan de raszuivere.
Ja, maar verder dan een F1 gaan de meeste exoten-imkers niet. De telers, en daar had ik het over, proberen door hun teeltmethoden toch echt raszuivere lijnen in stand te houden. Overigens werkte bv Adam ook graag met f2 volken, maar dan betrof het wel gecontroleerde kruisingen.
Bij de tweede generatie gaat het inderdaad wel eens mis. Meestal merken we dat aan de niet meer aanwezige zachtaardigheid. Het kan overigens ook juist extreem goed gaan. De zachtaardigheid kan bijvoorbeeld ook sterker zijn in een tweede bastaard generatie.
Theoretisch kan een f2 zachtaardiger zijn, als er met een verwante dar gepaard is. De kans dat de verwantschap juist klein is, en daardoor een verhoogde stekerigheid, neemt toe als er meer exotische darren rondvliegen. Menigeen, ik zelf ook, heeft die ervaring opgedaan.
Er is nogal wat onderzoek verricht op het gebied van agressie bij heterogeen genetisch materiaal. De theoretische verklaring is de volgende. Als een moer gepaard heeft met vele (15- 25) verschillende darren, dan ontstaan er in een bijenvolk verschillende verwantschapsgroepen, die met elkaar concurreren. De onderlinge communicatie is bovendien verstoord. Het gevolg is toenemende steeklust.
Een exotenimker kan dit vermijden door steeds nieuwe f1 moeren in te voeren, een imker met bastaardbijen wordt er ongevraagd mee opgescheept.

Binnen een locale populatie is de genetische diversiteit al aanzienlijk. Gelukkig maar, want zo ontstaan er voortdurend nuttige mutanten die nodig zijn om te kunnen overleven. Geleidelijke uitwisseling met genen van andere bijenrassen aan de grenzen van een biotoop is eveneens nuttig. Het willekeurig op grote schaal rondstrooien van exotische genen is even schadelijk als het willekeurig monteren van allerlei motoronderdelen van andere merken in jouw auto. De kans op ongelukken is groter dan de kans op vooruitgang.
Het hebben van die andere volken in de buurt is dus een noodzaak om de kwaliteit te bewaren.
Zie boven, hier laat je zien, dat je het probleem geheel vanuit de exotenkant benadert.
Ik houd ook enkele korven aan, maximaal 3 stuks, al jarenlang. Het is mij bij die bijen niet gebleken.
Niet dat ik ze wil aanhouden, maar extreem slechter dan de oorspronkelijk geschepte wilde zwerm zijn (worden) ze zeker niet na enkele generaties. Het omgekeerde is soms het geval.
Wat er met jouw korfvolken gebeurt kan ik hiervandaan niet overzien. Wellicht worden ze door de voortdurende geneninstroom meer verwant aan je andere volken, wie zal het zeggen. Ik bedoel ook niet dat alle bastaardvolken lastig worden, maar dat er een toenemende agressie is. Op de laatste koninginneteeltdag hield Marie Jose du Chateau een verhaal, waarin zij op basis van een literatuuronderzoek, hetzelfde standpunt innam en zij gaf aan daar verder onderzoek in te willen doen.
Als de verhouding extreem anders zou zijn tussen de bijenrassen, zou je gelijk kunnen krijgen. Dan gaan wellicht eigenschappen verloren. Je mag hier naar mijn mening niet te zwaar aan tillen. Een Buckfastbij is bijna nooit dezelfde. Er zit materiaal van zeer veel plaatsen elders in Europa en Africa in verwerkt. De telers bemoeien zich met de mix van genen, maar niet tot het uitsluiten daarvan, ook al niet omdat dat gewoon niet kan. Het is dus voor mij de vraag of dat leidt tot verlies van genen. Waarschijnlijk niet, doch hooguit tot een andere verhouding binnen het totaal.
Ik til er wel zwaar aan. Mijn hoofdargument is dat het behoud van locale bijenrassen waardevol is vanuit de zorg voor ons erfgoed. Om onnodige discussie te voorkomen, dat is voor mij geen conservering van de vroegere mellifera mellifera, maar een voortzetting, want de veranderende omstandigheden leiden tot voortdurende aanpassing, ook bij bijen.
Maar je kunt er ook van een utilitair (= nuttigheid) standpunt naar kijken. In de beroepsmatige landbouw worden primitive vormen van gewassen zorgvuldig bewaard omdat een dergelijke genenpool noodzakelijk kan zijn bij onvoorziene plagen. Immers, het genetisch materiaal bij produktierassen wordt op mondiaal niveau steeds beperkter. De analogie met bijen is overduidelijk. De bewuste verdringing van locale rassen door geavanceerde teeltprodukten leidt tot verschraling. Niet toevallig wordt nu onderzocht of bij de varroabestrijding gebruik kan worden gemaakt van bijen, die weinig gecontroleerd zijn door imkers, zgn. primorskybijen.
Het opmerkelijke is, dat de hobbie-imkers die zo driftig combinatieteelt, en vervolgens verspreiding van dat exotenmateriaal in Nederland en Belgie voorstaan, tegen het licht van bovenstaande, de vooruitgang van de professionele imkerij juist in de weg staan. Immers, de beroepsimkerij, die afhankelijk is van produktie, heeft baat bij het voortbestaan van een genenpool.

Romée
Gebruikersavatar
wilde
Berichten: 1641
Lid geworden op: do 03 okt 2002, 23:16
Imker sinds: 1980
Aantal volken: 15
Bijenras(sen): Bastaard
Locatie: Koudekerke
Contacteer:

Re: Waar of niet waar? -1-

Bericht door wilde »

Dag Romée,
Met mijn reactie op je primaire stelling heb ik je aardig gehoplen om je visie over dit onderwerp nog eens te geven. Het is je van harte gegund, want ik sta minder ver van je af dan je wellicht denkt. Mijn belangstelling voor natuur gaat veel verder dan alleen de bijen. Met name vogels en planten hebben mijn aandacht. Mede-liefhebbers in mijn omgeving zijn specialisten in mosssen en paddestoelen en met name op al die gebieden is er een enorme verschraling te zien in de laatste decennia.

De oorzaken zijn zeer talrijk en complex, maar globaal kun je er van uit gaan dat luchtvervuiling, verstoring en het verminderen van biotopen en bijvoorbeeld een te zwaar gebruik van kunstmeststoffen veel heeft verpest. Soms sta je versteld van de kracht van de natuur, als ineens een plantje weer terug is na vele jaren afwezigheid, gewoon omdat de leefomstandigheden weer op orde waren gemaakt. Dat gaat alleen mondjesmaat en dikwijls als een soort goedmakertje voor wat elders in veelvoud is opgeruimd voor nog meer wegen, woongebieden en industrie.

De honingbijen zijn daarin ook een wat vreemde eend in de bijt, omdat die al eeuwenlang gecultiveerd worden gehouden. Het belang in het totaal is maar gering, doch dat geldt natuurlijk ook voor al die andere mooie schepseltjes. Het probleem is toch voor een deel de bijzondere status van de bijen. In het wild komen ze niet meer voor in onze streken. Ze kunnen zich zonder onze bemoeienis niet instandhouden. Daarmee zijn ze vergelijkbaar met veel van onze andere huisdieren, bijvoorbeeld de hond. Ik weet heus wel dat het hier niet zelfstandig kunnnen leven voor een deel te maken heeft met het door de mens veranderde milieu (lees: het verpesten van de biotoop door bijvoorbeeld de drachtweide te veranderen in eenheidsgras).

Ik complimenteer je met je heldere manier van argumenten aandragen bij deze discussie. De rekensommen van chromosomen en genen van de anderen laat ik aan me voorbijgaan, want dat spreekt me minder aan.
Een mens gunt zichzelf veel pleziertjes. Dat kan van alles zijn. Gelukkig maar, want anders was het ook erg saai in het bestaan. Het bijen houden doe ik voor mijn plezier. Bij het overgaan op het houden van Buckfastbijen is mijn plezier alleen maar toegenomen. Dat is heel wat waard, ook in het totaal van opvattingen, sociale contacten, affecties, geneugten en andere gevoelens die samen het welzijn van een individu bepalen. Ondanks je anders gerichte pleidooien voor een gewijzigde aanpak ga ik toch voorlopig verder op deze weg. Het heeft ook te maken met de aard van het beestje (mijn aard). Ik regel en organiseer graag mijn bijenvolken. Daar geniet ik van. Dat kon ik met de bastaardvolken niet goed uitvoeren. Het is een andere wijze van imkeren. Als ik slechts een paar volken zou houden in mijn tuin en er ook niet mee zou reizen, dan behoeft de bemoeizucht ook niet zo groot te zijn. Dan zou ik het zeer waarschijnlijk anders doen. Misschien komt die tijd nog wel eens met het ouder (en wijzer) worden.

Mijn deel in de discussie acht ik hiermee gesloten. Het was deze keer wat filosofisch getint en ik houd het ook in die sfeer, want ik ga me nu voorbereiden op de kerstdagen. Jou en alle anderen wens ik heel fijne dagen toe.
Albert
Romée van der Zee
Berichten: 1218
Lid geworden op: di 14 nov 2000, 00:00
Contacteer:

Re: Waar of niet waar? -1-

Bericht door Romée van der Zee »

Dag Albert,
Bedankt voor je samenbindende reaktie.
Je schreef:

De honingbijen zijn daarin ook een wat vreemde eend in de bijt, omdat die al eeuwenlang gecultiveerd worden gehouden.

.....

Mijn deel in de discussie acht ik hiermee gesloten. Het was deze keer wat filosofisch getint en ik houd het ook in die sfeer, want ik ga me nu voorbereiden op de kerstdagen. Jou en alle anderen wens ik heel fijne dagen toe.
Albert

Met je opmerking over de byzondere positie van bijen raak je aan precies datgenen wat het probleem waarover we het hier hebben zo ingewikkeld maakt. Ik hoop dat we (ik bedoel ieder die daar interesse in heeft) het daar na de komende feestdagen nog eens over kunnen hebben.
mijn beste wensen voor de komende weken.
grtz
Romée
Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 3 gasten