Re: Hoeveel wilt u betalen?
Geplaatst: za 06 jan 2007, 18:23
Beste Henk,
Dit is eerste keer is dat je, weliswaar via een bericht op het imkerforum, je persoonlijk tot mij richt, sinds ons laatste gesprek in het voorjaar van 2004. Ik zal reageren maar met gemengde gevoelens. Vanwege de verstoorde verhouding tussen het voormalige VBBN bestuur en mij wordt, zoals je weet, op dit ogenblik naar een oplossing gezocht. Ik heb mij om die reden terughoudend opgesteld. Op 18 januari komt, voor zover ik weet, dit onderwerp aan de orde in de NBV-HB bestuursvergadering. Tegen deze achtergrond begrijp ik niet dat juist jij eerder in deze berichtenreeks uitlatingen doet over financiering van mijn bijensterfteonderzoek en je scepsis over enquêtes waarmee je een discussie oproept die onderwerp is van onze verstoorde verhouding. Ik mocht verwachten dat jij als belangrijke betrokkene eveneens een terughoudende opstelling zou kiezen. Ik vind deze discussie op dit moment onverstandig en ongelegen. Maar wat je schrijft kan door mij niet onweersproken blijven.
Je maakt vooraf een onderscheid tussen je optreden als bestuurslid en je persoonlijk optreden. Een dergelijke scheiding kan ik goed begrijpen. Gezien de toelichting en rechtvaardiging die je geeft over hoe het hoofdbestuur met onderzoek is omgegaan kan ik het niet anders zien dan dat je in deze reeks spreekt als bestuurslid, zij het dat je persoonlijke mening juist in de standpuntvorming op dit onderwerp op allerlei momenten een grote rol heeft gespeeld.
Een belangrijk onderdeel van wat je schrijft is gewijd aan het uitleggen hoe de procedure in 2005/2006 verlopen is met betrekking tot het vaststellen welk onderzoek gesteund zou moeten worden. Je eindigt met de conclusie dat die correct was en dat de afdelingen/subverenigingen en Algemene Leden Vergadering (ALV) alle kans gehad hebben om bijstellingen aan te brengen, maar dit blijkbaar niet nodig gevonden hebben. Op de formele kant van deze procedure valt weinig aan te merken. Op de bestuurlijk-inhoudelijke kant des te meer. Beleidsstukken worden in de afdelingen nauwelijks besproken, en een ALV leent zich niet om zaken uitgebreid te behandelen. Het is mijn ervaring dat het onderwerp bijensterfteonderzoek daarvan een voorbeeld is. Daar kan een bestuur uiteraard weinig aan veranderen. Het is net als elders in de samenleving een verschijnsel waar mee geleefd moet worden. De democratie in onze vereniging heeft een formeel karakter, de participatie in de besluitvorming is gering. Jij geeft dat zelf al aan, al interpreteer je het als instemming. Sommige onderwerpen die direct binnen de belevingssfeer van imkers liggen, zoals opgaan in een fusie of verhoging van de contributie leiden wel tot een betrokken besluitvorming, meer gecompliceerde zaken niet. Gevolg is dat bestuursleden een bijna onbeperkte speelruimte hebben om veel zaken naar eigen inzicht te regelen, en naar mijn mening vraagt dit een even grote zorgvuldigheid van hen als bij het volgen van de procedure. Daarin is het hoofdbestuur, jij en Jos Plaizier in het bijzonder, tegenover mij schromelijk te kort geschoten met alle gevolgen van dien. Ik zal daarop ingaan voor zover jij dat in je schrijven hebt aangeraakt.
Ik laat het eilandexperiment van Hanna Bijs, waarover deze reeks zou moeten gaan, verder liggen, omdat je op mijn reactie niet bent ingegaan.
Met je opmerking dat een discussie over besteding van gelden door de vereniging op het imkerforum op zijn plaats is omdat de leden er tenslotte over moeten beslissen ben ik het van harte eens. Ik hoop dat je de moeite wilt nemen ons binnenkort te informeren wat er uiteindelijk met de uitgegeven gelden gedaan is. Dat hoort evenzeer bij een goede opinievorming over dit onderwerp.
Je schrijft in je bijdrage dat er nog geen oplossing is voor het probleem van bijensterfte. '˜Het lek is nog niet boven tafel'. Dat klopt, wie zou niet willen dat het anders was. En al geruime tijd geef ik aan dat gemakkelijke verklaringen die her en der naar de media gebracht worden schadelijk zijn en niet onderbouwd worden door onderzoek. Je zult ze zeker gehoord en gelezen hebben, ik vind ze onverantwoord.
Monsteranalyse levert tot nu toe geen bevredigende verklaring op en uit een breed spectrum van andere onderzoeken komt tot nu toe evenmin een afdoende verklaring, laat staan een oplossing. Vervolg onderzoek heeft daarom een hoge prioriteit zoals de door jou voorgezeten commissie van onderzoek in het voorjaar 2006 aan het HB en vervolgens in haar beleidstoelichting aan de ALV, terecht heeft aangegeven.
Europese onderzoekers werken samen in de werkgroep 'Prevention of Bee Losses in Europe'
Dit is eerste keer is dat je, weliswaar via een bericht op het imkerforum, je persoonlijk tot mij richt, sinds ons laatste gesprek in het voorjaar van 2004. Ik zal reageren maar met gemengde gevoelens. Vanwege de verstoorde verhouding tussen het voormalige VBBN bestuur en mij wordt, zoals je weet, op dit ogenblik naar een oplossing gezocht. Ik heb mij om die reden terughoudend opgesteld. Op 18 januari komt, voor zover ik weet, dit onderwerp aan de orde in de NBV-HB bestuursvergadering. Tegen deze achtergrond begrijp ik niet dat juist jij eerder in deze berichtenreeks uitlatingen doet over financiering van mijn bijensterfteonderzoek en je scepsis over enquêtes waarmee je een discussie oproept die onderwerp is van onze verstoorde verhouding. Ik mocht verwachten dat jij als belangrijke betrokkene eveneens een terughoudende opstelling zou kiezen. Ik vind deze discussie op dit moment onverstandig en ongelegen. Maar wat je schrijft kan door mij niet onweersproken blijven.
Je maakt vooraf een onderscheid tussen je optreden als bestuurslid en je persoonlijk optreden. Een dergelijke scheiding kan ik goed begrijpen. Gezien de toelichting en rechtvaardiging die je geeft over hoe het hoofdbestuur met onderzoek is omgegaan kan ik het niet anders zien dan dat je in deze reeks spreekt als bestuurslid, zij het dat je persoonlijke mening juist in de standpuntvorming op dit onderwerp op allerlei momenten een grote rol heeft gespeeld.
Een belangrijk onderdeel van wat je schrijft is gewijd aan het uitleggen hoe de procedure in 2005/2006 verlopen is met betrekking tot het vaststellen welk onderzoek gesteund zou moeten worden. Je eindigt met de conclusie dat die correct was en dat de afdelingen/subverenigingen en Algemene Leden Vergadering (ALV) alle kans gehad hebben om bijstellingen aan te brengen, maar dit blijkbaar niet nodig gevonden hebben. Op de formele kant van deze procedure valt weinig aan te merken. Op de bestuurlijk-inhoudelijke kant des te meer. Beleidsstukken worden in de afdelingen nauwelijks besproken, en een ALV leent zich niet om zaken uitgebreid te behandelen. Het is mijn ervaring dat het onderwerp bijensterfteonderzoek daarvan een voorbeeld is. Daar kan een bestuur uiteraard weinig aan veranderen. Het is net als elders in de samenleving een verschijnsel waar mee geleefd moet worden. De democratie in onze vereniging heeft een formeel karakter, de participatie in de besluitvorming is gering. Jij geeft dat zelf al aan, al interpreteer je het als instemming. Sommige onderwerpen die direct binnen de belevingssfeer van imkers liggen, zoals opgaan in een fusie of verhoging van de contributie leiden wel tot een betrokken besluitvorming, meer gecompliceerde zaken niet. Gevolg is dat bestuursleden een bijna onbeperkte speelruimte hebben om veel zaken naar eigen inzicht te regelen, en naar mijn mening vraagt dit een even grote zorgvuldigheid van hen als bij het volgen van de procedure. Daarin is het hoofdbestuur, jij en Jos Plaizier in het bijzonder, tegenover mij schromelijk te kort geschoten met alle gevolgen van dien. Ik zal daarop ingaan voor zover jij dat in je schrijven hebt aangeraakt.
Ik laat het eilandexperiment van Hanna Bijs, waarover deze reeks zou moeten gaan, verder liggen, omdat je op mijn reactie niet bent ingegaan.
Met je opmerking dat een discussie over besteding van gelden door de vereniging op het imkerforum op zijn plaats is omdat de leden er tenslotte over moeten beslissen ben ik het van harte eens. Ik hoop dat je de moeite wilt nemen ons binnenkort te informeren wat er uiteindelijk met de uitgegeven gelden gedaan is. Dat hoort evenzeer bij een goede opinievorming over dit onderwerp.
Je schrijft in je bijdrage dat er nog geen oplossing is voor het probleem van bijensterfte. '˜Het lek is nog niet boven tafel'. Dat klopt, wie zou niet willen dat het anders was. En al geruime tijd geef ik aan dat gemakkelijke verklaringen die her en der naar de media gebracht worden schadelijk zijn en niet onderbouwd worden door onderzoek. Je zult ze zeker gehoord en gelezen hebben, ik vind ze onverantwoord.
Monsteranalyse levert tot nu toe geen bevredigende verklaring op en uit een breed spectrum van andere onderzoeken komt tot nu toe evenmin een afdoende verklaring, laat staan een oplossing. Vervolg onderzoek heeft daarom een hoge prioriteit zoals de door jou voorgezeten commissie van onderzoek in het voorjaar 2006 aan het HB en vervolgens in haar beleidstoelichting aan de ALV, terecht heeft aangegeven.
Europese onderzoekers werken samen in de werkgroep 'Prevention of Bee Losses in Europe'