De winterimker; maagzuur, oxelzuur,.......
Wanneer HIJ nog zalig ligt te stomen en te dromen van andermans en eigen P1-mooien,
zijn de meesjes al uit hun donzen nestjeS aan 't komen en zitten de muizen in de val zichzelf te vlooien.
Terwijl de imker zich aan krant en koffie zit te laven, lopen muizen driftig zoekend rond,
net als de mezen zijn ze van vlieggat naar vlieggat aan 't draven, vullend maag en mond.
Als de bijenvader zich eindelijk buiten waagt, zijn de vleugels, poten, rompen al verwaaid;
en wanneer buurvrouw Dina opduikt en voor de zoveelste keer naar de staat van z'n bijen vraagt,
mompelt hij onverstaanbaar "varduld clothadiene nog aan toe, verdraaid".
Ook over andere dingen maakt hij zich zorgen, nu 't met z'n financiën slechter gaat,
onlangs moest hij crediteren en borgen, want hij heeft 'n zoon wiens bedrijf op springen staat.
Die zoon is naar Californië ge-emigreerd; hij heeft zich in de in de amandelteelt begeven,
helaas was in menig jaar het zomerweer verkeerd en verloren te veel volken 't leven.

Wordt vervolgd.