Hier is Prunus cerassiferum ( dus pruimkersendragende)
eergisteren met de bloei gestart.
'n Andere Prunus,'n rosekleurige sierkerssoort is er iets eerder bij. Gister werd mijn blik
door flink gezoem omhoog getrokken, vlak naast de zijdeur. De takken zitten hoog.
Ik was van deze vroege bloeier bijna vergeten dat hij er staat.
Zo ook hoge boswilgen vergeten,waarvan de hoofdbloei bij huis bijna voorbij is,
maar op winderige koudere standplaatsen nog niet.
Het meest aantrekkelijke beeld gister, was dat van bijen die propolis aan het
verzamelen waren; geen verse propolis vanaf de knoppen van de Wilde kastanje,
maar overjarige vanaf de toplatten van bijenraampjes,
die vanuit hun winterverblijf buiten gezet zijn.
Doordat ik propolis niet allemaal wegschraap voor 'n zwager duivenmelker van me,
zag ik tientallen bijen er propolisklompjes van maken.
Ik had ze in de zon uit de wind gezet. Om het de bijen wat gemakkelijker te maken
ruwde ik de plakken propolis wat op.
Vandaag zet ik een bakje met afgeschraapte propolisplakjes van vorig jaar
in het "Pollenrestaurant".
Je weet vast wel dat de bijen propolis niet alleen gebruiken om er kieren mee
te dichten en de wanden te ontsmetten, maar ook om te verwerken in hun voedsel.
Ze leggen voorraden aan op de toplatten; ze bergen het niet op in de cellen
behalve een kleine dosis vermengd met stuifmeel en nectar als bijenbrood.
Propolisdracht is óók dracht. Zj.
P.S. Ons woord pruim stamt van prunus; kers van cer(assu)s ; vervoeren van ferrere;
ferry masters en veer in veerboot komen óók van de Romeinen en de Grieken.
