Beste Ria,
Clostridium botulinum komt wereldwijd voor, verdeeld in meerdere stammen; helaas ook in Nederland. In 2002 viel hier het eerste (en tot nu toe enige) dodelijk slachtoffer van zuigelingenbotulisme veroorzaakt via honing.
Verder zijn we het helemaal eens dat natuurzuiver niet hetzelfde is als ongevaarlijk. Zou transgeen stuifmeel in de honing die gevaarlijkheid nog verergeren? Hoeveel dodelijke slachtoffers zijn er al gevallen in de VS en Canada na eten van voedsel met transgene ingrediënten?
Beste Gerard,
In de EU wordt de vrijstelling van transgene gewassen sinds 17 oktober 2002 geregeld door de richtlijn 2001/18/EG, de zogenaamde "Food en Feed"-richtlijn. Die vervangt de oudere richtlijn 90/220/EEG die wat minder streng was. De nieuwe richtlijn regelt o

de etikettering en tracering van gemodificeerde genproducten.
Probleem blijft dan nog dat van coëxistentie van bijvoorbeeld percelen met biologische gewassen en percelen met een transgeen gewas. De EU wenst geen dwingende wetgeving uit te werken, maar raadt minimum afstanden, bufferzones en verschillende timing van teelten aan volgens richtlijn 2003/556/EG. Per land dient dat verder te worden uitgewerkt. Een verbod op teelt van transgene gewassen mag alleen als coëxistentie niet valt te regelen.
In Nederland is vervolgens een tijdelijke commissie ingesteld met vertegenwoordigers van boerenorganisaties (Biologica, LTO Nederland, Plantum NL en Platform Aarde, Boer en Consument) onder voorzitter schap van J. van Dijk, aangewezen door de Minister van LNV. Die commissie van Dijk heeft regels opgesteld over coëxistentie van de teelt van wel en niet gemodificeerde gewassen. De regels zijn in een rapport vastgelegd en dat rapport ('Coëxistentie primaire sector') is op 2 november 2004 aangeboden aan de minister van LNV. De regeling betrof de coëxistentie voor aardappel, suikerbiet en mais, maar niet voor koolzaad, en is gebaseerd op afstanden. Ten opzichte van andere telers en van biologische telers moet de teler van transgeen voor aardappelen resp. 3 en 10 meter, voor suikerbiet resp. 1,5 en 3 meter en voor mais resp. 25 en 250 meter afstand bewaren. De verschillen in afstanden worden veroorzaakt door de eis van respectievelijk minder dan 0,9% gemodificeerde genproducten in het geoogste product in een gangbare teelt en praktisch vrij-zijn (minder dan 0,1%) van gemodificeerde genproducten in het geoogste product in een biologische teelt.
Telers die zich aan de afspraken houden, moeten volgens de commissie gevrijwaard blijven van aansprakelijkheid voor directe schade als gevolg van vermenging.
Vanwege het feit dat commerciële teelt van transgeen koolzaad in Nederland niet op korte termijn zal plaats vinden, de complexiteit als gevolg van de eigenschappen van het gewas en het korte tijdsbestek van de commissie was het niet mogelijk om voor koolzaad tot afspraken te komen, aldus de commissie. Daarna bleef het een tijd stil, omdat men het niet eens kon worden over de instelling van een schadefonds. Daarom nam in het najaar 2007 de Tweede Kamer een motie aan waarin staat dat de veroorzaker moet betalen en dat bij onbedoelde contaminatie de wettelijke aansprakelijkheid bij de bron van contaminatie ligt.