Bij de startpagina: De sleedoorn.
Geplaatst: wo 18 nov 2009, 15:52
.De Sleedoorn.
Zo op de foto mooie bedauwde blauwe bessen.
Steek ze niet in je mond! Het gevolg, als je dit wel doet, een zeer zure samentrekkende mond, zuur en bitter tegelijk.
In sommige landstreken is de bijnaam "trekkebek".
Om niet op het verkeerde been gezet te worden; het is geen bes maar een pruim(je).
Eerst moet de vorst "er overheen" zijn gegaan wil dit fruit met zijn hoog gehalte aan vitamine C. en vruchtzuren te gebruiken zijn.
Zie: recepten.
Botanische kenmerken van de sleedoorn:
Naamgeving van zwarte doorn: Wetenschappelijke naam: Prunus spinosa L
Familie: Rosaceae - waar ook appels, peren, kersen, aardbijen en rozenstruiken toe behoren.
Onderfamilie: Steenvruchten Prunoideae
Nederlandse naam: Sleedoorn, zwarte doorn.
Rassen: Prunus spinosa 'Godenhaus', 'Merzig', 'Nittel' en 'Trier'.
Etymologische betekenis van Prunus spinosa (plantennaam: )
De geslachtsnaam Prunus is een oud Latijns woord voor pruimenboom.
De soortaanduiding spinosa betekent stekelig of doornig.
Sleedoornpruimen komen van nature voor in Europa en Noord-Azië.

Sneeuwwitte bloesems
Zeer vroeg in het voorjaar, als de winter nog niet echt is weggetrokken, zie je de witte bloesem van de Sleedoorn als reuzen-sneeuwvlokken op de takken liggen. In kwakkelige lentes vallen de Sleedoorns niet zo op, omdat bij aanhoudend vochtig weer de bladeren al tussen de bloemen verschijnen. Maar in een helder voorjaar springt de Sleedoornbloesem in het oog en verbaas je je erover dat er eigenlijk zoveel van die struiken in je woonplaats groeien.
Hoe vroeg de struik ook bloeit, het zal toch tot pas in de late herfst duren voordat de bessen met hun grote pitten rijp zijn en van groen via blauw naar blauwzwart verkleuren. Het is wonderlijk dat deze vrucht zo lang kan profiteren van de zon in lente en zomer om pas na de eerste nachtvorst in de late herfst echt rijp te worden. Het is de kou en niet de zon, die de laatste zet tot rijping geeft!
Dan komt er een wittig waslaagje over de vrucht heen en begint hij er "lekker" uit te zien. De Sleedoorn neemt de tijd om het zonlicht vanaf het vroege voorjaar tot in de late herfst op te nemen en te 'vertalen' in zijn gezonde sappen. "Geconcentreerde zomerzon", zo zou je deze bessen kunnen noemen.
In een plantsoen in Oegstgeest

Takdoorns
De Sleedoorn heeft een steenvrucht, bestaande uit een zeer harde pit (het zaad) en daaromheen het zachte en sappige vruchtvlees. Dezelfde opbouw hebben ook de vruchten van Pruim, Kers, Perzik, Amandel en Abrikoos, die ook tot de familie van de steenvruchten horen. De Latijnse soortnaam 'spinosa' geeft al aan wat het opvallendste kenmerk van de Sleedoorn heeft doorns. Het gaat hier om zogenaamde takdoorns, waarbij de hele twijg in een scherpe punt eindigt en tot doorn is geworden.
Hoe kom je aan sleedoorn struiken/bomen?
• Vermeerdering d.m.v. zaaien is mogelijk.
Een nadeel is dat de nakomelingen erg verschillen in groeikracht en aantal takdoorns. Maar je hebt wel een langere bloeitijd doordat "zaailingen" variabel zijn in groei en in bloeitijd.
Voor een vlotte kieming moeten de zaden na de oogst, gedurende 4 tot 8 weken, een koudebehandeling van 0,5 tot 1°C nodig (koelkast!).
• De gemakkelijkste vermeerdering is echter d.m.v. opslag.
Er ontstaan na het planten talrijke nieuwe scheuten vanuit de wortels.
Steek de jonge opslag in het late najaar los met een stukje wortel.
• Wortelstekken. Sleedoorn kan uit de slapende ogen op de wortels scheuten vormen.
In het vroege voorjaar kan men wortelstukjes van 1 - 5 cm lengte met een dikte van een potlood in potten met stekgrond ni

Zo op de foto mooie bedauwde blauwe bessen.
Steek ze niet in je mond! Het gevolg, als je dit wel doet, een zeer zure samentrekkende mond, zuur en bitter tegelijk.
In sommige landstreken is de bijnaam "trekkebek".
Om niet op het verkeerde been gezet te worden; het is geen bes maar een pruim(je).
Eerst moet de vorst "er overheen" zijn gegaan wil dit fruit met zijn hoog gehalte aan vitamine C. en vruchtzuren te gebruiken zijn.
Zie: recepten.
Botanische kenmerken van de sleedoorn:
Naamgeving van zwarte doorn: Wetenschappelijke naam: Prunus spinosa L
Familie: Rosaceae - waar ook appels, peren, kersen, aardbijen en rozenstruiken toe behoren.
Onderfamilie: Steenvruchten Prunoideae
Nederlandse naam: Sleedoorn, zwarte doorn.
Rassen: Prunus spinosa 'Godenhaus', 'Merzig', 'Nittel' en 'Trier'.
Etymologische betekenis van Prunus spinosa (plantennaam: )
De geslachtsnaam Prunus is een oud Latijns woord voor pruimenboom.
De soortaanduiding spinosa betekent stekelig of doornig.
Sleedoornpruimen komen van nature voor in Europa en Noord-Azië.

Sneeuwwitte bloesems
Zeer vroeg in het voorjaar, als de winter nog niet echt is weggetrokken, zie je de witte bloesem van de Sleedoorn als reuzen-sneeuwvlokken op de takken liggen. In kwakkelige lentes vallen de Sleedoorns niet zo op, omdat bij aanhoudend vochtig weer de bladeren al tussen de bloemen verschijnen. Maar in een helder voorjaar springt de Sleedoornbloesem in het oog en verbaas je je erover dat er eigenlijk zoveel van die struiken in je woonplaats groeien.
Hoe vroeg de struik ook bloeit, het zal toch tot pas in de late herfst duren voordat de bessen met hun grote pitten rijp zijn en van groen via blauw naar blauwzwart verkleuren. Het is wonderlijk dat deze vrucht zo lang kan profiteren van de zon in lente en zomer om pas na de eerste nachtvorst in de late herfst echt rijp te worden. Het is de kou en niet de zon, die de laatste zet tot rijping geeft!
Dan komt er een wittig waslaagje over de vrucht heen en begint hij er "lekker" uit te zien. De Sleedoorn neemt de tijd om het zonlicht vanaf het vroege voorjaar tot in de late herfst op te nemen en te 'vertalen' in zijn gezonde sappen. "Geconcentreerde zomerzon", zo zou je deze bessen kunnen noemen.
In een plantsoen in Oegstgeest

Takdoorns
De Sleedoorn heeft een steenvrucht, bestaande uit een zeer harde pit (het zaad) en daaromheen het zachte en sappige vruchtvlees. Dezelfde opbouw hebben ook de vruchten van Pruim, Kers, Perzik, Amandel en Abrikoos, die ook tot de familie van de steenvruchten horen. De Latijnse soortnaam 'spinosa' geeft al aan wat het opvallendste kenmerk van de Sleedoorn heeft doorns. Het gaat hier om zogenaamde takdoorns, waarbij de hele twijg in een scherpe punt eindigt en tot doorn is geworden.
Hoe kom je aan sleedoorn struiken/bomen?
• Vermeerdering d.m.v. zaaien is mogelijk.
Een nadeel is dat de nakomelingen erg verschillen in groeikracht en aantal takdoorns. Maar je hebt wel een langere bloeitijd doordat "zaailingen" variabel zijn in groei en in bloeitijd.
Voor een vlotte kieming moeten de zaden na de oogst, gedurende 4 tot 8 weken, een koudebehandeling van 0,5 tot 1°C nodig (koelkast!).
• De gemakkelijkste vermeerdering is echter d.m.v. opslag.
Er ontstaan na het planten talrijke nieuwe scheuten vanuit de wortels.
Steek de jonge opslag in het late najaar los met een stukje wortel.
• Wortelstekken. Sleedoorn kan uit de slapende ogen op de wortels scheuten vormen.
In het vroege voorjaar kan men wortelstukjes van 1 - 5 cm lengte met een dikte van een potlood in potten met stekgrond ni