Bestuivers: Vlinders en vliegen
Geplaatst: wo 23 jan 2002, 18:29
Bestuiving: vlinders en vliegen
De tong van de dagvlinder is lang; het koolwitje telt 16 mm. De kon.page komt zelfs tot 20 mm. Verder is de vlinder een zonaanbidder. De bloem die door de vlinder wordt opgezocht zal dus een lange kroonbuis hebben; in de zon staan; veel nectar rijk zijn , een landingsbaan hebben en tenslotte helder van kleur zijn; meestal is de vlinderbloem wit of zelfs rood, want in tegenstelling tot vele andere insecten ziet de vlinder de kleur rood.
De Luzernevlinder is te herkennen aan de zwarte vlek; wie herkent de plant?
Wij weten allen, om vlinders te lokken is de Buddleia een must ; alle soorten in de buurt zitten erop. Verder vind je ze op bepaalde Balsemiensoorten, Verbena, Valeriaan, Bougainville, sommige vioolsoorten en uit gemakzucht op allerlei composieten.
Voor de bestuiving stellen ze niet veel voor, hoewel de Kattestaart haar drie bloemtypen erop ingericht heeft. Ook de anjer vertrouwt op een vlinder die gaat hangen voor de bloem die stamper en meeldraden naar haar toesteekt.
Van vliegen zijn er meer dan 100.000 soorten beschreven. In Australië waar de bij niet inheems is, speelt de vlieg enige rol van betekenis in het bestuivinggebeuren; bij ons stelt dat niet veel voor, zodat ik kan volstaan met een paar algemene opmerkingen, hoewel er over vliegen zeer boeiende verhalen te vertellen zijn.
Vliegen hebben twee vleugels en vliegen op eigenaardige wijze; ze hangen stil en schieten dan plotsklaps weg. Insecten die aan deze twee voorwaarden niet voldoen zijn geen vliegen.
Wel hebben sommige vliegen, die wij op onze bloemen tegen komen, de neiging het uiterlijk van een bij, wesp of hommel aan te nemen om zich haar vijanden van het lijf te houden. Zij kunnen echter niet steken; vandaar de naam van een bepaalde soort, die op de bij lijkt, en 'blinde bij'
De tong van de dagvlinder is lang; het koolwitje telt 16 mm. De kon.page komt zelfs tot 20 mm. Verder is de vlinder een zonaanbidder. De bloem die door de vlinder wordt opgezocht zal dus een lange kroonbuis hebben; in de zon staan; veel nectar rijk zijn , een landingsbaan hebben en tenslotte helder van kleur zijn; meestal is de vlinderbloem wit of zelfs rood, want in tegenstelling tot vele andere insecten ziet de vlinder de kleur rood.
De Luzernevlinder is te herkennen aan de zwarte vlek; wie herkent de plant?
Wij weten allen, om vlinders te lokken is de Buddleia een must ; alle soorten in de buurt zitten erop. Verder vind je ze op bepaalde Balsemiensoorten, Verbena, Valeriaan, Bougainville, sommige vioolsoorten en uit gemakzucht op allerlei composieten.
Voor de bestuiving stellen ze niet veel voor, hoewel de Kattestaart haar drie bloemtypen erop ingericht heeft. Ook de anjer vertrouwt op een vlinder die gaat hangen voor de bloem die stamper en meeldraden naar haar toesteekt.
Van vliegen zijn er meer dan 100.000 soorten beschreven. In Australië waar de bij niet inheems is, speelt de vlieg enige rol van betekenis in het bestuivinggebeuren; bij ons stelt dat niet veel voor, zodat ik kan volstaan met een paar algemene opmerkingen, hoewel er over vliegen zeer boeiende verhalen te vertellen zijn.
Vliegen hebben twee vleugels en vliegen op eigenaardige wijze; ze hangen stil en schieten dan plotsklaps weg. Insecten die aan deze twee voorwaarden niet voldoen zijn geen vliegen.
Wel hebben sommige vliegen, die wij op onze bloemen tegen komen, de neiging het uiterlijk van een bij, wesp of hommel aan te nemen om zich haar vijanden van het lijf te houden. Zij kunnen echter niet steken; vandaar de naam van een bepaalde soort, die op de bij lijkt, en 'blinde bij'