LENTE TEGENWOORDIG EERDER.
Geplaatst: do 21 mar 2002, 18:14
NOS-TT 717 do 21 3 2002
HET WEER nader verklaard
De zachte winters van de laatste jaren hebben invloed op het groeiseizoen.
De bladontplooiing of bloei van bomen en planten in het voorjaar is sinds 1988 aanmerkelijk vervroegd.Uit onderzoek in ons land blijkt dat bijvoorbeeld de paardebloem in de jaren negentig gemiddeld rond 15 maart tot bloei kwam.
Dat is een maand eerder dan in het tijdvak 1975-1988.Hazelaar (bloei tegenwoordig rond 13 januari) en speenkruid (bloei nu rond 4 maart) kwamen gemiddeld 25 dagen eerder in bloei.
Duitse onderzoekers,die gebruik maken van een netwerk van tuinen in diverse Europese landen,komen tot resultaten die vergelijkbaar zijn. Deze tuinen,waarvan er een te vinden is bij de Wageningen Universiteit,zijn speciaal ingericht voor onderzoek op de invloed van klimaatveranderingen op bomen en planten.
In de jaren 1943-1968 werden dergelijke waarnemingen verricht door het KNMI in De Bilt.Daarvoor was een beroep gedaan op tal van vrijwilligers. Uit dat onderzoek bleek dat de hoeveelheid warmte vanaf 1 februari,de warmtesom,maatgevend is voor het moment van het tot bloei komen en ontplooiing van het blad. Op basis hiervan werden destijds ook voorspellingen gedaan. De winters zijn echter zo zacht,dat de ontwikkelingen in de natuur vanaf 1988 vaak al in januari beginnen. De behoefte aan warmte verschilt sterk.
Hazelaars hebben soms begin januari al voldoende warmte gehad om te bloeien, terwijl acacia's in juni zover zijn. Eerder in de 20ste eeuw zijn in de omgeving van Wageningen door de Nederlandse Phaenologische Vereniging waarnemingen gedaan. Uit gegevens van die periode blijkt dat de bloeitijd varieert met de temperatuur.
In de jaren vijftig en begin zestig was sprake van een vroeg bloeiseizoen, daarna begon het seizoen later.In de periode met voortdurend vroege lentes was de natuur er het vroegst bij in de jaren 1989,1990,1995,1997,1998 en 1999. Vroege bloei kan leiden tot meer nachtvorstschade en kan ook de gevoelige periode verlengen van hooikoortspatienten.Net als de afgelopen jaren is er ook dit jaar weer sprake van een vroege ontwikkeling in de natuur,maar het is geen record. In 1989 waren de meeste kruiden, bomen en struiken nog vroeger.
De natuur is er echter nu nog steeds erg vroeg bij en kan zich meten met de vroegste lentes van de laatste 15 jaar. Het lijkt dit jaar vroeger dan ooit doordat de voorjaarsverschijnselen nu opvallend nog eerder plaatsvinden.
Bijgewerkt door - hans van der post op 21/03/2002 18:16:59
HET WEER nader verklaard
LENTE TEGENWOORDIG EERDER.
De zachte winters van de laatste jaren hebben invloed op het groeiseizoen.
De bladontplooiing of bloei van bomen en planten in het voorjaar is sinds 1988 aanmerkelijk vervroegd.Uit onderzoek in ons land blijkt dat bijvoorbeeld de paardebloem in de jaren negentig gemiddeld rond 15 maart tot bloei kwam.
Dat is een maand eerder dan in het tijdvak 1975-1988.Hazelaar (bloei tegenwoordig rond 13 januari) en speenkruid (bloei nu rond 4 maart) kwamen gemiddeld 25 dagen eerder in bloei.
Duitse onderzoekers,die gebruik maken van een netwerk van tuinen in diverse Europese landen,komen tot resultaten die vergelijkbaar zijn. Deze tuinen,waarvan er een te vinden is bij de Wageningen Universiteit,zijn speciaal ingericht voor onderzoek op de invloed van klimaatveranderingen op bomen en planten.
In de jaren 1943-1968 werden dergelijke waarnemingen verricht door het KNMI in De Bilt.Daarvoor was een beroep gedaan op tal van vrijwilligers. Uit dat onderzoek bleek dat de hoeveelheid warmte vanaf 1 februari,de warmtesom,maatgevend is voor het moment van het tot bloei komen en ontplooiing van het blad. Op basis hiervan werden destijds ook voorspellingen gedaan. De winters zijn echter zo zacht,dat de ontwikkelingen in de natuur vanaf 1988 vaak al in januari beginnen. De behoefte aan warmte verschilt sterk.
Hazelaars hebben soms begin januari al voldoende warmte gehad om te bloeien, terwijl acacia's in juni zover zijn. Eerder in de 20ste eeuw zijn in de omgeving van Wageningen door de Nederlandse Phaenologische Vereniging waarnemingen gedaan. Uit gegevens van die periode blijkt dat de bloeitijd varieert met de temperatuur.
In de jaren vijftig en begin zestig was sprake van een vroeg bloeiseizoen, daarna begon het seizoen later.In de periode met voortdurend vroege lentes was de natuur er het vroegst bij in de jaren 1989,1990,1995,1997,1998 en 1999. Vroege bloei kan leiden tot meer nachtvorstschade en kan ook de gevoelige periode verlengen van hooikoortspatienten.Net als de afgelopen jaren is er ook dit jaar weer sprake van een vroege ontwikkeling in de natuur,maar het is geen record. In 1989 waren de meeste kruiden, bomen en struiken nog vroeger.
De natuur is er echter nu nog steeds erg vroeg bij en kan zich meten met de vroegste lentes van de laatste 15 jaar. Het lijkt dit jaar vroeger dan ooit doordat de voorjaarsverschijnselen nu opvallend nog eerder plaatsvinden.
HWS (bron:KNMI)
Bijgewerkt door - hans van der post op 21/03/2002 18:16:59