commentaar op een mislukking
Geplaatst: di 07 mei 2002, 13:25
Met het afwijzen van het federatievoorstel komt een voorlopig eind aan het streven naar fusie, zoals de VBBN die jaren lang voor ogen gehad heeft. Met name voor de onlangs afgetreden voorzitter Dick Vunderink, was de reorganisatie van de imkerij het voornaamste aandachtspunt. Zoals ik al eerder schreef, sprak hij zijn teleurstelling over de naderende mislukking van een fusie op de laatste Algemene Ledenvergadering onomwonden uit. Hij verweet de bestuurders van andere bonden weg te lopen voor hun verantwoordelijkheid en opportunistisch gedrag, omdat zij profiteerden van de belangenbehartiging door de VBBN, maar niet bereid waren de lasten mee te dragen.
Het HB is niet bereid gebleken in een federatie te gaan zitten, die in hun ogen niet tot een fusie zou leiden. Gezegd moet worden, dat de VBBN ver heeft willen gaan in het tegemoetkomen van haar onderhandelingspartners. Het is consequent, waar fusie haar enige optie bleek te zijn, dat het HB niet op weg gegaan is naar een federatieve samenwerking, waarbij het besluitvormingsproces niet zoveel anders zou verlopen als nu in de bedrijfsraad al het geval was. De mislukking zal bij de mensen die er zoveel tijd in staken hard zijn aangekomen.
Een fusie wordt meestal gewenst om de voordelen die werken op een grotere schaal met zich meebrengt. Een efficiëntere besteding van gelden, makkelijker besluitvorming, grotere invloed op externe beleidsvlakken enz.
Bij de leden van fuserende organisaties zelf, tellen deze factoren over het algemeen nauwelijks, maar treden cultureel gegroeide verschillen veel meer op de voorgrond. Naar mijn mening heeft de VBBN deze factor sterk onderschat, en daarmee draagt zij mede verantwoordelijkheid voor het mislukken. Je kunt wel stellen dat op plaatselijk niveau alles hetzelfde blijft, maar de structuur tussen de afdeling en het HB, die bij de VBBN uit groepen bestaat, werd in die vorm niet gewenst door de andere bonden. Waarom heeft men niet geprobeerd in een overgangsfase die verschillende organisatievormen tussen plaatselijk en HB in stand te laten? Wellicht loopt het besluitvormingsproces dan misschien minder overzichtelijk, maar wat geeft dat eigenlijk.
Cultuur speelt in een hobby organisatie een nog grotere rol dan in een beroepsvereniging. Er zijn in de ogen van de meerderheid van imkers nauwelijks andere voordelen verbonden aan het lidmaatschap, dan juist elkaar eens plaatselijk ontmoeten, met daarbij als bonus het blad Bijen. Dat de bijenhouderij belangen behartigt die voor iedere imker er toe doen, wordt, vrees ik, weinig als zodanig ervaren.
Wat dat betreft dragen imkers, die niet verder dan hun bijenstand groot is, willen kijken, evenzeer verantwoordelijkheid voor de impasse die nu ontstaan is. Ook het gezeur over een mogelijke contributie verhoging heeft mij altijd dwars gezeten. Persoonlijk maakte ik mee dat een lid van een goedkope bond alsmaar kakelde over hoe onbetaalbaar alles zou worden. We reden samen in een auto, consumeerden wat, en verbruikten ondertussen zodoende het een en ander zonder dat het pijn leek te doen. Menig imker houdt aan zijn/haar hobby nog wat over, hetgeen zeer zeldzaam is bij vrijetijdsbesteding.
Een ander punt van kritiek is de beslotenheid waarin het overleg gevoerd is. Men wilde het blijkbaar eerst aan de top in alle rust eens worden. Op die manier organiseer je natuurlijk geen draagvlak. Het voordeel van deze werkwijze is dat bij gebrek aan betrokkenheid, de teleurstelling bij de gemiddelde imker niet groot zal zijn.
Het uitleggen van de voordelen van een fusie is overigens geen makkelijke zaak. Wie zijn ogen niet sluit ziet dat de bijenhouderij al enige tijd in een malaise verkeert. Vergrijzing, nauwelijks meer wetenschappelijk onderzoek, geen entree meer binnen de landbouwsector, geen entree binnen de op de natuur georiënteerde instellingen, hybridisering van het bijenbestand, afname van acceptatie van bijen in een verstedelijkende omgeving, enz.
Meer dan ooit is het nodig een goede analyse t
Het HB is niet bereid gebleken in een federatie te gaan zitten, die in hun ogen niet tot een fusie zou leiden. Gezegd moet worden, dat de VBBN ver heeft willen gaan in het tegemoetkomen van haar onderhandelingspartners. Het is consequent, waar fusie haar enige optie bleek te zijn, dat het HB niet op weg gegaan is naar een federatieve samenwerking, waarbij het besluitvormingsproces niet zoveel anders zou verlopen als nu in de bedrijfsraad al het geval was. De mislukking zal bij de mensen die er zoveel tijd in staken hard zijn aangekomen.
Een fusie wordt meestal gewenst om de voordelen die werken op een grotere schaal met zich meebrengt. Een efficiëntere besteding van gelden, makkelijker besluitvorming, grotere invloed op externe beleidsvlakken enz.
Bij de leden van fuserende organisaties zelf, tellen deze factoren over het algemeen nauwelijks, maar treden cultureel gegroeide verschillen veel meer op de voorgrond. Naar mijn mening heeft de VBBN deze factor sterk onderschat, en daarmee draagt zij mede verantwoordelijkheid voor het mislukken. Je kunt wel stellen dat op plaatselijk niveau alles hetzelfde blijft, maar de structuur tussen de afdeling en het HB, die bij de VBBN uit groepen bestaat, werd in die vorm niet gewenst door de andere bonden. Waarom heeft men niet geprobeerd in een overgangsfase die verschillende organisatievormen tussen plaatselijk en HB in stand te laten? Wellicht loopt het besluitvormingsproces dan misschien minder overzichtelijk, maar wat geeft dat eigenlijk.
Cultuur speelt in een hobby organisatie een nog grotere rol dan in een beroepsvereniging. Er zijn in de ogen van de meerderheid van imkers nauwelijks andere voordelen verbonden aan het lidmaatschap, dan juist elkaar eens plaatselijk ontmoeten, met daarbij als bonus het blad Bijen. Dat de bijenhouderij belangen behartigt die voor iedere imker er toe doen, wordt, vrees ik, weinig als zodanig ervaren.
Wat dat betreft dragen imkers, die niet verder dan hun bijenstand groot is, willen kijken, evenzeer verantwoordelijkheid voor de impasse die nu ontstaan is. Ook het gezeur over een mogelijke contributie verhoging heeft mij altijd dwars gezeten. Persoonlijk maakte ik mee dat een lid van een goedkope bond alsmaar kakelde over hoe onbetaalbaar alles zou worden. We reden samen in een auto, consumeerden wat, en verbruikten ondertussen zodoende het een en ander zonder dat het pijn leek te doen. Menig imker houdt aan zijn/haar hobby nog wat over, hetgeen zeer zeldzaam is bij vrijetijdsbesteding.
Een ander punt van kritiek is de beslotenheid waarin het overleg gevoerd is. Men wilde het blijkbaar eerst aan de top in alle rust eens worden. Op die manier organiseer je natuurlijk geen draagvlak. Het voordeel van deze werkwijze is dat bij gebrek aan betrokkenheid, de teleurstelling bij de gemiddelde imker niet groot zal zijn.
Het uitleggen van de voordelen van een fusie is overigens geen makkelijke zaak. Wie zijn ogen niet sluit ziet dat de bijenhouderij al enige tijd in een malaise verkeert. Vergrijzing, nauwelijks meer wetenschappelijk onderzoek, geen entree meer binnen de landbouwsector, geen entree binnen de op de natuur georiënteerde instellingen, hybridisering van het bijenbestand, afname van acceptatie van bijen in een verstedelijkende omgeving, enz.
Meer dan ooit is het nodig een goede analyse t