( het aantal positieve reacties, waarvoor ik de schrijvers erkentelijk ben, leidt ertoe, dat ik met plezier zo nu en dan vaker een collage maak voor de rubriek dracht; een paar afbeeldingen verduidelijken meer, dan woorden vermogen.
De aardbei werd uit Noord Amerika ingevoerd; de plant behoort tot de familie van de Rosacaeën en heet officieel FragarisXAnanassa D.
Als drachtplant stelt de aardbei niet veel voor. Nectar produceert de bloem maar matig; tussen de meeldraden en het bultje stampers zit een kring van nectarweefsel; de bij die de bloem een 15 tal keren bezoekt, draait derhalve rond over de bloem en verzekert zo een goede bestuiving.
Ook de Pollenproductie van de plant is matig, hoewel het stuifmeel van hoge kwaliteit is .
De plant is kieskeurig en levert beneden de 14o C geen pollen af. Voor de Nectarproductie eist zij zelfs een temperatuur van minimaal 18o C. De teler heeft derhalve meer belang bij bijen dan de imker, die op bestuivinggeld kan rekenen, maar zijn bijen moet bijvoeren.
Om een mooie ronde aardbei te krijgen, moet de bestuiving goed verlopen. Op de vruchtbodem staan een grote hoeveelheid stampers, waarvan de stempels eerder rijp zijn dan de meeldraden; de eerste generatie bloemen bevrucht derhalve de tweede generatie. Een teler die van al zijn planten wil profiteren, doet er goed aan een paar planten vooraf in de warmte te telen, waardoor ook de eerste bloemen van zijn teelt straks stuifmeel kunnen krijgen.
De stempels rijpen van beneden naar boven; iedere stempel is, bij goede bevruchting, goed voor een pit op de bloembodem; hoe meer pitten, hoe beter de vruchtbodem uitgroeit tot de zg. schijnvrucht. Vallend stuifmeel, of stuifmeel, dat wordt overgebracht door vliegen, wantsen, solitaire bijen of hommels kan ook tot bevruchting leiden maar de toevalstreffers zijn hierbij groter, dan wanneer er honingbijen optreden die beter garanderen, dat alle vruchtbeginsels worden bevrucht. Een teler met bijen kan dus rekenen op eerste kwaliteit vruchten, terwijl anderen met aardbeien genoegen moeten nemen, die groene en harde punten hebben, zwarte pitten, allerhande kloven en ander ongerief.
Op de afbeelding laat ik een opname zien van een aantal vruchtbeginsels (eitjes dus) op de bloembodem van een framboos, die op gelijke wijze met een schijnvrucht werkt.

Bijgewerkt door - Oude Essink op 26/05/2002 17:42:01